Minister De Grave serveert woordvoerder Kreemers af
De kamikaze van een topambtenaarDoor B. J. Spruyt DEN HAAG Hij was uit op eerherstel, maar beging zo'n ondoordachte daad dat hij inmiddels uit zijn functie is ontheven. Defensiewoordvoerder B. Kreemers pleitte deze week voor een parlementaire enquête naar de Srebrenica-affaire, omdat het tot nog toe verrichte onderzoek ontoereikend is geweest. Minister De Grave zegde hem gistermiddag de wacht aan. H. P. M. (Bert) Kreemers (43) werd ervan beschuldigd de media tijdens en na de val van Srebrenica te hebben gemanipuleerd. Hij zou informatie niet hebben verstrekt of gekleurd hebben doorgegeven. In politieke kringen heet zo'n persoon een spin doctor: iemand die door een overheid is ingehuurd om pijnlijke informatie af te lakken en de media zo te bespelen dat er in de kranten, op radio en televisie een zo rooskleurig mogelijk beeld van die overheid ontstaat. Kreemers werd in de media zelf als zo'n spin doctor afgeschilderd en ook door sommigen op het departement zo gezien. Kreemers, een vertrouweling van de vroegere minister Ter Beek (PvdA), heeft als plaatsvervangend directeur van de afdeling voorlichting minister Voorhoeve door dik en dun verdedigd tijdens de Srebrenica-affaire. Bij zijn aantreden werd de nieuwe bewindsman, de VVD'er De Grave, echter direct overvallen door nieuwe onthullingen over Srebrenica. Om meer greep te krijgen op de informatiestroom trok hij op de afdeling voorlichting van zijn departement de teugels strak aan. De boodschap luidde dat loslippigheid inzake Srebrenica of openlijke kritiek op het departement niet zou worden getolereerd. Enthousiasme Kreemers verloor eigenlijk direct zijn invloedrijke positie. Hij werd, zonder promotie te maken, overgeplaatst naar Clingendael, een instituut voor de studie van internationale betrekkingen. Hij zou daar per 1 september in dienst treden, en zou tussentijds worden belast met de regie van het maatschappelijk debat over de toekomst van de Nederlandse krijgsmacht. Maar Kreemers nam daarmee geen genoegen. Hij behoort tot de moderne generatie van woordvoerders, die eerder een teveel dan een tekort aan enthousiasme valt te verwijten. Zij bewaren niet de nodige distantie tot hun departement en de bewindspersoon, maar hebben de neiging zich volledig met hen te identificeren. Daardoor maken zij zich uiteindelijk zeer kwetsbaar. Kreemers wilde zijn naam zuiveren en greep daartoe naar een zeer opmerkelijk middel. Hij publiceerde een stuk op de opiniepagina van NRC Handelsblad. Daarin pleitte Kreemers voor een parlementaire enquête over Srebrenica. Hij bekritiseerde het zogeheten debriefingsonderzoek dat Defensie zelf in het najaar van 1995 heeft verricht onder de Nederlandse Dutchbat-militairen die de val van de moslimenclave hebben meegemaakt. De voorlichter, die in 1995 'Srebrenica' voor zijn rekening nam, schreef het slecht te vinden dat de landmacht zelf haar eigen mensen heeft onderzocht. Verder wees Kreemers er in het stuk op dat de landmacht de toenmalig minister Voorhoeve slecht heeft geïnformeerd. Zo wist de minister en zo wist ook Kreemers zelf onvoldoende wat Dutchbat in die dramatische julidagen van 1995 precies had gedaan of had waargenomen. Kreemers wist van nabij dat Voorhoeve informatie is onthouden omdat de bewindspersoon anders naar de majesteit zou gaan (dat wil zeggen, zijn ontslag zou indienen). De betrokken hoofdpersonen, aldus Kreemers, hebben in de nasleep van Srebrenica valse verklaringen afgelegd. Reikwijdte Het ingezonden stuk in NRC Handelsblad riep verbazing op. En dat schrijft de man die als woordvoerder jarenlang het apaiserende (sussende, red.) defensieverhaal heeft uitgedragen!, was een van de reacties in de media. Dat Kreemers uit was op rehabilitatie, werd al snel vermoed. Maar zijn actie en de timing daarvan blijven onbegrijpelijk. Kreemers heeft zich verdedigd met de opmerking dat hij in de krant hetzelfde heeft geschreven als wat hij in augustus vorig jaar voor de commissie-Van Kemenade heeft verklaard. Dat is nog waar ook, maar hij moet beter weten dan wie ook althans op nuchtere momenten dat de reikwijdte van een krantenartikel altijd veel breder is. Bovendien wacht de Tweede Kamer een onderzoek van het RIOD en een eigen onderzoek naar de politieke besluitvorming af voordat het de vraag naar de noodzakelijkheid van een enquête wil beantwoorden. De Grave, die beloofde dat hij openlijke kritiek van zijn generaals of topambtenaren niet meer ongestraft zou laten, hield woord en zegde in de persoon van secretaris-generaal D. Barth woordvoerder Kreemers gisteren de wacht aan. Kreemers blijft wel belast met de discussie over de toekomst van de krijgsmacht. Per 1 september stapt hij over naar Clingendael, maar zijn rol op Defensie lijkt uitgespeeld. Nu hij met onmiddellijke ingang ook formeel van zijn functie als plaatsvervangend directeur is ontheven, lijkt zijn terugkeer onwaarschijnlijker dan ooit. Daad van moed De politieke reacties waren zeer voorspelbaar. Het CDA prees Kreemers om zijn persoonlijke daad van moed en zei gistermiddag bij monde van chief whip Hillen dat het nu van tweeën een is: of Kreemers heeft ongelijk wanneer hij zegt dat we nog steeds niet alle informatie over Srebrenica hebben (en dan moet De Grave zijn betoog ontzenuwen) of hij heeft wel gelijk en dan moet De Grave die gegevens alsnog verstrekken. De coalitiefracties negeerden het verzoek om een enquête en dat is jammer, want, zo schreef de commentator van de NRC deze week, de nationale component van de Srebrenica-zaak begint inmiddels dusdanige vormen aan te nemen, dat de terughoudende rol die de Kamer zichzelf heeft aangemeten bizarre trekken gaat vertonen. De reacties van VVD, PvdA en D66 tonen bovenal het gelijk aan van voormalig super-pg Docters van Leeuwen, die onlangs zei dat de coalitiedwang de waarheidsvinding soms in de weg zit. |