Binnenland 11 juni 1999

Houtman zag De Driestar uitgroeien tot volwaardige hogeschool

„Camoufleer wat je niet weet”

Door E. van Dijkhuizen
GOUDA – Aan het slot van het gesprek schiet hem een aardige vergelijking te binnen tussen zijn oude job, pabo-directeur, en z'n nieuwe functie: gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland. „In het onderwijs leer je camoufleren wat je niet weet; daar heb je als politicus veel gemak van.”

Ir. M. Houtman neemt zaterdagmiddag afscheid als directeur van hogeschool De Driestar. Hij doet dat tijdens een cantatedienst in de Goudse Sint-Jan. Zestien jaar gaf Houtman leiding aan de christelijke pabo op reformatorische grondslag, „lang genoeg om weg te gaan.” Niet dat de 56-jarige Gouwenaar de schoolwereld zat is. „Ik voel me onderwijsman in hart en nieren.” Toch kon hij de verleiding niet weerstaan om de laatste vier jaar van zijn loopbaan fulltime de politiek in te gaan. „Ik heb altijd in twee werelden geleefd.”

Helemaal het onderwijs vaarwel zeggen, doet Houtman niet. In zijn nieuwe baan als gedeputeerde namens SGP, GPV en RPF heeft hij onder meer onderwijs in zijn portefeuille. „Ik zal er wel op een heel andere manier mee bezig zijn: het gaat in de politiek vooral om de relatie tussen onderwijs enerzijds en jeugdzorg, cultuur en werkgelegenheid anderzijds. De provincie krijgt op dit gebied een steeds belangrijkere rol.”

Toen Houtman in april 1983 directeur van De Driestar werd, trof hij een totaal andere situatie aan dan nu. „Er waren nog twee gescheiden opleidingen: de pedagogische academie, de PA, en de opleiding voor kleuterleidsters, de OK. Die twee fuseerden in '85 tot de pabo. Daarna trad een sterke academisering op. De Driestar-pabo groeide uit tot een volwaardige hogeschool, inclusief tweede- en eerstegraadslerarenopleidingen voor diverse vakken. De studenten kregen meer verantwoordelijkheid en het onderwijskundig beleid richtte zich op vernieuwing.”

Niet op een eilandje
Ook de taak van de directie veranderde, constateert Houtman. „Vroeger was je uitvoerder van overheidsregels, tegenwoordig ben je bestuurder van een bijna zelfstandige instelling. Dat heeft nogal wat gevolgen. Je krijgt meer vrijheid, maar je moet ook zelf met plannen komen om geld binnen te halen. Bovendien vraagt de overheid je meer dan voorheen verantwoording af te leggen, als het even kan publiekelijk, van je kwaliteit. Je kunt als hogeschool, ook als orthodox-christelijke, niet meer op een eilandje leven.”

Dat laatste is overigens nooit de bedoeling van De Driestar geweest, benadrukt Houtman. „De eerste keer dat ik met mijn voorganger, mr. De Heer, op pad ging, was naar een vergadering van pabo's uit het hele land. Toen draaide De Driestar dus ook al mee in het grote geheel. Onze positie op de landelijke hbo-kaart is als gevolg van allerlei ontwikkelingen herkenbaarder geworden. Veel pabo's zijn opgegaan in brede hogescholen met verschillende opleidingen onder één dak. Wij zijn zelfstandig gebleven en zitten nu ook met vertegenwoordigers van heao's, hts'en en hbo-v-opleidingen aan tafel.”

Startbekwaam
Een veel grotere verandering dan de integratie van PA en OK, vindt Houtman het compleet nieuwe pabo-studieprogramma dat, na twee jaar voorbereiding, in september van start gaat. „De studenten krijgen voortaan een tweejarige basisopleiding, daarna mogen zij zich twee jaar specialiseren. Iedereen rondt zijn opleiding af met een stage van drie maanden als leraar in opleiding. In het nieuwe curriculum is verder veel aandacht voor groepswerk, interactie, vakkenintegratie en gebruik van de digitale media.”

Kunnen de leerkrachten van de toekomst nog wel een spannend geschiedenisverhaal vertellen en een fatsoenlijke rekenles geven? Houtman: „Daar ben ik niet bang voor. We hebben een aantal waardevolle elementen uit ons bestaande programma recht overeind gehouden. Daar hoort ook het vertellen bij, evenals een flink stuk bijbelkennis.” Wat studenten moeten leren, meent Houtman, is dat zij na vier jaar pabo niet klaar zijn. „Zij hebben dan slechts hun startbekwaamheid als leerkracht. Maar ieder die het beroep serieus neemt, zal zich daarna verder willen ontwikkelen. Het uitgangspunt is: een leven lang leren. Daarom hebben wij hier zo'n 1500 nascholingscursisten per jaar lopen.”

Niet-vervulde wens
Soms krijgt De Driestar vanuit eigen achterban het verwijt dat zij zich steeds nadrukkelijker profileert als een christelijke in plaats van een reformatorische hogeschool. Houtman vindt dat onterecht. „Eerder het omgekeerde is waar. Toen ik hier kwam, kregen we nog best veel studenten van protestants-christelijke scholen; tegenwoordig komt meer dan 95 procent van de zeven reformatorische scholengemeenschappen.”

Ten minste één wens zag Houtman de afgelopen jaren niet in vervulling gaan. Hij had graag de reformatorische schoolbegeleidingsdienst BGS in Ridderkerk laten fuseren met De Driestar. „Wat is er nu mooier, handiger en goedkoper dan dat je het hele traject van opleiding en nascholing van leerkrachten en begeleiding en ondersteuning van scholen bij elkaar hebt? We hebben een fusieverzoek naar de BGS laten uitgaan, maar kregen ”nee” te horen.”

In de wandelgangen wordt gefluisterd dat de BGS bang is voor identiteitsverlies.
Houtman, fel: „Dat is echt flauwekul. Ik weet best dat er een paar hobbeltjes te nemen zijn, maar die zíjn te nemen. Het reformatorisch onderwijs zou met zo'n fusie gediend zijn.”

Directeuren, rectoren, voorzitters van centrale directies, het zijn vaak vergadertijgers die ver afstaan van de onderwijspraktijk. Herkent Houtman zich daarin? „Ik heb het als een gevaar ervaren. Om die reden ben ik altijd een groep studenten blijven begeleiden op de stagescholen en heb gewoon, hier aan tafel, verslagen met ze besproken. Daarnaast viel ik wel eens in met lesgeven. De eerste vijf jaar had ik een vast aantal uren, maar dat gaf te veel agendaproblemen.”

Laat u een gezonde hogeschool achter voor uw opvolger, drs. L. N. Rottier?
„Dat dacht ik wel. Financieel gaat het goed en er is een uitstekend docententeam dat met veel plezier bezig is het onderwijs te vernieuwen.”

Er gaan de laatste tijd wel veel oude rotten in het vak weg, als gevolg van pensionering.
„Dat is waar, maar het bestuur weet er uitstekende docenten voor in de plaats te benoemen.”