Binnenland 6 maart 1999

Eerdere berichtgeving

Zie ook: Veel politici verschijnen voor Bijlmercommissie

Waarschijnlijk geen extra risico's door lading

Ernstige ziektes onder
betrokkenen 'Bijlmer'

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Ten minste twaalf betrokkenen bij de Bijlmerramp lijden aan een zeer zeldzame auto-immuunziekte. Bovendien is bij zestig KLM-medewerkers die hebben gewerkt in de hangar met de brokstukken van de ramp-Boeing het chronisch vermoeidheidssyndroom vastgesteld. Een direct verband met eventuele schadelijke stoffen die bij de ramp zijn vrijgekomen, kan niet worden gelegd. De vermoedens gaan echter wel die richting uit.

Dat bleek gistermiddag tijdens de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie. Het is voor het eerst in het bestaan van de commissie dat van officiële zijde wordt aangegeven dat onder Bijlmerbewoners, hulpverleners en KLM-medewerkers een opvallend aantal identieke gezondheidsproblemen voorkomen. Wel circuleerden al jaren hardnekkige verhalen in de Bijlmer over de meest uiteenlopende afwijkingen die het gevolg van de ramp zouden zijn. Voor de Tweede Kamer waren ze in 1997 aanleiding om een onderzoek in te laten stellen.

Dat onderzoek, uitgevoerd door het AMC, leverde alleen een groot aantal meldingen van post-traumatische stress op. Gistermiddag bleek dat AMC-specialisten ook twaalf gevallen van auto-immuunziekte op het spoor zijn. Dat is uitzonderlijk veel. De ziekte komt normaal bij 1 op de 4000 mensen voor. Opvallend is ook dat de meeste patiënten mannen zijn. Van de ziekte was tot nu toe bekend dat er negen keer zo veel vrouwen als mannen aan lijden.

Geen genezing
Auto-immuunziekte komt in verschillende vormen voor. Het AMC heeft diverse varianten aangetroffen. De overeenkomst is dat de ziekte het afweersysteem van het lichaam ontregelt. Daardoor valt het eigen, gezonde cellen aan. De ziekte kan jaren sluimeren. Als ze niet vroegtijdig wordt herkend, kan ze blijvende schade aan het lichaam toebrengen, met name aan de nieren. Genezing is niet mogelijk, wel bestrijding van de ontstekingen waarmee de ziekte gepaard gaat.

AMC-patholoog J. Weening, die expert is op het gebied van auto-immuunziekten, verwacht niet dat er na de twaalf gevonden gevallen nog veel bij zullen komen. De patiënten die hij wist te traceren, waren allen al onder behandeling van een arts. Daarom is er volgens hem geen reden voor paniek.

Een van de veroorzakers van de ziekte kan uranium zijn. Dat wil niet zeggen dat dat ook bij de slachtoffers van de Bijlmerramp het geval is. Deskundigen hebben tot nu toe steeds verklaard dat het verarmd uranium dat mogelijk bij de brand is vrijgekomen, zeer geringe risico's heeft opgeleverd.

Alle huisartsen
Weening stelde eerder aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor alle huisartsen in Nederland te informeren over auto-immuunziekten. De inspectie weigerde dat. Het ligt voor de hand dat de enquêtecommissie het voorstel nu in haar aanbevelingen zal opnemen. De bewoners van de vernielde flats in de Bijlmer wonen nu verspreid over heel Nederland. Het waarschuwen van alle huisartsen brengt mogelijk nieuwe gevallen aan het licht.

Uranium als mogelijke boosdoener werd ook genoemd door de Amsterdamse internist R. Kurk. Hij heeft sinds 1997 bij zestig KLM-medewerkers die in hangar 8 hebben gewerkt, een bloedafwijking geconstateerd. Deze afwijking veroorzaakt het chronische vermoeidheidssyndroom.

Bekend is dat in hangar 8 stofresten van verarmd uranium aanwezig waren Maar Kurk durfde geen direct verband te leggen tussen de gezondheidsklachten en het uranium. De concentraties in de hangar waren zo laag dat de bloedafwijkingen vanuit wetenschappelijk oogpunt moeilijk aan het uranium kunnen worden toegeschreven. Een complicatie is ook dat sommige zieke medewerkers maar enkele uren in de hangar waren, terwijl anderen die er wekenlang werkten, niets mankeren.

Ook commissievoorzitter Meijer vindt het nog te vroeg om conclusies trekken. „Er blijven veel onzekerheden.” Daarom lijkt het aannemelijk dat de commissie in haar eindrapport zal voorstellen nader onderzoek te laten verrichten. Door diverse deskundigen werd dat ook bepleit.

Lading
Internist Kurk zei weinig te kunnen met de bewering van een Amerikaanse hoogleraar dat de slachtoffers van de Bijlmerramp lijden aan het Golfoorlogsyndroom. Kurk noemde dat „zeer speculatief.”

Commissievoorzitter Meijer deelde op zijn wekelijkse persconferentie mee dat de ladingpapieren intussen door twee medewerkers van de Economische Controledienst zijn onderzocht. Het onderzoek heeft geen verontrustende feiten aan het licht gebracht. Dat betekent volgens Meijer dat de lading waarschijnlijk geen extra risico's heeft opgeleverd.

Als de brand schadelijke gevolgen heeft gehad, komt dat door de verbranding van de kerosine en materialen van de flats. Daarmee lijkt definitief een eind te zijn gekomen aan een veelheid van speculaties over geheimzinnige stoffen aan boord van het vliegtuig die veel bewoners en hulpverleners ziek zouden hebben gemaakt.