Niet blootstellen aan grillen van de marktWatervoorziening blijft bij overheidDEN HAAG De verstrekking van drinkwater blijft een overheidstaak. Een belangrijke levensbehoefte als water moet je niet blootstellen aan de grillen van de markt, zo vinden minister Pronk (VROM) en de Tweede Kamer. Die drong er gisteren bij de bewindsman op aan haast te maken met de herziening van de waterwet. PvdA'er Feenstra riep Pronk vorig jaar in een breed gedragen motie al op de watervoorziening voor huishoudens in publieke handen te houden. Het kabinet nam dit standpunt over. In tegenstelling tot water worden de elektriciteits- en gasvoorziening wél geprivatiseerd. Dit onderscheid maakt het volgens de Kamer noodzakelijk de zaakjes voor het water snel te regelen om te voorkomen dat grote bedrijven als NUON en Delta Nuts bij de privatisering van de elektriciteits- en gasvoorziening ook in één klap het water meenemen. De VVD hikt het meest aan tegen de plannen van Pronk. De liberalen willen het liefst dat waterleidingbedrijven eigendom van de overheid blijven en dat marktpartijen de exploitatie ter hand nemen. Net als bij de waterzuivering gebeurt, aldus kamerlid Klein Molekamp. Zowel Pronk als enkele fracties voelen er wel voor bedrijven in de branche enige commerciële ruimte te geven. De partijen stellen wel als harde voorwaarde dat huishoudens daar niet de dupe van mogen worden, in de vorm van bijvoorbeeld prijsstijgingen. Somber De waterbedrijven van de energieconglomeraten Delta en NUON zijn somber over de commerciële mogelijkheden die zij overhouden onder het regime van een nieuwe Waterleidingswet. Zij stellen dat de openingen die minister Pronk biedt in de praktijk waarschijnlijk niet te realiseren zijn. Delta en NUON zijn zogenoemde multi-utility-bedrijven. Zij willen klanten gas, stroom en water leveren. De eerste twee markten zijn vrij en daar is de privatisering in volle gang. In de watermarkt hebben zij nu het politiek tij tegen. Wat Pronk wil, is tegenstrijdig en loopt in de praktijk vast. De netwerken zijn te veel vervlochten om de levering aan grote en kleine klanten zomaar te kunnen scheiden. De enige winst is dat Pronk het probleem nu wel ziet, aldus H. de Kraa adjunct-directeur van Delta, na afloop van het kameroverleg over de waterleidingwet. Zijn collega van NUON, J. van Winkelen, stelt dat het onmogelijk is actief te worden in het buitenland zonder risico te nemen. Dat zullen overheidsaandeelhouders nooit toestaan. Bij projecten in ontwikkelingslanden zal de Wereldbank altijd eisen dat een deelnemend bedrijf een flink deel van de kosten zelf draagt. Pronk wil dingen die niet kunnen. NUON pleit voor een concessiemodel. Daarin blijft de overheid eigenaar van alle leidingen, pompen en andere hardware. Commerciële bedrijven sluiten dan een langdurig contract voor de exploitatie. Daarin kan de overheid alle bescherming voor gedwongen klanten vastleggen. De Franse watersector is zo georganiseerd. Bedrijven als Vivendi en Suez Lyonnaise des Eaux slaan in hoog tempo wereldwijd de vleugels uit. In het buitenland is veel vraag naar de Nederlandse waterkennis. |