Binnenland7 oktober 1999

Chronologie van Ceteco-affaire

Begin juli 1999: Het handelshuis Ceteco krijgt van schuldeisers opnieuw uitstel van betaling. Faillissement dreigt.

7 juli: Voor het eerst verschijnen in de media berichten dat de provincie Zuid-Holland betrokken is bij de problemen van Ceteco. Zij heeft het noodlijdende bedrijf een lening van 47,5 miljoen gulden verstrekt.

13 juli: Het wordt bekend dat de provincie heeft „gebankierd.” De afgelopen jaren heeft zij leningen verstrekt aan bedrijven om winst te maken. Het totale bedrag van de leningen is op dat moment nog onbekend.

14 juli: Commissaris van de Koningin Leemhuis (VVD) en gedeputeerde De Jong (PvdA) geven toe dat veel omvangrijker is gebankierd dan werd gedacht. Er staat voor 1700 miljoen gulden aan leningen uit. Alle fracties binnen het college van GS reageren geschokt op de bankiersrol van de provincie.

15 en 16 juli: Leemhuis heeft alle leningcontracten, inclusief dat voor de lening van 47,5 miljoen aan Ceteco, van haar handtekening voorzien. Zij laat echter weten dat ze geen idee had van de bankierspraktijken en de totale omvang van de leningen. Zij weigert pertinent aan aftreden te denken, zegt zij tijdens een bijeenkomst van Provinciale Staten waarbij gedeputeerde voor financiën A. de Jong niet aanwezig is.

23 juli: De Jong stapt op na een radio-uitzending waarin hij stelt dat ook journalisten van het bankieren hadden kunnen weten.

27 juli: Provinciale Staten kiezen oud-minister C. van Dijk (CDA) als leider van het omvangrijke onderzoek naar de Ceteco-affaire.

8 september: Minister Peper komt met een verbod op bankieren zoals de provincie Zuid-Holland dat heeft gedaan. Bovendien laat hij weten dat het ministerie niets wist van de bankiersrol van de provincie Zuid-Holland.

10 september: De provincie Zuid-Holland schorst kasgeldbeheerder Baarspul voor twee maanden. Hij zou twee financiële transacties hebben verzwegen. De rijksrecherche stelt een onderzoek in. Baarspul gaat in beroep tegen zijn schorsing.

11 september: Baarspul geeft toe een lening te hebben verzwegen. Maar hij stelt dat hij daartoe van zijn superieuren opdracht heeft gekregen.

28 september: Baarspul onthult in de televisierubriek NOVA dat Leemhuis de afgelopen jaren haar fiat heeft gegeven aan honderd miljoenenleningen. De commissaris kan onmogelijk de contracten van die leningen allemaal blindelings hebben ondertekend, stelt Baarspul.

1 oktober: De commissie-Van Dijk biedt het rapport ”Een doorboorde buidel” aan. Daarin concludeert de commissie dat het bankieren van de provincie Zuid-Holland met geleend geld „onaanvaardbaar, ondemocratisch en onwettig is.” Volgens de commissie onder leiding van de oud-minister is het hele college van Gedeputeerde Staten verantwoordelijk voor het besluit te gaan bankieren. Leemhuis verklaart verantwoording af te zullen leggen in debat met de leden van Provinciale Staten op woensdag 6 oktober. Over een mogelijk vertrek wil ze niets zeggen.

4 oktober: Gedeputeerde Jaap Wolf wacht het debat niet af en stapt op. De PvdA'er was betrokken bij het besluit te gaan bankieren. Wolf uit scherpe kritiek op de werkwijze van de commissie-Van Dijk. Onzorgvuldig en onfatsoenlijk, voegt Wolf de commissie toe. Hij voelt zich gekwetst, omdat hij en de eveneens onder vuur liggende collega Heijkoop niet zijn gehoord over hun rol.

4 oktober: Gedeputeerde Staten onderschrijven in hun verdediging de conclusies van het vernietigende rapport. Het college kan echter niet aangeven of het financiële dan wel personele gevolgen zal hebben.

6 oktober: Commissaris van de Koningin J. Leemhuis-Stout en gedeputeerde J. Heijkoop (CDA) maken bij het begin van het debat tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten in Den Haag bekend dat zij opstappen.