Binnenland

„Israëli's zijn net Belgen; ze lijken dom, maar zijn o zo slim”

Vrij baan voor El Al

Door R. Pasterkamp
Over El Al praat je niet, is de Nederlandse luchtverkeersleiders ingeprent. Naar El Al vraag je niet, geldt als regel op Schiphol. Naar aanleiding van de Bijlmerenquête onderzoeken de ministeries van Defensie en Justitie de speciale positie van de Israëlische luchtvaartmaatschappij. De privileges bestaan al jaren. En kan El Al op Schiphol een potje breken, de staat Israël kan geen kwaad doen bij de Nederlandse regering. „Als je iets nodig hebt, bel je maar.”

Israël is in volslagen paniek. We schrijven oktober 1973. De verhoudingen in de Yom Kippoer-oorlog zijn totaal zoek. Egypte staat met een troepenmacht van 100.000 man en 1100 tanks aan de boorden van het Suezkanaal, terwijl Syrië op de Golanhoogte een offensief begint met 75.000 man en 1400 tanks.

De Israëlische verdedigingszone aan het Suezkanaal (de Bar-Lev-linie) telt slechts achtduizend man en ongeveer 150 tanks. In het noorden moet Syrië worden gekeerd met 'maar' zesduizend soldaten. Tot overmaat van ramp is de Israëlische luchtmacht niet onbeperkt meester in het luchtruim. Door de Arabische luchtafweersystemen, met name de mobiele Sam-6- en Sam-7-raketten, worden vele tientallen Israëlische vliegtuigen uit de lucht geschoten.

Premier Golda Meïr van Israël zoekt steun bij de Amerikanen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger voelt weinig voor inmenging in de vierde Israëlisch-Arabische oorlog. Hij laat Meïr weten in de eerste plaats minister te zijn, daarna Amerikaans staatsburger en tenslotte ook nog Jood. Waarop Meïr volgens de overlevering antwoordt: „Geeft niet, beste jongen. Wij lezen toch van achteren naar voren.”

De steun komt er. Uiteindelijk vertrekken witgeschilderde El Al-toestellen vol met Hawk-raketten en munitie vanaf een basis in New Hampshire.

Pinnen
De ambassadeur van Israël in Nederland werpt ook een visje uit bij de regering-Den Uyl. Hij vindt bij minister Vredeling van Defensie een gewillig oor. „Wat kunnen we voor u doen?” De munitiebunkers van de land- en luchtmacht in het Brabantse Alphen en Riel worden leeggehaald. Iedere nacht landen op de militaire vliegbasis Gilze-Rijen toestellen van El Al. In plaats van de berekende vrachtcapaciteit van 42 ton nemen de Boeings 707 maar liefst 57 ton aan wapens en munitie mee.

„Gelukkig zaten de pinnen van die motoren toen beter vast”, zegt journalist Frans Peeters met gevoel voor understatement. Peeters, werkzaam bij Het Parool in Amsterdam, is auteur van het vorig jaar verschenen boek ”Gezworen Vrienden”. Daarin beschrijft hij het „geheime bondgenootschap” tussen Nederland en Israël. „In tijden van nood leer je je vrienden kennen. Iedere keer in de jonge geschiedenis van de staat zie je dat Israël steun zoekt bij Nederland.”

Onder de voet
Yom Kippoer is een sprekend voorbeeld. Maar ook eerder stond ons land klaar, beschrijft Peeters. In de Zesdaagse Oorlog van 1967 dreigde Egypte, met in het kielzog Syrië en Jordanië, buurland Israël onder de voet te lopen. Dictator Nasser had een leger van 100.000 man samengetrokken in de Sinaï. Israël wilde aanvallen, maar vreesde dat zijn Centurion-tanks zouden vastlopen in het woestijnzand. Er waren reserveonderdelen nodig, vooral motoren.

