Binnenland 9 juni 1999

Zie ook: Eerdere berichtgeving

Melkert roept Bijlmercommissie tot de orde

Aanval Van den Doel
op Van Gijzel (PvdA)

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – PvdA-fractievoorzitter Melkert heeft de kamerleden die lid waren van de gisteren opgeheven enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer opgeroepen „hun nabeschouwingen over de interne gang van zaken in de commissie te staken.” Melkert deed die oproep nadat bekend werd dat ex-commissielid Van den Doel (VVD) vandaag in Elsevier de aanval opent op PvdA-kamerlid Van Gijzel.

Volgens Van den Doel heeft Van Gijzel tijdens de enquête geprobeerd invloed uit te oefenen op leden van de enquêtecommissie. De PvdA'er, die inmiddels om zijn Bijlmeractiviteiten in de Tweede Kamer als ”Bijlmerboy” door het leven ging, zou „voortdurend” contact hebben onderhouden met commissievoorzitter Meijer en zijn fractiegenoot commissielid Oudkerk.

„Ik heb me daar zeer aan geërgerd”, zegt Van den Doel vandaag in Elsevier. „Ik heb eerst intern geprotesteerd. Van Gijzel was namelijk de man die zich in de PvdA-fractie bezighield met de Bijlmer-kwestie. Aangezien wij ook de rol van de Kamer onder de loep namen, was Van Gijzel dus voorwerp van onderzoek. Bovendien was hij PvdA-woordvoerder gebleven. Hij zou ons eindrapport later gaan beoordelen. Dat wisten we. Ik vond de bemoeienissen van Van Gijzel met de enquête dus onzuiver.”

Van den Doel hekelt ook het feit dat een voormalig medewerkster van Van Gijzel werd opgenomen in de staf van de enquêtecommissie. „Dat was niet toevallig”, meent het voormalige commissielid. „Blijkbaar was dat vooraf met Meijer geregeld.”

Ook op het optreden van commissievoorzitter Meijer tijdens het debat in de Tweede Kamer heeft Van den Doel kritiek. Hij noemt het „een beschamende vertoning” dat Meijer steeds sprak over de doelstelling van de commissie om de waarheid boven tafel te krijgen en lessen te trekken voor de toekomst, maar verder vooral oppositioneel bezig was.

„Ik heb geen andere indruk gekregen dan dat het hem erom was te doen politieke koppen te laten rollen”, aldus Van den Doel. „Alsof de inzet van de enquête louter het naar huis sturen van bewindslieden was. Meijer sprak met de pet op van enquêtevoorzitter, maar uit zijn mond kwam de taal van de oppositie.”

Ongegrond
Van den Doel distantieerde zich al eerder van het werk van de parlementaire enquêtecommissie, maar de persoonlijke kritiek is voor PvdA-fractielid Van Gijzel volkomen nieuw. Van Gijzel noemt de kritiek in een interview met deze krant, dat morgen in de katern ”Mensen” wordt gepubliceerd, „ongegrond en onjuist.”

„Ik heb in december een uitvoerig voorgesprek met de commissie gehad om te vertellen wat ik over de Bijlmer-kwestie wist”, vertelt Van Gijzel. „Ik heb in dat gesprek op hun uitdrukkelijk verzoek beloofd dat ze nog stukken van mij zouden krijgen. Zo heb ik het logboek van de rijkspolitie van de avond van de ramp, dat in mijn bezit was, overhandigd. En ik had nog persoonlijke correspondentie met minister Sorgdrager en minister Jorritsma die zij niet hadden. Die heb ik ook gegeven, met een toelichting aan de heer Meijer.

Maar ik heb nooit, zolang die enquête liep, met Oudkerk of Meijer op wat voor manier ook over de inhoud van hun onderzoek gesproken. Nooit. Want ik wist natuurlijk ook wel dat je dan heel snel dit verwijt krijgt. Ik ben nog wel twee keer door de staf benaderd om aanvullende vragen te beantwoorden. Maar verder heb ik geen bemoeienissen gehad met de enquêtecommissie.”

Medewerkster
Bij de inlijving van zijn voormalig medewerkster in de staf van de commissie zegt Van Gijzel niet betrokken te zijn geweest. „In mei 1998 is mijn toenmalige administratief medewerkster voor een ander kamerlid gaan werken. Zij is in december 1998 op verzoek van de enquêtecommissie zelf bij die staf terechtgekomen. Daar ging ik niet over. Zij werkte niet meer bij mij, dus dat is mij niet aan te rekenen.”

Op aandringen van Van Gijzel heeft PvdA-fractievoorzitter Melkert in een persverklaring afstand genomen van de aantijgingen van Van den Doel.