Binnenland 17 mei 1999

Zie ook: Eerdere berichtgeving

Melkert mist aanduiding van voorbeelden

„Kritiek op Kok is
slecht onderbouwd”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – PvdA-fractieleider Melkert vindt dat de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer onvoldoende kan aangeven waar en wanneer premier Kok heeft gefaald. Dat heeft hij gisteren gezegd in het televisieprogramma Buitenhof.

De enquêtecommissie verwijt Kok in haar eindrapport dat hij in de jaren na de Bijlmerramp onvoldoende zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. De minister-president had het Bijlmerdossier moeten agenderen voor de ministerraad om ervoor te zorgen dat het probleem gezamenlijke en gecoördineerd zou worden aangepakt.

Melkert vindt dat de commissie niet duidelijk maakt op welke momenten Kok dan had moeten optreden. De PvdA-fractieleider, die zich tot nu toe erg terughoudend opstelde waar het ging om het enquêterapport, kan daarom niet instemmen met het oordeel dat de commissie over de premier uitspreekt.

De enquête heeft volgens Melkert wel aangetoond dat de afstemming van de werkzaamheden van de vakministers (Verkeer en Volksgezondheid) onvoldoende was. Ook vindt hij het „zeer duidelijk” dat „het kabinet eigenlijk vrijwel permanent reactief en op een aantal momenten te reactief optrad. Ik vind dat de regering zich daar hier en daar wat te makkelijk van afmaakt.”

Volgens Melkert maakt de commissie echter niet hard dat de toeneming van het aantal ziektegevallen in de nasleep van de ramp te wijten is aan de terughoudendheid van minister Borst van Volksgezondheid. Die stelling acht de PvdA-fractieleider „niet op alle punten consequent” onderbouwd.

D66-prominent Terlouw viel Melkert bij in deze kritiek. Volgens hem staat mevrouw Borst „nogal stevig.” Terlouw had zich „verwonderd” over de kritiek van de enquêtecommissie dat het optreden van minister Borst zou hebben geleid tot een toename van het aantal gezondheidsklachten. „Zoiets moet wel enigszins aannemelijk worden gemaakt.”

Schadevergoeding
Volgens professor mr. P. de Haan, emeritus hoogleraar onroerendgoedrecht en bestuursrecht aan de TU Delft en de VU Amsterdam, kan het Bijlmerrapport de Nederlandse Staat flink geld gaan kosten. In een bijdrage in het Nederlands Juristenblad schrijft De Haan dat nalatigheid in de besluitvorming bij de afhandeling van de Bijlmerramp het predikaat toerekenbaar onrechtmatig handelen kan opleveren, zodat de Staat der Nederlanden de daardoor veroorzaakte schade zal moeten vergoeden.

„Het kennelijk tekortschieten, om niet te zeggen disfunctioneren, van de ministerraad als hoogste bestuursorgaan van de Staat der Nederlanden stelt de bestuursrechtelijke aansprakelijkheid tegenover bewoners en hulpverleners aan de orde”, schrijft De Haan. Volgens hem is sprake van „een jarenlang disfunctioneren van het voornaamste staats- en bestuursorgaan van ons land met betrekking tot de afwikkeling van de Bijlmerramp ten nadele van een hele bevolkingsgroep.”

„Fouten zijn er om van te leren, maar van enig leervermogen is tot nu toe bij de bestuurlijk verantwoordelijken voor deze zaak nog weinig gebleken”, aldus De Haan. Volgens hem dreigt de behandeling van de Bijlmerenquête uit te lopen op een felle confrontatie tussen coalitie en commissie met als inzet het behoud van het kabinet. „Maar niet de aanval is hier de beste verdediging, maar herstel van het vertrouwen in de verhouding tussen regering en parlement.”

Vertrouwen
Minstens zo belangrijk is volgens De Haan het herstel van vertrouwen in overheid en politiek, dat vooral bij de Bijlmerbevolking is geschonden. „Uitkomst van het kamerdebat zal dan ook moeten zijn dat de ministerraad als hoogste bestuursorgaan eindelijk de volledige verantwoordelijkheid op zich neemt voor de verdere afhandeling van de ramp, zowel wat het gezondheidsonderzoek als wat de verdere schadebehandeling betreft.”