Boekrecensie

Titel: Speer. Eine Biographie
Auteur: Joachim Fest

Uitgeverij: Alexander Fest Verlag
Berlijn, 1999
ISBN 3 8286 0063 8
Pagina's: 539
Prijs: DM 58,-
Rond 22 mei verschijnt de Nederlandse vertaling onder de titel ”Speer. Een biografie” bij uitgeverij de Bezige Bij in Amsterdam, ISBN 90 7668 204 6; Pagina's: 534 ; prijs onder voorbehoud ƒ 59,90

Recensie door R. R. Zeeman - 19 januari 2000

Het leven van Hitlers
lievelingsminister

Albert Speer, hij wordt steevast aangeduid als de lievelingsminister van Adolf Hitler. Hij verdiende zijn sporen als rijksminister van Bewapening en Oorlogsproductie van het Derde Rijk. Toch werd hij na de oorlog niet terechtgesteld, omdat hij „niet had geweten van de moord op de Joden.” De befaamde Hitler-biograaf Joachim Fest probeert het raadsel rond Speer in een nieuw boek op te lossen.

„Het was een gebroken man, in zichzelf gekeerd, deemoedig of beter gezegd bescheiden.” De publicist Joachim Fest herinnert zich nog precies hoe Albert Speer op hem overkwam toen hij hem eind 1966 voor het eerst persoonlijk ontmoette. „Ik kon me bijna niet voorstellen dat deze introverte man twintig jaar geleden een van de machtigste mannen van het Derde Rijk was. Hoe kon zo'n teruggetrokken man de economische dictator van Europa zijn geweest?”

Enkele maanden daarvoor was de 61-jarige Speer vrijgelaten na twintig jaar gevangenschap in Spandau. Hij wilde zijn memoires uitbrengen en zocht daarbij de hulp van een „historisch geschoold, wat jonger persoon.” Zijn uitgever, Wolf Jobst Siedler, bracht hem in contact met Joachim Fest. Fest, geboren in 1926, wilde wel. Hij was juist begonnen aan zijn omvangrijke biografie over Hitler, die later een standaardwerk zou worden. Een getuige als Speer die de ”Führer” van zo nabij had meegemaakt, kwam voor de historicus als geroepen. „Ik heb later dankbaar gebruikgemaakt van de gesprekken die ik met hem voerde.”

Twee jaar hielp Fest als een soort lector en historisch adviseur de ”Erinnerungen” van Speer in een leesbare vorm te gieten. Tijdens zijn gevangenschap had de hoge nazi aantekeningen gemaakt en die naar buiten gesmokkeld. Zijn geheugen werkte uitstekend, maar selectief. Gaten werden ook na uitvoerige gesprekken niet gevuld. Fest: „Bij bepaalde vragen werd hij niet concreet, maar bleef hij vaag.”

Speers ”Erinnerungen” werden, toen ze in de herfst van 1969 uitkwamen, een groot succes. Hij was de gelouterde nazi die plaatsvervangend berouw toonde. De media verdrongen zich om de ontwikkelde heer met de goede manieren. Sarcastisch schreef de historicus Eberhard Jäckel over de laatste overlevende van Hitlers intimi: „Everybody's darling – Hitlers lievelingsarchitect, sinds 1942 zijn lievelingsminister, in Neurenberg de lieveling onder de aangeklaagden en vandaag de geliefde laatste teruggekeerde gevangene van de West-Duitse maatschappij.”

Legende
Speer bleef een merkwaardig vaag figuur, uiterst omstreden, van alle nazi-grootheden de meest raadselachtige. Velen meenden dat de ”architect van de duivel” bij het oorlogsproces in Neurenberg en later in zijn memoires zijn eigen legende heeft gefabriceerd. Hij stond Hitler nader dan wie ook, maar toch heeft hij zijn leven lang volgehouden wat hij direct na de oorlog tijdens het proces in Neurenberg zei: „Van de moord op de Joden wist ik niet.”

Pas na zijn overlijden in 1981 werd Speers persoonlijke betrokkenheid bij de verdrijving van de Berlijnse Joden en de uitbuiting van de dwangarbeiders voor de bewapeningsindustrie systematisch onderzocht en bewezen. Dat heeft Speer dus voor Fest verzwegen.

Zoekt Fest met zijn boek genoegdoening? „Nee. Ik heb wel steeds het gevoel gehad dat hij een geheim had dat hij ons niet wilde vertellen, en dat is later ook gebleken. En wie weet, duikt er nog wel eens een keer een document op waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk wist van de moord op de Joden. Maar het is voor mij niet de reden geweest dit boek te schrijven.”

