Binnenland18 december 1999

Borst wil mening van burgers weten, maar heeft zelf al een standpunt

Publiek debat over
xenotransplantatie

Door G. A. Vroegindeweij
Minister Borst van Volksgezondheid gaf deze week het startsein voor een openbaar debat over het transplanteren van dierlijke organen in mensen. De bewindsvrouw heeft haar eigen standpunt al bepaald. Principiële bezwaren heeft ze niet. De meerderheid van de Kamer lijkt ook geen fundamentele argumenten tegen xenotransplantatie te hebben. Het wachten is op het moment dat wetenschappers het risico voor proefpersonen aanvaardbaar achten.

Xenotransplantatie is het overplaatsen van organen of cellen van dier naar mens. In de praktijk gaat het om het overplaatsen van een varkenshart, -nier of -lever naar de mens. Ook kan er een kunstorgaan buiten de mens komen waarop medici dierlijke cellen plaatsen. Daarbij stroomt het bloed van de patiënt door het kunstorgaan heen. Het varken komt het meest in aanmerking, omdat de genen van dit dier behoorlijk op die van mensen lijken en omdat de grootte van de organen aardig overeenkomt.

De meest bekende vorm van xenotransplantatie is het plaatsen van hartkleppen van varkens bij mensen. Eigenlijk vormt deze categorie een uitzondering op de rest, omdat de kleppen door een speciale behandeling geen levende cellen meer bevatten. Ook is hiervoor geen genetische verandering van het brondier, het varken, nodig.

Xenotransplantatie is een nieuwe technologie, waarover nog veel vragen bestaan. Minister Borst wil graag weten hoe het publiek daarover denkt. Daarom heeft ze maandag een website (www.xenotransplantatie.nl) geopend waarin veel informatie over deze techniek is te vinden en waar belangstellenden hun reactie kunnen achterlaten. Ook via folders wil de bewindsvrouw Nederlanders stimuleren hun visie te geven over dit thema.

De internetpagina's van het ministerie bieden belangstellenden veel informatie. Zowel beginnelingen als gevorderden kunnen er terecht. Via hyperlinks kunnen belangstellenden dieper op de materie ingaan. Hier en daar zit nog wel een foutje of is er iets vergeten, maar zelfs de Koningin loopt wel eens met een jas die van achteren iets trekt.

Ethiek
De informatie is uitgebreid. Er zijn veel gegevens over obstakels bij xenotransplantatie, de oplossingen daarvoor, de noodzakelijke genetische veranderingen bij dieren, de gezondheidsrisico's, de politieke besluitvorming en wetgeving, en ten slotte informatie over de ethische afwegingen die mogelijk zijn.

Het hoofdstuk over de ethiek komt er niet bekaaid af en maakt nadrukkelijk melding van de rol die geloofsovertuiging speelt bij het formuleren van een standpunt over de nieuwe techniek. Het memoreert de factoren die van hieruit een rol spelen: in hoeverre mag een mens het sterven uitstellen? Doorbreekt xenotransplantatie niet te bestaande ordening van plant-dier-mens? Mogen we dieren wel genetisch veranderen om ze geschikt te maken voor transplantatie in de mens?

Verder dan het stellen van vragen komt de minister echter niet. Ook blijft het katterige gevoel hangen dat minister Borst de gehele maatschappelijke discussie letterlijk en figuurlijk voor de bühne voert. Op initiatief van dezelfde bewindsvrouw heeft het kabinet namelijk reeds een standpunt ingenomen over xenotransplantatie. Dat plaatst de publieke discussie in een vreemd daglicht.

Het is van tweeën één: óf alle overwegingen zijn bekend, het kabinet neemt een beslissing en een maatschappelijke discussie is niet nodig; óf het kabinet wil serieus rekening houden met argumenten die vanuit de samenleving naar boven komen en neemt van tevoren geen beslissing. De nu gevolgde werkwijze motiveert niet om mee te doen aan de discussie. Eigenlijk heeft een publiek debat weinig zin.

Oppervlakkig
Steekt Borst daarom met haar voorlichting onvoldoende af naar de diepte? De fundamentele vraag of xenotransplantatie nu wel of niet toelaatbaar is, staat voor haar niet echt meer ter discussie. Dat straalt de website van alle kanten uit. Het is goed dat de Dierenbescherming daar deze week kritisch de vinger bij legde. De belangenorganisatie vindt dat de bewindsvrouw eenzijdig kijkt naar de risico's voor mensen.

De Dierenbescherming vindt het niet acceptabel dat een dier genetische aanpassingen krijgt om het geschikt te maken voor de mens. De organisatie denkt dat er een nieuw soort bio-industrie zal ontstaan, die het welzijn van de dieren aantast. Om te voorkomen dat de dieren ziektekiemen oplopen, moeten ze namelijk in een steriele omgeving verblijven en veel tests, zoals bloedproeven, ondergaan.

Het kabinetsstandpunt zit op de website ver weg gefrommeld onder het hoofdstukje ”De invloed van de ethische afweging”. Daar staat: „Het kabinet heeft al een standpunt geformuleerd dat onderzoek naar xenotransplantatie onder voorwaarden mogelijk maakt; het kabinet acht het aanvaardbaar dat dieren genetisch gemodificeerd (gewijzigd, GAV) worden en moeten sterven voor xenotransplantatie.” Daarmee staat de deur naar xenotransplantatie in principe open.

Afstoting
Het daadwerkelijk overplaatsen van dierlijke organen naar mensen laat op zich wachten, omdat het op dit moment technisch niet mogelijk is. Het menselijk lichaam heeft de neiging nieuwe organen af te stoten. Om dat tegen te gaan zijn er zo veel medicijnen nodig, dat de gezondheid van de ontvanger in gevaar komt. Om afstoting te voorkomen is de genetische verandering nodig.

