Binnenland 27 april 1999

„Na dertigste ook studiefinanciering”

Tweede Kamer steunt
flexbeurzen Hermans

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De Tweede Kamer steunt in grote lijnen het plan van minister Hermans van Onderwijs om de studiefinanciering te flexibiliseren. De politieke partijen zijn het niet eens met het voornemen van de bewindsman om studenten vanaf 30 jaar geen studiefinanciering te verstrekken.

De Tweede Kamer debatteerde gisteren over Hermans' plannen voor een vernieuwd beurzenstelsel, dat medio volgend jaar moet ingaan. Eerstejaarsstudenten hoeven een aanvullende beurs in de toekomst niet meer terug te betalen als ze onvoldoende studieresultaten behalen. De oppositie bekritiseerde deze maatregelen omdat het kabinet anderzijds de OV-kaart voor studenten wel onder de prestatiebeurs wil brengen. Studenten die onvoldoende presteren moeten dan niet alleen een basisbeurs terugbetalen aan de overheid, maar ook de kosten voor de OV-kaart. De wet die dit regelt, komt morgen aan de orde in de Tweede Kamer.

Hermans wil studenten in een periode van 10 jaar recht geven op 4 jaar studiefinanciering. Na hun dertigste krijgen ze niets meer. De meerderheid van de Tweede Kamer is het met dit onderdeel uit het plan niet eens. Ze houdt liever vast aan het plan dat in regeerakkoord is opgenomen, namelijk dat studenten die voor hun 26e aan een studie beginnen, 10 jaar recht hebben op studiefinanciering.

De bewindsman voelt niet zo veel voor deze wijziging. Hij zal de voor- en nadelen ervan op een rijtje zetten en daarna de Kamer informeren. Hij lijkt op dit moment nog het meest te voelen voor een plan van GroenLinks om studenten na hun dertigste nog 3 jaar de mogelijkheid te geven om hun beurs volledig van de overheid te lenen. „Dat kost me niets”, aldus de minister na afloop van het debat.

Ouders
Zowel minister Hermans als de Tweede Kamer is van mening dat ouders een bijdrage moeten leveren in de studiekosten voor hun kinderen. Alleen over de manier waarop de overheid de ouders moet aanspreken is veel verschil van mening. Hermans wil het houden bij algemene informatie. Hij wil zich niet teveel mengen in de relatie ouder-kind. Ook de VVD-fractie zit op die lijn.

PvdA, D66, GroenLinks, RPF/GPV en SGP vinden dat de bewindsman zich heel precies naar de ouders moet uitlaten hoeveel ze aan hun studerende kinderen moeten verstrekken. Het PvdA-kamerlid Rehwinkel diende hierover een motie in, die hoogstwaarschijnlijk steun krijgt van de andere genoemde fracties.

De bespreking van Hermans' plannen met de studiefinanciering vonden gisteren plaats aan de hand van een nota. Met de opvattingen van de kamerleden in handen gaat de bewindsman nu een wet voorbereiden waarin hij zijn plannen vastlegt. Die moet uiterlijk begin volgend jaar in de Tweede Kamer aan de orde komen, anders komt de invoerdatum van 1 augustus 2000 in gevaar.