Raadsel
Voor het schrijven van de biografie noemt Joachim Fest andere oorzaken. Aanvankelijk wilde Fest, die lange tijd mede-uitgever van de Frankfurter Allgemeine Zeitung was, geen boeken meer over het Derde Rijk schrijven. „Met mijn boek over het Duitse verzet (”Der Staatsstreich”, 1994) wilde ik een punt achter het Derde Rijk zetten. Mijn eerdere boeken gingen over de daders, dit boek ging over de slachtoffers van het Derde Rijk. Het was een soort hommage aan hen.”

Fests zoon, die uitgeverij Seidler had overgenomen, wist dat zijn vader nog tachtig, negentig bladzijden met aantekeningen over zijn gesprekken met Speer op zolder had liggen. Die vroeg zijn vader of daar een publicatie inzat. „Misschien”, zei Fest. Daar bleef het bij, totdat Fest de Britse historicus Trevor-Roper sprak. „Hij wilde een Speer-biografie schrijven, een zeer uitgebreid psychogram over de nazi. Roper stelde: „Als je Speer kunt doorgronden, kun je begrijpen waarom gecultiveerde, beschaafde Duitsers met Hitler heulden. Hij is de sleutel. De Goebbelsen en Himmlers vormen geen raadsel. Dat zijn sociaal-desperado's die je in iedere maatschappij aantreft. Speer is de sleutelfiguur.” Fests advies aan Trevor-Roper: „Schijf het.”

Een paar maanden later nam Trevor-Roper contact op met Fest: „Ik heb geen zin meer om me met de nazi's bezig te houden, schrijf jij het.” Maar ook Fest had weinig animo. Uiteindelijk wist zijn zoon hem toch over te halen. Fest: „Ik zou vrienden in Italië bezoeken. Ik zegde toe in de drie weken die ik daar was alle literatuur over Speer door te lezen.”

Fest las onder andere de biografie van de Britse journaliste Gitta Sereny. „Eigenlijk is haar werk geen biografie, maar meer een relaas over schuld en boete. Zij gelooft in de loutering van Speer, dat hij op het einde van zijn leven in christelijke zin deemoedig is geworden. Ik geloof dat allemaal niet. Hij las van alles over berouw, boete, zonde en vergeving, maar als je hem vroeg wat nu de meeste indruk op hem had gemaakt, zei hij: „Dat kan ik zo niet zeggen.” Als ik vroeg: „Maar welk boek heeft dan de meeste indruk op u gemaakt?” was het: „Dat weet ik niet. Ik heb de teksten alleen maar gelezen omdat er zo'n wonderbaarlijke rust van uitging.” Dan zie je toch dat hij überhaupt geen betrekking op religie had.”

Sereny en ook anderen hebben volgens Fest weinig begrepen van de Duitse geschiedenis en mentaliteit. Alles bij elkaar gaf dat voor hem de doorslag. Hij besloot het boek te schrijven. Eind 1999 verscheen uiteindelijk zijn Speer-biografie, een briljant geschreven werk waarvan de vertaling dit voorjaar in het Nederlands uitkomt.

Faust
Nieuwe feiten geeft Fest niet. Alles wat hij schrijft, hebben anderen al te berde gebracht. Desalniettemin biedt zijn afgewogen weergave de lezer nieuwe inzichten. Meesterlijk weet de auteur Speer uit het wassenbeeldenmuseum van de geschiedenis te halen en hem te reanimeren tot een historisch persoon, inclusief levensleugens en eclatante tegenstrijdigheden.

Speer was een charmeur, een vakman met een groot improvisatievermogen, een workaholic, onomkoopbaar en streberisch. Hij had één groot gebrek: „In een karakter als het zijne was geen ruimte voor principes.” De oude Speer zei later zelf over de eerste jaren dat hij voor Hitler werkte: „Voor een grote opdracht had ik net als Faust mijn ziel verkocht.”

In zijn conclusie noemt Fest hem „een man met veel kwaliteiten, maar zonder eigenschappen.” „Dat is een toespeling op het boek van Musil ”Der Mann ohne Eigenschaften”. „Speer kon eigenlijk alles. Hij wilde wiskunde studeren, maar op advies van zijn vader werd het architectuur. En ik geloof niet met zo veel tegenzin als Sereny zegt. Door Hitler kreeg hij tal van opdrachten. In 1942 werd hij dan rijksminister van Bewapening. Binnen veertien dagen was hij met alles vertrouwd. Als generaal zou hij waarschijnlijk ook succesvol zijn geweest. Hij kon alles. Maar eigenschappen, dat wil zeggen principes die je houding bepalen, had hij niet.”

