Binnenland3 juni 1999

Minister Borst hoeft niet uit te slapen na lange Bijlmernacht

We slepen je erdoor, zei Kok

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – De nacht van het Bijlmerdebat blijkt uiteindelijk nog holler dan de nacht van Wiegel. Als na ruim achttien uur debatteren het morgenlicht gloort, is de strijd gestreden. Minister Borst-Eilers van Volksgezondheid hoeft niet uit te slapen; ze mag gewoon vroeg uit de veren om de Kroon te dienen.

„We slepen je er wel door”, zegt premier Kok voor de aanvang van het marathondebat bemoedigend tegen zijn vice-premier. Op dat moment bewegen ze zich samen in de richting van de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer. Daar moet, in een lange dag van verantwoording, het Bijlmerbeleid van de afgelopen jaren worden verdedigd tegen de kritiek van de parlementaire enquêtecommissie.

Voordat ze de zaal binnengaan, schenkt mevrouw Borst de niet te ontwijken cameraploegen minzaam haar felbegeerde uitspraken die een vooruitblik op het debat moeten voorstellen. Wetend dat de zeven ministers die de klus samen moeten klaren zich terdege hebben voorbereid, zegt ze er vertrouwen in te hebben.

Bovendien is er een goede strategie, weet Borst. Dat blijkt meteen bij de aanvang van het debat, als premier Kok het woord neemt. Door het boetekleed aan te trekken over de snelle en felle wijze waarop hij aanvankelijk reageerde op het Bijlmerrapport, maakt hij een belangrijke geste naar het kritische deel van de Kamer.

Nadat het excuus is uitgesproken, neemt minister Peper van Binnenlandse Zaken het woord. Hij vergast de aanwezige kamerleden op een college over het staatsrechtelijk leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid.

Het betoog komt erop neer dat het in de ingewikkelde moderne verhoudingen onrechtvaardig is om bewindslieden onder alle omstandigheden verantwoordelijk te stellen voor het doen en laten van al hun ambtenaren ongeacht of zij daar zelf directe invloed op hebben kunnen uitoefenen.

Weerleggen
De Kamer moet van een mug geen olifant maken, zo luidt de boodschap. Pas als die helder is overgebracht, nemen andere bewindslieden het woord om omstandig en met behulp van zeer gedetailleerde informatie elke zweem van kritiek te weerleggen. Acht uur lang voeren zij het woord en ze laten zich slechts onderbreken voor een lunchpauze en enkele korte plaspauzes.

Minister Netelenbos verdedigt, naar goed staatsrechtelijk gebruik, het beleid van haar voorgangers op Verkeer en Waterstaat. En dus ook dat van minister Jorritsma-Lebbink, die vorig jaar verhuisde naar Economische Zaken.

De sociaal-democratische bewindsvrouw is weliswaar als altijd lang van stof, maar toch blijft minister Jorritsma van begin tot eind glimmen, want een betere en meer toegewijde advocaat had ze zich niet kunnen wensen.

Ook Kok is zichtbaar blij met het keurige relaas van z'n vakminister. Netelenbos krijgt van hem een onverhulde vaderlijke knipoog. Nadat mevrouw Borst vervolgens bijna twee uur heeft volgepraat, komt hijzelf aan het woord. „Nou Wim, zet hem op hè!” luidt de motiverende opmerking die Borst hem bij het wisselen van de microfoon meegeeft. En nadat ook de premier tot een afronding is gekomen, concludeert de vice-premier voorzichtig: „Ik denk dat we de Kamer wel hebben kunnen overtuigen.”

Schorsing
Dan volgt de stilte van een langdurige schorsing. Tijd voor het avondeten is er niet. De kabinetsleden zijn in de ministerskamer druk doende het optreden van hun paarse team te evalueren en bereiden zich voor op de avond en de nacht die zullen volgen. Elders in het kamergebouw vergaderen diverse kamerfracties.

Vooral bij de PvdA is het spannend. De sociaal-democraten blijken een halfuur langer nodig te hebben dan de schorsing aanvankelijk zou duren. Zij beraden zich op de vraag of de scherpe kritiek van fractiewoordvoerder Van Gijzel op minister Borst moet worden gehandhaafd. Voor de geloofwaardigheid van de PvdA zou dat goed zijn, maar voor de lijmpoging van informateur Tjeenk Willink wellicht desastreus. De kritiek richt zich immers op de vice-premier van D66-huize, die in het gelijmde kabinet weer een belangrijke functie zal moeten vervullen.