Peeters: „Men wendde zich tot staatssecretaris J. Haex van Landmachtzaken. Nederland en Israël werkten in die tijd samen aan de verbetering van de Centurion. Wij hadden er bijna zevenhonderd, zij ongeveer 250. Haex overlegde met Luns en korte tijd later werden tachtig reservemotoren via Schiphol naar Israël gevlogen.”

Bovendien gingen in 1967 via Gilze-Rijen ook nog Franse vliegtuigonderdelen, luchtdoelkanonnen en munitie voor de Zesdaagse Oorlog die kant op, aldus Peeters. „Het staat nergens in de logboeken van de militaire vliegbasis. De onderneming was niet zonder gevaar. De Israëlische bemanningen hadden te weinig tijd gehad om de El Al-toestellen om te bouwen tot een vrachtuitvoering. Gaf niks. De munitiekisten werden zo in de passagiersstoelen gezet en met veiligheidsriemen vastgezet. Kon wel, vond de luchtmacht. In oorlogstijd ga je wat soepeler om met de voorschriften.”

Patriots
Nederland en Israël kunnen bogen op een goede relatie, zoveel is duidelijk. Het bondgenootschap is nog altijd innig, zegt Peeters. „Er geldt: Als je iets nodig hebt, bel je maar. Toen in 1991 het land door Iraakse Scud-raketten werd bestookt, stonden de Patriot-raketten rond Jeruzalem. Vorig jaar nog, toen de spanning tussen de Verenigde Staten en Irak opliep, bood Nederland weer onmiddellijk de Patriots aan.”

In het verlengde van de gedachte dat Israël in tijden van nood moet worden geholpen, is het logisch dat er bepaalde privileges zijn, meent Peeters. El Al kan wat dat betreft een potje breken.

De speciale behandeling dateert vooral van na de Yom Kippoer-oorlog van 1973. Dat strookt met verklaringen van luchtverkeersleiders onlangs voor de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer dat het sinds 1973 „niet gepast is vragen over El Al te stellen.” Zo kon het gebeuren dat zeven verkeersleiders in 1992 informatie over de gevaarlijke lading van de neergestorte El Al-Boeing angstvallig geheim hielden.

Getuigen bij de enquêtecommissie vertelden dat El Al op Schiphol een bijzondere status genoot. „Israëliërs maken er de dienst uit. Mensen van Schiphol, de marechaussee en de douane zag je niet. Alles werd geregeld door veiligheidsagenten van El Al. Daar moeten afspraken met de overheid over zijn.” Volgens het ministerie van Defensie moeten afspraken daarover dateren van na 1994. „Toen nam de marechaussee de bewaking van Schiphol over.”

Baan 27
El Al heeft naast baan 27 op Schiphol een eigen terminal, die wordt bewaakt door stevig bewapende Israëlische veiligheidsagenten. Dit terwijl alleen de Koninklijke Marechaussee op de luchthaven zichtbaar wapens mag dragen. Voor wat hoort wat: Nederlandse marechaussees zijn de enige buitenlanders die het recht hebben in Tel Aviv bewapend op te treden.

Ieder vertrekkend en aankomend toestel van El Al wordt op Schiphol begeleid door een pantserwagen van de politie. Rond ieder vliegtuig met de davidster op het staartstuk liggen twee denkbeeldige ringen: in de buitenste ring opereert de Nederlandse politie, de binnenste ring is het domein van de Israëlische veiligheidsdienst. Dit alles om terroristische aanslagen te voorkomen.

Opvallend detail in dit verband: gezagvoerder Fuchs van de ramp-Boeing koos, toen hij wist dat zijn toestel dik in de problemen zat, voor een noodlanding op baan 27. Dit terwijl baan 06 veel makkelijker bereikbaar was. Was het omdat langs de 27 de El Al-terminal ligt en de lading moest worden afgeschermd?