Kunstenaars
Speer was totaal afhankelijk van zijn meester Adolf Hitler. Voor hem voelde hij een enorme bewondering. Toen hij eind 1930 de nationaal-socialistische partijleider voor het eerst als redenaar meemaakte, raakte hij volledig in zijn ban. „Ik was dertig toen hij de wereld aan mijn voeten legde”, herinnerde Speer zich na 1945. De architect en zijn opdrachtgever konden het uitstekend vinden met elkaar. Iemand die Hitler van nabij kende, zei tegen Speer: „U moet weten dat u Hitlers ongelukkige liefde bent.”

Fest: „Hitler was voor Speer de god die kwam en hem beloofde dat hij bouwwerken zou ontwerpen en bouwen die de mensheid nog niet eerder had gezien. Speer noemde Hitler ”mijn antieke held”. Andersom zag Hitler in Speer een mens zoals hij zelf had willen zijn: het ideaal. Speer kwam uit een goed milieu, had een voortreffelijke opleiding genoten, had geziene ouders, was architect en was vrij van complexen. Hitler had een beschadigd gemoed, was vol van complexen.”

Volgens Fest bestond er tussen de twee een erotische relatie. „Niet homoseksueel. Ik maakte eens per ongeluk een opmerking in die richting, waarop Speer verschrikkelijk kwaad werd.”

Beiden voelden zich kunstenaars. In eindeloze nachtelijke gesprekken ontwierpen ze enorme bouwwerken. Voor het centrum van Berlijn plande Speer reusachtige straten van meer dan 100 meter breed. Hij had een triomfboog in gedachten waarbij die van Parijs in het niet viel. Naast de Brandenburger Tor had hij op papier een congreshal ontworpen van 290 meter hoog en met een koepel van 250 meter doorsnee. In 1950 moest alles klaar zijn. Berlijn zou dan als metropool van een nieuw Germaans wereldrijk een nieuwe naam krijgen: Germania.

De bouwplannen brachten Speer en Hitler dichter bij elkaar. In 1942 leverde het Speer zelfs de benoeming van rijksminister van Bewapening op. Eenmaal op die positie, schoof Speer zijn rivaal Göring aan de kant en maakte hij korte metten met ministers en generaals die hem in de weg stonden. Met Goebbels daarentegen sloot hij een verbond om de ”totale oorlog” door te zetten.

Onder Speers leiding verdrievoudigde de productie van de Duitse oorlogsindustrie. Ondergeschikten die niet hard genoeg werkten, dreigde hij met het concentratiekamp. Toen hij in 1943 op het hoogtepunt van zijn macht de totale oorlogseconomie dirigeerde, presenteerde hij in gesprekken zichzelf als Hitlers kroonprins.

Onbegrijpelijk
De droom duurde niet lang. Korte tijd later torpedeerden geallieerde luchtaanvallen ook de positie van de bewapeningsminister. De productiecijfers daalden en daarmee de ster van Speer. Om hem heen waren tal van intriges. Speer leed omdat hij zich ook door Hitler achteruitgezet voelde. De wereld aan zijn voeten? Nee, een puinhoop.

Toen Speer begin 1945 eindelijk inzag dat de oorlog verloren was, ontdook hij de in zijn ogen „misdadige” opdrachten van zijn ”Führer” alle fabrieken in de as te leggen. Fest weet niet waarom Speer opeens tegen de bevelen van Hitler inging. „Goed, hij probeerde de economische substantie van Duitsland intact te laten. Maar wat hem ertoe bracht Hitler tegen de haren in te strijken? We kunnen er slechts naar raden. Misschien kwam het voort uit verantwoordelijkheidsgevoel. Voorjaar 1944 is hij ziek geweest. Misschien zijn Speers ogen toen opengegaan.”

Als dat inderdaad het geval is geweest, hoe valt dan Speers bezoek op 23 april 1945 aan Hitler in zijn bunker in Berlijn te verklaren? Speer wilde afscheid nemen van zijn ”Führer” en nog eenmaal blijk geven van zijn onverminderde loyaliteit. Zelfs Fest, die het absoluut niet aan invoelingsvermogen ontbreekt, heeft voor deze verrassende stap geen verklaring, zelfs geen vermoeden. „Speer was een paria omdat hij tegen de bevelen van Hitler inging. Voor hetzelfde geld had hij de kogel gekregen. Waarom hij dan toch ging? Ik weet het werkelijk niet. Het hoort allemaal bij het raadsel-Speer.”