Binnenland22 april 1999

E. Borst

Minister Borst van Volksgezondheid ligt van alle verantwoordelijke politici het zwaarst onder vuur na publicatie van het eindrapport van de Commissie Bijlmerramp. Voor zij gisteren op het vliegtuig stapte naar Athene voor een vergadering van Europese ministers gaf zij aan er op dit moment niet aan te denken af te treden.

Die verzekering was van belang omdat ingewijden in Den Haag beweren dat Borst dezer dagen wel degelijk heeft overwogen acuut op te stappen als minister van VWS. Politiek leider van D66, De Graaf, zou zijn partijgenote hebben overgehaald om toch op zijn minst het kamerdebat over het rapport af te wachten.

De conclusie van de commissie dat de overheid de gezondheidsklachten van bewoners en hulpverleners heeft „onderschat” en dat die klachten door „traagheid” van Rijk en gemeenten „in aard en aantal zijn toegenomen”, raken de bewindsvrouw van Volksgezondheid het hardst.

De ploeg van Meijer verwijt Borst dat zij het AMC pas opdracht heeft gegeven een onderzoek te starten naar de gezondheidsklachten nadat de Kamer dat op 2 april 1998 via een motie had afgedwongen. In het openbaar verhoor wekte Borst ten onrechte de suggestie dat zij zelf tot dit onderzoek heeft besloten.

In het algemeen wordt de bewindsvrouw door de commissie verantwoordelijk gehouden voor de minimale wijze waarop het kabinet insprong op de onrust en commotie in de samenleving met betrekking tot de gezondheidsklachten.

Borst sloeg gisteren overigens terug door de commissie „inquisitieachtige ondervragingsmethoden” te verwijten. Dat neemt niet weg dat zij blijft bij haar eerder gedane uitspraak „dat ik in politieke zin mijn conclusies moet trekken als ik en mijn ambtenaren aantoonbaar fouten hebben gemaakt.” Tot nu toe is zij daar echter nog niet van overtuigd.