Soms huil ik, als ik aan mijn land denk
Malaise onderwerp van gesprek bij SurinamersROTTERDAM Op de anders zo levendige Westkruiskade, de culturele afspiegeling van Suriname in Rotterdam, was het gisteren rustig. Het regent en veel Surinamers vertonen zich niet op straat. Maar binnen in de winkeltjes en vele Surinaamse toko's aan de kade is het druk. De problemen in hun moederland laat de Nederlandse Surinamers niet los en de malaise is het gesprek van de dag. In de 'Surinaamse' straat wisselen goudwinkeltjes, Surinaamse toko's en eethuisjes elkaar af. Voor de toko's staan tal van kleurige exotische groenten uitgestald. Alles wat niet Nederlands is, valt er te vinden: speciaal geïmporteerd vet voor kroeshaar, maizenakoekjes, gezouten vis en mensen met uiteenlopende nationaliteiten. Rotterdamse Surinamers doen er hun dagelijkse boodschappen en treffen er landgenoten. In het Tropische Huis is een kleine Surinaamse vrouw met een dikke rol plakband een schoenendoos aan het dichttapen. Ze is speciaal uit Breda naar Rotterdam gekomen om een pakketje voor de jaardag van haar nichtje in Suriname op te sturen. Bijna iedere maand stuurt ze een voedselpakket op naar familie in haar moederland. Ze vragen voornamelijk om eerste levensbehoeften zoals suiker, bruine bonen en olie, zegt de Surinaamse. Een medewerker van het drukbezochte winkeltje zegt niet veel te merken van de steeds slechter wordende situatie in zijn moederland. Het is niet drukker dan normaal. Er worden niet meer pakketten dan anders verstuurd, zegt de man als hij twee bakbananen afweegt voor een klant. Aan de overkant stapt een wat oudere vrouw een Surinaamse toko binnen. Ze wijst naar een doos mango's en vraagt in het Surinaams of dat rijpe manjes zijn. Ook zij heeft familie in Suriname. Ze vindt de situatie in haar geboorteland uiterst beroerd en verwacht niet dat het snel beter wordt. Over haar familie daar hoeft ze zich echter niet veel zorgen te maken. Haar broers hebben goede banen en merken niet zoveel van de economische malaise. Ze zijn koning in Suriname, weet je, aldus de vrouw. Terwijl een medewerker van de toko de op de toonbank uitgestelde Surinaamse groenten zoals tayer en kouseband met een plantenspuit natsproeit, vertelt een klant dat hij een zoon in Suriname heeft. Hij belde laatst voor geld, maar ja, ik heb een uitkering en niet veel geld. Ook hij vindt het heel erg wat er met zijn land gebeurt. Even staart hij voor zich uit en vervolgt: Soms zit ik te huilen als ik aan mijn land denk. |