Binnenland 24 juli 1999

Besluit rechtbank lijkt voorschot op vonnis

Verdachte van twee
moorden vrijgelaten

ZWOLLE – De rechtbank in Zwolle heeft gisteren de voorlopige hechtenis van een verdachte van twee moorden opgeheven. Justitie eiste donderdag nog twintig jaar gevangenis tegen de 40-jarige A. S. uit Lelystad.

Zijn advocaat, mr. C.F. Korvinus, eiste donderdag onmiddellijke vrijlating van zijn cliënt. Volgens hem is er niet voldoende bewijs dat S. verantwoordelijk is voor de twee moorden.

Gisteren besloot de rechtbank de voorlopige hechtenis van S. op te heffen. Hoewel de rechtbank niet wilde ingaan op de reden, lijkt het erop dat deze beslissing een voorschot is op het uiteindelijke vonnis op 5 augustus. „Dit wordt vrijspraak”, meent advocaat Korvinus.

Dat zou een teleurstelling zijn voor het openbaar ministerie. Volgens justitie heeft S. twee moorden op zijn geweten. De slachtoffers zijn een 87-jarige vrouw uit Lelystad en de moeder van zijn toenmalige vriendin uit Amsterdam.

In het geval van de 87-jarige vrouw stelde de huisarts vorig jaar aanvankelijk een natuurlijke dood vast. Na aanwijzingen van een medewerker van een begrafenisonderneming werd ontdekt dat de vrouw door wurging om het leven was gekomen.

De politie kwam op S. uit omdat hij regelmatig als klusjesman werkte bij de buurvrouw van het slachtoffer. S. zou de dag na de moord de sieraden van het slachtoffer te koop hebben aangeboden. Volgens de verdachte gaat het echter om andere sieraden.

Sigarettenpeuken
De andere moord had volgens justitie plaats in februari of maart vorig jaar in Amsterdam. Het 82-jarige slachtoffer werd zwaar verminkt in haar Amsterdamse woning gevonden. De verdenking viel op S. omdat hij een sleutel van de woning had en er bovendien in het huis vier sigarettenpeuken zijn gevonden met DNA dat met het profiel van de verdachte overeenkomt.

Twee getuigen meldden eerder dat ze de kleinzoon van het slachtoffer bij de woning zagen. Met foto's probeerden de rechercheurs echter aan te tonen dat de getuigen het niet goed konden hebben gezien. Korvinus noemde met name dit onderdeel van het politieonderzoek „amateuristisch.”