Een tweede punt waarom medici op dit moment niet overgaan tot xenotransplantatie is het verschil in grootte tussen de organen. Apen hebben te kleine organen voor de mens; varkens komen beter overeen, maar de pompcapaciteit van een varkenshart is bijvoorbeeld te klein. Sommige onderzoekers stellen voor het brondier conditieoefeningen te laten verrichten.

Het meest bezwaarlijke is echter het infectiegevaar. De vrees bestaat dat er dierlijke infecties in mensen terechtkomen. In het erfelijk materiaal van varkens zitten virussen die mensen kunnen infecteren. Het is (nog) niet mogelijk die uit de genen te verwijderen. Er bestaat wel een mogelijkheid om de dieren te fokken en te houden onder steriele omstandigheden, zodat er geen ziektekiemen bij kunnen komen.

Hokken, lucht, drinkwater en voer moeten dan worden gezuiverd. Alleen dierverzorgers en onderzoekers krijgen toegang tot de dieren. Zij moeten eerst douchen en beschermende kleding dragen. Ook kunstmatige inseminatie en geboorte door keizersnede zijn nodig om het infectierisico te beperken.

Isolatie
Een ander belangrijk punt dat minister Borst ervan weerhoudt daadwerkelijk experimenten met xenotransplantatie toe te staan, is het gevaar voor de volksgezondheid in brede zin. Ondanks alle maatregelen blijft het namelijk mogelijk dat het dierlijk materiaal ziekteverwekkers bevat die de patiënt en zijn omgeving kunnen infecteren. Degenen die een dierlijk orgaan krijgen, moeten gedurende een bepaalde periode worden geïsoleerd van anderen.

Ook hier zijn nog veel vragen. Het is niet duidelijk hoe lang iemand afgezonderd moet zijn, omdat bepaalde virussen jaren in een mens kunnen bestaan zonder ziekteverschijnselen te veroorzaken. In Groot-Brittannië is voorgesteld om het mensen die organen of cellen van varkens krijgen, te verbieden nageslacht te verwekken. Dit om te voorkomen dat virussen zich vanuit een patiënt verder kunnen verspreiden. Ze moeten te allen tijde anticonceptiemiddelen gebruiken en hun seksuele partners moeten ook regelmatig controles ondergaan.

Minister Borst wacht tot onderzoekers al deze risico's tot een aanvaardbaar niveau kunnen terugbrengen. Als dat gebeurd is, ligt het in haar lijn van denken om toestemming te geven voor enkele daadwerkelijke experimenten. Optimistische schattingen van deskundigen voor de eerste experimenten lopen uiteen van een tot vijf jaar. Voordat dit soort operaties routinematig plaats kan vinden, zijn er vijf tot vijftien jaren verstreken. Sommige onderzoekers vinden deze inschattingen te positief. Zij denken dat de praktische problemen zo groot zijn, dat het nog veel langer zal duren voor de eerste experimenten plaatsvinden.

Orgaandonatie
De bewindsvrouw legt in haar voorlichting veel nadruk op de reden waarom xenotransplantatie nodig is, namelijk het gebrek aan orgaan- en weefseldonoren. Deze week meldde Eurotransplant, de organisatie die de uitwisseling van donororganen in enkele Europese landen coördineert, dat de totstandkoming van de Wet op de orgaandonatie niet heeft geleid tot een toename van het aantal donoren.

Er zijn dit jaar zelfs minder organen gebruikt dan in 1998. Het aantal nieuwe nierdonoren daalde met 13 procent, het aantal hart- en leverdonoren zelfs met 19 procent. Daarentegen stijgt het aantal mensen dat weefsel ter beschikking stelt met 20 procent.

De meerderheid van de Tweede Kamer staat op hetzelfde standpunt als minister Borst: het onderzoek moet doorgaan, maar wegens de gevaren voor de gezondheid mogen er geen experimenten met mensen plaatsvinden. De christelijke partijen willen een stap verder. Zij bepleitten het tijdelijk stopzetten van het onderzoek, in afwachting van een discussie hierover in de Tweede Kamer. Zowel Borst als de regeringspartijen PvdA, VVD en D66 voelen daar niets voor. De Tweede Kamer zal zich in het komende voorjaar definitief uitspreken over xenotransplantatie.

Bezinning
Tot die tijd is er volop mogelijkheid voor bezinning, ook in de achterban van de gereformeerde gezindte. Daar blijken de meningen uiteen te lopen. De directeur van het prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut, prof. dr. ir. H. Jochemsen, is zeer terughoudend op dit terrein. In een interview met deze krant plaatste hij principiële kanttekeningen bij de „vermenging” van mensen met dieren. „Ik vraag me af of het bijbelse verbod tegen kruising van verschillende soorten –al gaat het over wat anders– hier geen betekenis heeft.”

Naast de noodzakelijke genetische aanpassing van dieren, komt bij xenotransplantatie ook het klonen om de hoek kijken. Want als de onderzoekers een 'goede' genetische samenstelling bij een dier hebben bereikt, zullen ze er meer van willen hebben via de kloontechniek. „Dat is opnieuw een manipulatie van de eigenheid en een aantasting van de natuurlijke orde”, aldus Jochemsen.

Het SGP-studiecentrum lijkt wel een kleine opening te bieden voor nieuwe medische technieken. In een nota die in het voorjaar van 1998 verscheen, somt het centrum veel bezwaren op tegen het klonen van dieren en het transplanteren van dierlijke organen in mensen.

Het klonen van mensen wijst men in alle gevallen af, maar als zich levensbedreigende situaties voordoen en er geen andere medische middelen voorhanden zijn, is het gebruik van de nieuwe technieken niet per definitie verboden.