Binnenland22 april 1999

Verdwijnen cockpit-voicerecorder blijft onopgelost mysterie

„Geen mannen in witte pakken”

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Er zijn geen mysterieuze mannen in witte pakken op de plek van de Bijlmerramp geweest. De figuren waren hulpverleners en geen mensen van Nederlandse of Israëlische veiligheidsdiensten. Dat concludeert de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek naar de Bijlmerramp heeft gedaan.

Kort na de ramp doken er in de media al geruchten op over 'Michelinmannetjes': mannen in witte, ruimtevaartachtige beschermingspakken die op de avond van de ramp op de plek des onheils rondsnuffelden, „liepen te speuren” en „af en toe iets opraapten.” Het vermoeden ontstond al snel dat deze 'maanmannetjes' agenten van de Israëlische geheime dienst Mossad waren, die de cockpit-voicerecorder, resten van de militaire lading en sporen van verarmd uranium verwijderd zouden hebben.

Geruchten over de mannen in de witte pakken waren hardnekkig. De kwestie kwam enkele malen aan de orde in de Tweede Kamer. De rijksrecherche stelde een onderzoek in.

Dat onderzoek gaf echter geen uitsluitsel. Oorzaak daarvan is onder meer, vindt de commissie, dat het onderzoek „systematischer” had moeten plaatshebben. De commissie-Meijer heeft daarom zelf een „nadere analyse” gemaakt. Zijn er mannen in speciale beschermende kleding of Israëlische functionarissen op de plaats van de ramp geweest? luidde de vraag die vanwege de blijvende vaagheid een helder en eenduidig antwoord behoefde.

Israëliërs
De commissie stelt voorop dat „er op de avond van de ramp en de dagen daarna vele mannen en vrouwen in witte kleding op het rampterrein zijn geweest.” In het rapport staan negen groepen van verschillende hulpverleningsinstanties opgesomd die witte pakken en overalls met helmen met viziers droegen. Bovendien was op het rampterrein „een groep Ghanezen in traditionele witte kledij (met hoofddekesel)” aanwezig.

„Het is mogelijk”, schrijft de commissie, „dat de negen getuigen die voor de rijksrecherche hebben verklaard mannen in vreemde pakken te hebben gezien, medewerkers van bovengenoemde diensten hebben waargenomen. Uit het onderzoek van de commissie blijkt dat een groot aantal getuigenverklaringen, ook die de commissie via anderen verstrekt heeft gekregen, herleid kunnen worden tot reguliere hulpverleners.”

Er zijn wel „verschillende Israëliërs” op het rampterrein geweest. Dat waren drie managers van El Al en de Israëlische ambassadeur. „Geen van deze personen droeg witte kleding.” Deze drie personen hebben tegenover de commissie verklaard dat geen andere Israëli's de rampplek hebben bezocht. „De commissie heeft geen reden daaraan te twijfelen.”

Cockpit-voicerecorder
Wel stelt de commissie vast dat „voor een aantal getuigenissen geen verklaring kan worden gevonden.” Bovendien vinden de commissieleden dat de Tweede Kamer „onjuist en onvolledig” is geïnformeerd door minister Sorgdrager van Justitie.

Mysterieus was ook het verdwijnen van de cockpit-voicerecorder. De commissie concludeert dat het Bureau Vooronderzoek van de Rijksluchtvaartdienst „onvoldoende” heeft gezocht. Deze dienst had ook aangifte van de vermissing moeten doen en het openbaar ministerie had er actiever op moeten reageren. Het verdwijnen van de recorder blijft een mysterie. Hij is aan boord geweest en kan niet zijn verbrand. Dat hij op een van de stortlocaties ligt, acht de commissie „onwaarschijnlijk.” Al het onderzoek met behulp van tips „heeft tot op de dag van vandaag niets opgeleverd”, moet de commissie vaststellen.

El Al
De rampenbestrijding verliep „adequaat.” De verschillende diensten zijn tijdig gealarmeerd, waren snel ter plaatse en hebben hun werk goed gedaan.

De commissie spreekt wel haar zorg uit over de speciale positie van El Al op Schiphol. Zij vindt het begrijpelijk dat El Al, in verband met „een verhoogde dreiging van terroristische aanslagen”, een speciale positie ten aanzien van de beveiliging heeft. Maar er zijn ook „signalen” die aangeven dat er „in de praktijk een situatie is ontstaan die verder gaat dan alleen een speciale positie met betrekking tot de beveiliging.” Tegen een „eigen staatje” voor El Al op Schiphol moet de overheid „in voorkomende gevallen optreden”, vindt de commissie.