Binnenland

Inhoud laadruim deze week centraal in enquête

Gifgas, raketten,
parfum en nog meer

Door W. G. Hulsman
AMSTERDAM – Ruim 114.000 kilo vracht moet deze week ontrafeld worden. Wat zat er in het laadruim van de neergestorte El Al-Boeing? De enquêtecommissie Vliegramp Bijlmer heeft dat onderwerp deze dagen als thema in de verhoren. Zal er eindelijk helderheid komen?

Veel mensen zien daar naar uit: brandweerlieden, andere hulpverleners en bewoners van de Bijlmer die over gezondheidsklachten klagen. Maar vooral de enquêtecommissie zelf wil klaarheid.

In de verklaringen die onder ede over de lading zijn gedaan, lijken voor 'niet-ingewijden' tegenstrijdigheden te zitten. De onderzoekers Wolleswinkel (Rijksluchtvaartdienst) en Erhart (El Al) ontkenden voor de commissie ten stelligste dat er giftige stoffen in het vliegtuig zaten, maar er klinken nog steeds andere geluiden.

Vragen blijven: Bleven er toch giftige stoffen in het toestel? Zo ja, welke? Dekten de papieren de lading? Wat gebeurde er met de vrachtbrieven? Waarom 'landde' het toestel niet op het IJsselmeer? Wilden de piloten soms per se op de ongunstig gelegen Buitenveldertbaan landen omdat zij het onbekende deel van de lading in veiligheid moesten brengen ? Nog altijd lijkt niemand te weten waaruit de laatste 20.000 kilo lading bestond. Complottheorieën blijven een voedingsbodem houden. Er blijft onzekerheid leven.

Verloop
Onduidelijkheid over de lading is er vanaf het begin van de Bijlmeraffaire op 4 oktober 1992. Direct na de ramp meldt de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat Maij-Weggen dat het toestel taxfree-artikelen en een ongevaarlijke militaire lading vervoerde. De waarheid, een leugen of wist zij niet beter? Eind oktober al blijkt uit een snipper papier op de rampplaats dat het toestel militaire uitrusting vervoerde.

In september 1993 ontstaat de eerste, grote commotie. Minister Maij-Weggen geeft toe dat 10 ton van de in totaal 114,7 ton lading in de categorie ”gevaarlijk” valt. Bij het vervoer zou echter wel aan de internationale regels zijn voldaan.

Minister Maij-Weggen ontkent ook lang dat het vliegtuig uranium aan boord had als contragewicht, maar in oktober 1993 blijkt dat er toch 385 kilo verarmd uranium in het El Al-toestel zat. Ruimers hebben op de rampplek resten van het uiterst giftige spul met standaard handschoenen verzameld. Ruim 225 kilo van het uranium komt nooit boven water. Waar bleef het ? Verbrand, verwaaid of afgevoerd met afgegraven zand?

Tot halverwege de jaren '80 is het volstrekt normaal dat vliegtuigen verarmd uranium als contragewicht voor de bediening van de roeren aan boord hebben. Door de hoge soortelijke dichtheid heeft een kleine hoeveelheid al veel gewicht. Sindsdien is veel van dit uranium vervangen door wolfraam.

De geruchtenstroom gaat door. Een halfjaar later, begin 1994, beweren beladers in New York en Amsterdam dat de Boeing zeker drie pallets met munitie en militaire goederen aan boord had.

En op de avond van 14 mei 1996 zit een aantal mensen in Den Haag onrustig te draaien op hun stoel: het tv-programma NOVA heeft onthuld dat de officiële instanties een deel van de lading van het El Al-toestel nooit hebben onderzocht. Minister Jorritsma zegt in een spoeddebat meer duidelijkheid toe en probeert de lijst met gevaarlijke stoffen die in het vliegtuig hebben gezeten van El Al of de Israëlische autoriteiten te krijgen.

In de Tweede Kamer blijven vragen leven. Het parlement stelt daarom 2 maanden later een werkgroep in die eventueel gesjoemel met de vrachtbrieven moet onderzoeken.

Niet onderzocht
Op 4 augustus 1996 komt Nova met een nieuwe prikkel: van 36 ton van de lading blijken geen vrachtbrieven aanwezig te zijn in het dossier van het Bureau vooronderzoek van de Raad voor de Luchtvaart. En de Economische Controledienst (ECD) heeft slechts onderzoek gedaan naar 7 ton van de lading.

Dezelfde maand toont Nova aan dat er verschillende versies van de vrachtbrieven circuleren. Het openbaar ministerie in Haarlem is dan al een onderzoek gestart naar mogelijke fraude met de vrachtbrieven, maar komt tot de conclusie dat er geen sprake is van malversatie. Later in oktober 1997 start Jusititie een nieuw onderzoek. Dezelfde maand vraagt minister Jorritsma aan El Al weer om opheldering over de vrachtbrieven.

In oktober 1997 stelt minister Jorritsma de commissie-Hoekstra in, die onderzoek moet doen naar de manier waarop na de ramp informatie is verzameld. De lading maakt ook deel uit van dat onderzoek. In juni of juli 1998 zullen zij rapporteren.

Een Israëlische krant roert zich. In januari 1998 komt de Yediot Aharonoth met de bewering dat de Boeing toch sidewinderraketten aan boord had. El Al houdt het echter op reserveonderdelen voor straaljagers en andere militaire goederen.

April 1998 overhandigt Israël aan minister Jorritsma de militaire documenten over de lading, maar op 21 april 1998 blijkt dat het alleen om het grootste deel van de vrachtbrieven gaat. Een dag later tekent zich in de Tweede Kamer een meerderheid voor een enquêtecommissie over de Bijlmerramp af.

Dan –juli 1998– komt de belangrijke conclusies van de commissie-Hoekstra: Het onderzoek naar de lading is te laat begonnen.

Stellig
Een halfjaar lang blijft de geruchtenstroom doorgaan. Bewering zus, bewering zo. Echte commotie over de lading ontstaat als ten slotte de enquêtecommissie haar werk doet. Eerst blijkt dat al op de avond van de ramp grotendeels bekend was wat zich in het vliegtuig bevond. Tegenstrijdig zijn de verklaringen over de giftige stoffen. RLD-onderzoeker Erhart en RLD-onderzoeksleider Wolleswinkel ontkennen ten stelligste dat de Boeing gevaarlijk stoffen aan boord had. Volgens hen en andere getuigen heeft een El Al-medewerker in de consternatie na de ramp uit een verkeerde vrachtbrief voorgelezen.

De nieuwste uitspraak komt uit Israël. Gisteren zei het hoofd burgerluchtvaart in Israël, Yarkoni, dat de 20 ton lading waarover tot nu toe gedetailleerde informatie ontbrak, geen gevaarlijke stoffen bevatte. Hij overhandigde de parlementaire enquêtecommissie gisteren nieuwe, onbekende vrachtdocumenten.

Stap voor stap wordt de lading ontrafeld. Wellicht weet de commissie eind deze week alles.