Ondergoed
Wie naar Israël vliegt, wordt op Schiphol onderworpen aan een vragenvuur en argwanend door mannen met zonnebrillen op in de gaten gehouden. Wie niet voor vakantie naar het land aan de Middellandse Zee reist, loopt bovendien het risico zich tot op het ondergoed te moeten uitkleden. Geintjes worden niet op prijs gesteld. Veiligheid voor alles.

El Al kreeg tussen 1990 en 1996 van de Nederlandse regering veertien keer toestemming voor munitievluchten op Schiphol, onthulde Buitenlandse Zaken twee maanden geleden tegenover NRC Handelsblad. Daarnaast waren er nog eens tien gehonoreerde aanvragen om met munitie door het Nederlandse luchtruim te mogen vliegen, zonder hier te landen. „Het gaat in alle gevallen om specifiek militaire vluchten”, zegt Peeters. „Vraag blijft of voor het vervoer van munitie en gevaarlijke en explosieve stoffen in civiele toestellen ook steeds toestemming is gevraagd.” Vlucht LY 1862 op zondag 4 oktober 1992 was tenslotte een civiele vlucht. Ook al was er naast de bemanning maar één passagier aan boord: Anat Solomon.

Juist gisteren nam de douane 5 meter lange hulzen van raketten bij El Al in beslag. Op de vrachtbrieven stond dat het om tentoonstellingsmateriaal ging. „Israëliërs zijn net als Belgen”, meent Peeters. „Naar buiten toe houden ze zich een beetje dom, maar ze zijn o zo slim. Bovendien: Als je ze de vrijheid van een vinger geeft, pakken ze je hele hand.”

De vrijheid die ze hebben om bomaanslagen en andere sabotageacties aan hun vliegtuigen op Schiphol te voorkomen, zouden ze dus hebben misbruikt om stiekem wapens te vervoeren? „El Al heeft een paar keer de wet overtreden. Oké. Laat ik de volgende vergelijking maken. Hier in Amsterdam mag ik 's avonds op de fiets niet zonder licht rijden. Maar als ik de politie tegenkom, laten ze me voorgaan. Die situatie bestaat tot het moment dat ik een ongeval veroorzaak. Dan ben ik aansprakelijk.”

Grote fan
Uit een opiniepeiling van het NIPO van mei 1998 blijkt dat 73 procent van de Nederlanders achter de speciale band met Israël staat. Slechts 3 procent is ertegen. Belangrijkste reden voor die sympathie is solidariteit met het Joodse volk (27 procent), schuldgevoel en morele plicht na Tweede Wereldoorlog (23), godsdienst (14), aardige mensen gecombineerd met vakantie (8) en het vredesproces (7 procent).

Niks nieuws onder de zon, stelt Peeters. De eerste naoorlogse premier, Willem Drees, was al een grote fan van Israël. „Hij was een zionist van het eerste uur. Drees zag daar graag een land ontstaan zoals zijn eigen land: een socialistische staat op democratische grondslag.”

Toen zijn collega Shimon Peres dan ook kwam vertellen dat hij Egypte wilde aanvallen, kreeg hij onmiddellijk steun. Tijdens de Sinaï-oorlog in de herfst van 1956 was tweederde van het zware en middelzware geschut (de zogenaamde 17- en 25-ponders) van de Israëli's rechtstreeks afkomstig uit de depots van de Koninklijke Landmacht. „En dat hoeven we niet aan de grote klok te hangen, vond Drees destijds.”

Gezien de sympathie van de bevolking is het de verwachting dat Israël ook in de toekomst een potje kan blijven breken. Volgens journalist Frans Peeters kan de enquête naar de Bijlmerramp twee kanten opgaan. „Of de Nederlandse regering wist wat er in het gecrashte toestel zat, dan is er een behoorlijke politieke crisis. Of er is niet naar de lading gevraagd, of men is verkeerd geïnformeerd. Dan staat de verhouding met Israël onder druk. Ik weet niet wat erger is.”