Als de bewindslieden zich voor de hervatting van het debat naar de plenaire zaal van de Tweede Kamer begeven, staat op hun gezichten de spanning te lezen. Voor hen is het geen goed teken dat de grootste coalitiefractie zo veel tijd nodig had. Zal het dubbeltje voor mevrouw Borst de verkeerde kant op zijn gevallen?

Premier Kok wil niet voor verrassingen komen te staan. In de werkkamer van VVD-fractievoorzitter Dijkstal stelt hij zijn horloge gelijk met die van de fractievoorzitters van PvdA, VVD en D66. Bovendien laat hij zich door PvdA-fractievoorzitter Melkert op de hoogte stellen van de stand van zaken in diens fractie. Die kan daarover op dat moment weinig meer zeggen dan dat er forse verdeeldheid is.

Mierenhoop
Terwijl het debat zich verder voortsleept, voert de PvdA haar interne debat verder op in de wandelgangen. Kamerlid Oudkerk, lid van de parlementaire enquêtecommissie, vormt samen met woordvoerder Van Gijzel het middelpunt van een mierenhoop van sociaal-democratische kamerleden. Het geroezemoes zwelt aan en dringt door tot in de plenaire zaal, waar kamervoorzitter mevrouw Van Nieuwenhoven ras twee boden opdracht geeft de gemoederen op de gang wat te bedaren.

De missie van beide boden mislukt jammerlijk en dus ziet Van Nieuwenhoven zich gedwongen een zwaarder middel in te zetten. Heel even onderbreekt ze het debat en vraagt of de in de zaal verblijvende fractiegenoten van de 'wandelgangers' er bij hun collega's op aan willen dringen de rust te laten weerkeren.

Het wordt daadwerkelijk rustiger als de oppositie in de Kamer zelf komt met twee moties van afkeuring. De eerste is gericht aan het adres van minister Jorritsma, die in haar tijd op Verkeer en Waterstaat de Kamer onjuist en onvolledig informeerde over de lading die in het ramptoestel zou hebben gezeten. De tweede laakt het lakse optreden van minister Borst in relatie tot de gezondheidsklachten die ontstonden in de jaren na de ramp.

Nieuwe vragen
PvdA-woordvoerder Van Gijzel houdt zich dan nog op de vlakte. Hij bestookt minister Borst met een reeks nieuwe vragen. De bewindsvrouw dient hem uitgebreid van repliek als zij om twee uur 's nachts uiteindelijk het woord krijgt. Maar haar woorden zinken in het niet bij de krachtige woorden die premier Kok wijdt aan de beide moties van wantrouwen.

Kok hangt het hele gewicht van zijn demissionaire kabinet aan mevrouw Borst en maakt zo indirect duidelijk dat de lijmpoging tot mislukken is gedoemd wanneer PvdA-fractieleden de motie tegen haar zouden steunen. „Dat zou een politieke slag in het gezicht van mevrouw Borst zijn”, luidt zijn commentaar.

Het is kwart voor drie als de kaarten op tafel liggen en de PvdA-fractie haar keuze moet maken. Opnieuw trekt de fractie zich terug, nu drie kwartier lang. Na de schorsing neemt niet woordvoerder Van Gijzel het woord maar fractievoorzitter Melkert zelf. Hij dient namens de fractie een motie in die vele malen zwakker is dan de moties van de oppositieleden. Alleen fractie- en commissielid Oudkerk en woordvoerder Van Gijzel geven hun stem dan nog aan één van de oppositiemoties; Oudkerk zelfs aan beide.

„Aangeschoten”
De operatie-Borst is geslaagd, kan het kabinet nu vaststellen. De gevreesde amputatie is voorkomen. Dat neemt echter niet weg dat er nog wel enige zorg is rond de patiënt. De grijze minister van Volksgezondheid is weliswaar niet gevallen, maar heeft wel grote schade opgelopen. SP-fractieleider Marijnissen haalde vanmorgen vroeg de woorden van voormalig SGP-fractievoorzitter Van Rossum aan, die een politicus in een vergelijkbare situatie ooit betitelde als „aangeschoten wild.”