Binnenland

„Conciërges worden uitgebuit”

Door E. van Dijkhuizen
ROTTERDAM – Hij opent, sluit, zet koffie, kopieert, repareert, vangt telaatkomers op, verleent EHBO en dient als praatpaal voor leerlingen én leraren. De conciërge: iedereen op school kent hem en iedereen heeft 'm nodig. Hij krijgt doorgaans veel waardering, maar weinig salaris. Conciërge Jan van der Schee is het beu. Hij probeert een landelijke actie te ontketenen voor meer loon. „We worden uitgebuit.”

Rustig is het in de gangen van de Rotterdamse Johannes Calvijnscholengemeenschap. „Vandaag wordt er geen les gegeven, er zijn alleen mondelinge tentamens”, legt Van der Schee onderweg naar de lerarenkamer uit. Een deur gaat open. „Ik zie aan je huppel dat het goed ging”, lacht de 46-jarige conciërge tegen het havo-meisje. „Een 7,7”, zegt ze opgelucht. Van der Schee steekt zijn duim op: „Klasse.” Het voorvalletje typeert de omgang van de Calvijn-conciërge met de leerlingen. „Ik probeer er voor iedereen te zijn. Dat waarderen ze, die jongelui. Met Kerst krijg ik meer kaarten van ze dan ieder ander hier op school.”

Hoe blij Van der Schee met die waardering ook is, hij kan er niet van leven. Dat moet-ie van z'n salaris en daar is de Rotterdammer zwaar ontevreden over. „Krap 2100 gulden netto per maand”, zegt hij zonder aarzeling. „Inclusief reisgeld en een EHBO-toeslag van 16,80 gulden.” Van der Schee zit in schaal 3 van de onderwijs-CAO, normaal voor een gewone conciërge. Een hoofdconciërge –alleen grote scholen hebben er een– valt in schaal 4. „Dat is het absolute maximum”, zegt Van der Schee, „terwijl ik vind dat wij moeten kunnen doorgroeien naar schaal 5.”

Enige vaste waarde
Volgens de Rotterdammer is de beloning voor conciërges nog steeds gebaseerd op een functiewaardering van 10, 15 jaar geleden. „Toen zag ons werk er veel eenvoudiger uit. Er was op elke school een directie voor de dagelijkse leiding en de conciërge had zijn eigen taken. Door fusies en bezuinigingen komt het nu voor dat de conciërge ingrijpende beslissingen moet nemen omdat hij als enige elke dag op school aanwezig is.”

Van der Schee maakt die situatie zelf mee. „Er is hier 75 tot 80 procent van de week geen schoolleiding, omdat die op een van de andere locaties vergadert. Ook leraren komen hier soms maar een paar uurtjes, om dan weer te verdwijnen naar een ander gebouw. Ik ben zogezegd de enige vaste waarde. Niet dat ik dat erg vind, maar bij meer verantwoordelijkheid hoort ook meer salaris.”

Een werkdag begint voor Van der Schee om kwart over zeven en eindigt niet voor half vier. Twaalf tot vijftien keer per jaar een avond en af en toe een zaterdag moet hij opdraven voor vergaderingen of schoolfeesten. Bereikbaar moet de conciërge zeven dagen per week zijn, want bij calamiteiten, zoals een kapotte ruit, brand of inbraak, wordt hij het eerst gebeld.

In toenemende mate schuiven directies taken naar conciërges omdat die lekker goedkoop zijn, meent Van der Schee. „Sommige gaan nog een stap verder en laten conciërgetaken uitvoeren door mensen die als kantinemedewerker of schoonmaker op de loonlijst staan. Dan praat je over schaal 1 en 2. Drukken de salarissen van het onderwijsondersteunend personeel echt zo zwaar op de begroting dat er niet meer geld af kan?”

Landelijk comité
Al bijna een jaar probeert Van der Schee zijn probleem, en dat van veel collega's, op de politieke agenda te krijgen. Tot nu toe zonder succes. Brieven aan de ministers Ritzen en Hermans bleven onbeantwoord of leverden een „nietszeggende reactie” op. Vervolgens verzamelde Van der Schee in recordtijd 3000 handtekeningen van collega's en sympathiserende leraren, overhandigde die aan de vaste kamercommissie voor onderwijs, maar ook die actie bleef vruchteloos. Zijn derde poging, een brandbrief aan alle fractievoorzitters in de Kamer, leverde alleen een reactie van CDA, SGP en RPF op. Ze hangen, zichtbaar voor iedereen, in de conciërgeloge. Alledrie de partijen uiten hun begrip voor Van der Schee en zijn collega's en wensen hen „sterkte in hun zware baan.”

Het SP-kamerlid H. van Bommel heeft zich het lot van de ontevreden conciërges daadwerkelijk aangetrokken. Sinds vorige week is hij coördinator van het door Van der Schee opgerichte Conciërge Comité. De club gaat een zwartboek aanleggen met meningen, klachten en ervaringen van conciërges. Daartoe worden volgende week „ten minste honderd” middelbare scholen aangeschreven. Nog voor de zomer wordt het zwartboek overhandigd aan minister Hermans.

Doorvechten
Ondanks alle kritiek en frustratie doet Van der Schee zijn werk met plezier. „Ik heb enorm veel vrijheid, ben eigenlijk schoolleider van dienst.” De Calvijn-leraren steunen hem in zijn actie. „Zelfs de directie legt me geen strobreed in de weg.” De Rotterdamse conciërge is vastbesloten dit keer door te vechten tot het eind. „Ik ben verbaasd over mezelf dat ik me zo in de zaak vastbijt.” Aan staken om zijn doel te bereiken, denkt Van der Schee geen moment. „Dat middel hebben conciërges niet nodig”, zegt hij met een schuin lachje. „Een stiptheidsactie is genoeg, dan ligt de schoolorganisatie al na een paar dagen plat.”