Binnenland21 september 1999

Tweede boormachine voor Westerscheldetunnel gaat op weg

Neeltje Suzanna begint bodemreis

Van onze regioredactie
TERNEUZEN – Het boorproces van de tweede tunnelboormachine voor de Westerscheldetunnel is gisteren van start gegaan. De eerste machine begon in juli aan de 6,6 kilometer lange tocht naar Zuid-Beveland.

De twee tunnelboormachines vormen elk in feite een 180 meter lange fabriek, aldus woordvoerster Nancy Vinke van het tunnelcentrum. „De start van het boorproces is vergelijkbaar met de ingebruikname van een fabriek.”

Het boorproces valt volgens haar op te splitsen in tien deelprocessen. Naast het boren en het bouwen van tunnelringen behoren onder meer de aanleg van het kabelkanaal en het aanbrengen van de wegfundering tot de werkzaamheden.

Het opstarten vereist een inwerktijd. In deze fase worden eventuele onvolkomenheden verholpen, aldus Vinke. Tegelijk met het inwerken van het personeel worden de ritmes van de processen op elkaar afgestemd. De boorsnelheid in de opstartfase ligt dan ook lager dan de streefsnelheid van 12 meter per etmaal die voor het verdere traject geldt.

De eerste tunnelboormachine is begin juli gestart. Sindsdien heeft Sara, zoals de doopnaam van de machine luidt, 180 meter afgelegd. De fabriek werd gedoopt door een pastoor uit Terneuzen, een handeling waarbij de SGP-fractie in de Zeeuwse Staten kritische kanttekeningen plaatste.

De tweede boor draagt de naam Neeltje Suzanna. De ervaringen die met Sara zijn opgedaan, worden gebruikt bij het opstarten van deze machine. „Zo zijn er bijvoorbeeld aanpassingen verricht aan het snijrad. De oorspronkelijke snijtanden bleken minder geschikt voor het boren in het dichtblok en moesten na een aantal meters tijdelijk vervangen worden door andere snijtanden.”

De Westerscheldetunnel is het grootste Europese boortunnelproject dat in slappe bodem wordt uitgevoerd. De Kombinatie Middelplaat Westerschelde is verantwoordelijk voor het project. Met de bouw van de tunnel en de toeleidende wegen is in totaal 1,6 miljard gulden gemoeid. Aan het karwei werken 600 mensen. Ruim twee jaar na het vertrek vanuit Zeeuws-Vlaanderen zullen beide machines Zuid-Beveland bereiken.