Binnenland 11 juni 1999

VVD en OM willen bron commissie-Kalsbeek verdacht maken

Collega's boos op Niederer

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Wat doe je als een commissie een rapport presenteert met conclusies die je slecht uitkomen? Je maakt de bron verdacht en probeert aldus de waarheid te ontzenuwen. Het is de tactiek die de VVD, in de persoon van J. Niederer, en het openbaar ministerie hanteren om de onthulling dat er 15.000 kilo cocaïne via dubbelinformanten op de markt is gebracht, te neutraliseren.

De commissie-Kalsbeek ging na wat er in de praktijk van de opsporing terecht is gekomen van alle goede voornemens na de enquête-Van Traa. Woensdag presenteerde voorzitster Kalsbeek het rapport. Dat er een bommetje zou ontploffen, daarmee werd bij voorbaat al rekening gehouden. Maar de onthulling waarmee de commissie kwam was explosiever dan betrokkenen in hun stoutste verwachtingen voor mogelijk hadden gehouden.

Criminele informanten van de politie blijken een dubbelrol te hebben gespeeld. Langs slinkse wegen wisten zij met behulp van douane- en politiefunctionarissen minstens 15.000 kilo cocaïne het land binnen te smokkelen. Geschatte straatwaarde: 1,2 miljard gulden. De IRT-affaire was veel erger dan we al wisten. Achter de spiegel van Van Traa was nog een delta aan ongerechtigheid schuilgegaan.

Die onthulling veroorzaakte gisteren een schok. Politici reageren verontwaardigd. De minister van Justitie, de VVD'er Korthals, moet onmiddellijk „glasheldere” uitleg geven en nog voor de zomervakantie wilde de Tweede Kamer met hem over de affaire spreken.

Verbazing
Tijdens de presentatie van het rapport maakte één commissielid, de VVD'er J. Niederer, een voorbehoud. Hij was het niet eens met de conclusie van de commissie dat de top van het OM niet genoeg leiding had gegeven bij de implementatie van de nieuwe normen en regels voor de opsporing. Maar dat was het enige punt, zei hij zelf op de persconferentie. Het rapport was goed. Hij stond er verder helemaal achter.

De verbazing bij zijn medecommissieleden was daarom groot toen Niederer in NRC Handelsblad van gisteravond verschillende uitspraken liet optekenen die hiermee in flagrante tegenspraak zijn. Hij beschuldigde Kalsbeek van een verbeten jacht op de top van het OM en zei dat de onthulling over de 15.000 kilo cocaïne op vermoedens was gebaseerd. „Dat in totaal ten minste 15.000 kilo is ingevoerd, daarvan ben ik niet overtuigd. Ik vind dat onwaarachtig veel.” Bovendien ontkent Niederer nu ineens dat de commissie minister Korthals volledig op de hoogte heeft gesteld over de cocaïnetransporten. Volgens hem hebben Kalsbeek en vice-voorzitter Rouvoet (RPF) de bewindsman eind maart vlak voor een vergadering van de ministerraad bij de deur van de Trêveszaal even aangeschoten en kwamen de echt harde feiten pas in mei bij de commissie binnen. Toen Korthals die feiten kende, heeft hij het college van procureurs-generaal direct opdracht gegeven een diepgaand onderzoek in te stellen, aldus Niederer.

Kritiek achteraf
De VVD lijkt het patent te verwerven op dit soort wispelturig gedrag. Niederers kritiek achteraf doet sterk denken aan de wijze waarop zijn partijgenoot Van den Doel, lid van de commissie-Meijer die onderzoek deed naar de vliegramp in de Bijlmermeer, ineens afstand nam van de conclusies van zijn commissie. Dat bleek toen vooral voort te komen uit een al te doorzichtige poging een partijgenoot-minister in bescherming te nemen. In het geval van Niederer is dat natuurlijk ook de eerste verdenking die bij velen bovenkomt.

Gisteravond ontplofte het bommetje dus al. De commissie heeft nadrukkelijk afstand genomen van Niederers visie op de werkelijkheid. Zij heeft hem bovendien gevraagd om zijn gedrag per omgaande in een brief toe te lichten en zijn uitspraken in de NRC te herroepen. De openlijke ruzie wordt door de overige commissieleden overigens zeer betreurd. „Het is schadelijk voor het parlement, voor de commissie en voor het wapen van het parlementaire onderzoek”, aldus een van hen.

Snijders
Maar er is nog meer aan de hand. Volgens Niederer en door de NRC anoniem opgevoerde zegslieden binnen het OM berust het verhaal over de import van 15.000 kilo cocaïne op slechts één dubieuze bron: de Haarlemse officier van justitie J. W. P. Snijders. Die man zou een hyperindividualist zijn, die met een aan vervolgingswaanzin grenzende obsessie al vijf jaar lang bezig is met een eigen onderzoek. En hij zou er nu in geslaagd zijn om de commissie-Kalsbeek ervan te overtuigen dat zijn verhaal de ultieme waarheid is.

Ook deze zet is al te doorzichtig. Door de bron van de commissie in een kwaad daglicht te stellen, kunnen zowel Niederer als leden van het OM de conclusie over de 15.000 kilo cocaïne onderuithalen. Een verbeten machtsspel is op gang gekomen.

Daarbij dient vooropgesteld te worden dat Snijders door mensen die hem echt kennen, getypeerd wordt als een integere en hardwerkende man. Hij ontdekte dat de beerput van de IRT nog lang niet leeg was, maar kreeg binnen zijn eigen organisatie geen voet aan de grond wanneer hij probeerde deze wantoestand aan de kaak te stellen. Door zijn collega's is hij al die jaren alleen maar tegengewerkt. Hij heeft overwogen zijn verhaal in een boek vast te leggen. Hij heeft een kleine christelijke fractie zijn feiten verteld omdat hij vond dat de rechtsstatelijkheid in die kringen nog het best werd behartigd. Toen de commissie-Kalsbeek bij hem langskwam, heeft hij ongetwijfeld zijn kans gegrepen en ook aan Kalsbeek zijn gegevens overlegd.

Maar ook dat is niet het hele verhaal. Er is niet alleen geen enkele reden om de betrouwbaarheid van deze bron in twijfel te trekken, maar hij was bovendien niet de enige bron van de commissie. „We hebben met verschillende functionarissen gesproken, met politiemensen, en we hebben documenten en dossiers gezien. Een veelheid aan bronnen heeft ons tot de conclusies over de illegale import van cocaïne gebracht. De feiten zijn hard. Ze zijn gecheckt, gedubbelcheckt en nog eens gecheckt”, aldus mevrouw Kalsbeek.