Binnenland

Eerdere berichtgeving

Nederland en Israël intensief in gesprek

Jorritsma verbindt
positie aan enquête

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Minister Jorritsma van Economische Zaken zal aftreden als uit de parlementaire enquête Vliegramp Bijlmermeer blijkt dat haar iets te verwijten valt. Dat beloofde zij gisteren tijdens een VVD-bijeenkomst in Heerhugowaard. Overigens acht de bewindsvrouw de kans dat de enquête haar politieke blazoen zal besmetten gering.

Jorritsma was in het eerste paarse kabinet (1994-1998) minister van Verkeer en Waterstaat. Zij vervulde een belangrijke rol bij het onderzoek naar de Bijlmerramp. De Tweede Kamer raakte in de loop van deze kabinetsperiode steeds meer geïnteresseerd in de vaagheden die bleven over de toedracht en de afwikkeling van de ramp. Kamerleden bestookten Jorritsma met kamervragen.

Het informeren van de Tweede Kamer is volgens Jorritsma steeds goed gebeurd. „Ik loop lang genoeg mee om te weten dat je de Kamer niet mag voorliegen”, zei de bewindsvrouw gisteravond. Ze verwacht niet dat de Bijlmerenquête het einde van haar ministerschap zal inluiden. Momenteel is Jorritsma vice-premier en minister van Economische Zaken.

Jorritsma is ervan overtuigd dat zij de Kamer goed heeft ingelicht over het verarmd uranium dat de gecrashte El Al-Boeing als contragewicht aan boord had. Vorige week kwam een dagjournaal van de luchtvaartpolitie openbaar. Daaruit bleek dat de Rijksluchtvaartdienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat reeds 3 dagen na de ramp wist van het verarmd uranium, terwijl Jorritsma de Kamer in 1997 nog voorhield dat dat pas na een jaar het geval was.

Tot dusver heeft Jorritsma nog niet veel nieuws gehoord tijdens de openbare verhoren, zei ze gisteravond. Alleen het bandje waaruit bleek dat medewerkers van de Rijksluchtvaartdienst informatie over de lading „onder de pet” hielden, was voor haar nieuw. Mochten er nog onthullingen komen die haar politieke gezag ondergraven, dan zal ze aftreden. „Dan hoor je de consequenties te trekken.”

Vriendschap
De Nederlandse ambassadeur in Israël, J. van Hellenberg Hubar, heeft gisteren in Jeruzalem over de parlementaire enquête Vliegramp Bijlmermeer een gesprek gehad met directeur-generaal E. Ben-Tsur van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken. Op de agenda stond de invloed die de enquête heeft op de betrekkingen tussen beide landen.

In een verklaring over het overleg benadrukt het Israëlische ministerie „de vriendschap die kenmerkend is voor de banden tussen Nederland en Israël.” „Het is duidelijk dat van beide kanten alles wordt gedaan om te voorkomen dat de relatie wordt geschaad.” De Nederlandse ambassadeur wilde daaraan van zijn kant niets toevoegen.

Opnieuw zegde Israël alle medewerking toe aan het onderzoek. Over de exacte inhoud van het gesprek tussen de Nederlandse ambassadeur en de hoogste ambtenaar van Buitenlandse Zaken zijn verder geen mededelingen gedaan.

Speciale gezant
A. Yarkoni, het hoofd van de burgerluchtvaart in Israël, sprak vandaag achter gesloten deuren met de enquêtecommissie. De Israëlische ambassadeur in Nederland, Y. Gal, woonde het gesprek bij. Yarkoni is de speciale gezant van de Israëlische transportminister Yahalom, die vorige week in forse bewoordingen het „antisemitisme” hekelde dat de enquête zou veroorzaken. Yahalom zond Yarkoni naar Nederland om te spreken over de crisis in de verhouding tussen Israël en Nederland.

Volgens de Israëlische krant Ha'aretz van gisteren geeft Yarkoni de enquêtecommissie duidelijkheid over de mannen in witte pakken en de 20 ton lading die nooit is teruggevonden of vastgesteld. Ook zal Yarkoni volgens het dagblad de identiteit van een veiligheidsagent ter sprake brengen die tijdelijk deel uitmaakte van een onderzoeksteam van de politie.