Enquêteleider Meijer
verhoort eigen ex-baas

Het gaat om getuige P. J. Verkerk, hoofdinspecteur milieuhygiëne bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Tot ruim 2 jaar geleden werkte de huidige commissievoorzitter Meijer als medewerker van Verkerk bij de milieu-inspectie. In 1996 trad hij voor het CDA toe tot de Tweede Kamer.

Volgens bronnen op het departement loopt tussen Meijer en Verkerk de afspraak dat Meijer na beëindiging van zijn kamerlidmaatschap kan terugkomen bij de milieu-inspectie. Voorlopig zal daarvan geen sprake zijn. Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van vorig jaar werd Meijer met 16.390 voorkeurstemmen gekozen.

Toch maakt vooral de terugkeerregeling Meijers aandeel in het openbare verhoor van Verkerk tot een riskante onderneming. Iemand die zijn mogelijk toekomstige baas aan een kruisverhoor moet onderwerpen, kan niet worden geacht helemaal objectief te zijn. Het is de vraag in hoeverre dat kan als het gaat om het verhoren van een ex-chef.

In de Bijlmerenquête zijn objectiviteit en onafhankelijkheid inmiddels gevleugelde begrippen. De Bijlmerramp en de politieke en ambtelijke afwikkeling daarvan vormen toch al een bron van complottheorieën. Bovendien stelde de enquêtecommissie herhaaldelijk bijna hoofdschuddend een schrijnend gebrek aan echt onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van de ramp vast.

Geen regeling
Meijer erkent desgevraagd dat Verkerk zijn „voormalige meerdere” is, maar ontkent dat er sprake zou zijn van een terugkeerregeling. De CDA-parlementariër signaleert derhalve „geen integriteitsprobleem” ten aanzien van het verhoren van de hoofdinspecteur.

Een woordvoerder van de parlementaire enquêtecommissie wijst erop dat er tot voor kort een algemene regeling bestond die het voor oud-rijksambtenaren mogelijk maakte na afloop van een kamerlidmaatschap terug te keren op hun oude stek in de ambtelijke organisatie. Die regeling werd vorig jaar echter teruggedraaid toen de Tweede en de Eerste Kamer akkoord gingen met een initiatiefwetsvoorstel van de kamerleden Remkes, Zijlstra en Scheltema.