Binnenland23 april 1999

SGP vindt overheidshandelen dieptreurig

„Kabinet afstandelijk
en technocratisch”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Het kabinet heeft op de verwikkelingen rond en na de Bijlmerramp „technocratisch en afstandelijk” gereageerd. Door een onderschatten van de maatschappelijke onrust, is die onrust eerder toe- dan afgenomen. Dat concluderen de fracties van RPF en GPV in een gezamenlijke reactie op het rapport van de enquêtecommissie Bijlmer.

De SGP-fractie noemt het beeld dat uit het enquêterapport over de rijksoverheid oprijst zelfs „dieptreurig.” Volgens de staatkundig gereformeerden moeten burgers er te allen tijde van uit kunnen gaan dat de overheid hun zorgen serieus neemt en waakt over hun belangen. „Maar dat vertrouwen is zwaar op de proef gesteld en feitelijk beschaamd.”

RPF en GPV stellen vast dat de verschillende overheden blijkbaar niet zijn berekend op een adequate afhandeling van een ramp met een omvang zoals in de Bijlmer. Uit de kritische conclusies van de commissie blijkt „dat aanpassingen op een groot aantal beleidsterreinen dringend gewenst zijn”, aldus de beide fracties.

Zij betreuren het dat de nasleep van de Bijlmerramp voor veel betrokkenen langer heeft geduurd dan nodig was. „Door het verkokerde, verbrokkelde en passieve overheidsbeleid hebben vele direct betrokkenen jarenlang onnodig in onzekerheid verkeerd.” RPF en GPV hebben de invloed van de minister-president, als het om coördinatie en regie gaat, node gemist. Zij vinden dat opvallend, „omdat hij bij andere dossiers zijn invloed wel nadrukkelijk doet gelden.” De SGP spreekt van „een smet op het blazoen van Kok.”

Laksheid
De minister van VWS heeft volgens RPF en GPV „te lang gewacht met het starten van structureel onderzoek.” De SGP-fractie kan zich goed voorstellen dat de laksheid van de regering minister Borst het zwaarst wordt aangerekend, omdat deze traagheid grote gevolgen had voor de volksgezondheid en het welzijn van mensen in de Bijlmer. „Gevoegd bij de twijfel die er is over haar verklaringen voor de enquêtecommissie, is het niet goed denkbaar dat dit zonder gevolgen zal kunnen blijven voor haar verdere functioneren.”