„Ouders moeten
vrij krijgen voor
onderwijsdag”

NIJMEGEN – Er moet een nationale onderwijsdag komen voor ouders van leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Tijdens die dag moeten de ouders naar school, lessen volgen en praten met docenten. Werkende ouders moeten voor deelname aan de onderwijsdag een extra vrije dag krijgen.

Daar pleitten de psychologen W. Veugelers en E. de Kat uit Amsterdam voor tijdens het nationale symposium Gezinsonderzoek in Nijmegen. Veugelers en De Kat deden op acht scholen onder bijna duizend ouders, leerlingen en docenten onderzoek naar de opvoedende taak van het onderwijs en de afstemming tussen ouders en scholen.

Uit het onderzoek blijkt dat zowel ouders als docenten verwachten dat de school deel uitmaakt van de opvoeding. Beide groepen vinden het contact echter teleurstellend. Docenten merken dat ouders alleen geïnteresseerd zijn in de prestaties van hun eigen kind en niet op algemene pedagogische ouderavonden verschijnen. Ouders stellen dat de school pas actief van zich laat horen als er sprake is van een concreet probleem, zodat zij vooral negatieve dingen over hun kind horen. Er liggen nog veel drempels tussen ouders en school, aldus de psychologen.

Veugelers en De Kat denken dat een nationale onderwijsdag meer zin heeft dan uitbreiding van het aantal ouderavonden, al was het maar omdat het voor veel docenten een schrikbeeld is om nog meer avonden kwijt te zijn. De onderwijsdag zou de opmaat kunnen zijn voor een geregelder en vooral positiever contact met de school.

Leerlingen vanaf de derde en vierde klas geven aan dat zij het contact tussen hun ouders en de school wel kunnen onderhouden. Zij willen zelf de regie over de communicatie voeren. De onderzoekers zeggen daarvan dat het belangrijk is de leerlingen hierin serieus te nemen.

„Maar het contact moet vanaf de eerste klas worden opgebouwd tussen ouders en school. Zodoende is er al een basis van vertrouwen als de leerling uit de hogere klas gaat deelnemen aan de communicatie. Dat vangnet is nodig voor het geval deze ontwikkeling minder ideaal verloopt”, zo suggereren Veugelers en De Kat.