Binnenland

Bijlmerenquête toont dat democratie redelijk transparant is

Onrust in politiek Den Haag

Door P. van de Breevaart
Het wordt onrustig in Den Haag. De parlementaire enquête naar de Bijlmerramp zorgt her en der voor slapeloze nachten of voor nachtmerrieachtige dromen. Niet alleen ambtenaren komen onder schot, dat geldt van lieverlee ook voor de politiek. Het eerste schot is gelost door de hoogste commandant in de politiek: premier Kok.

Het was redelijk opzienbarend dat premier Kok vorige week vrijdag, nadat de enquêtecommissie de tweede week van de openbare verhoren had afgerond, een snoeihard oordeel velde over het achterhouden van informatie door ambtenaren. De premier kenschetste de onthullingen als „een hoogst ernstige zaak” en het achterhouden van informatie als „ontoelaatbaar en onvergeeflijk.”

Kok was er ook helemaal niet over te spreken dat zijn partijgenote, minister Netelenbos-Koomen van Verkeer en Waterstaat, hem informatie had onthouden, die zij haar ambtsvoorgangers op haar ministerie wel had gegeven. Die informatie betrof de geluidsbanden waarop was te horen dat een El Al-medewerker meedeelde dat in de El Al-Boeing gevaarlijke stoffen, explosieven, munitie en gif zaten.

Zoals in dit ”kikkerlandlandje” was te verwachten, kreeg de premier deze week van links en rechts kritiek op zijn niet mis te verstane opvatting over de onthullingen. Men vond het in het algemeen niet gepast dat een premier halverwege een enquête al met zo'n duidelijke mening kwam, en dat minister Netelenbos al daden heeft gesteld door enkele ambtenaren voor de duur van het onderzoek op non-actief te stellen.

Hypocrisie
De verontwaardiging getuigt óf van een foutieve inschatting van de maatschappelijke onrust, óf van een vorm van hypocrisie. VVD-fractieleider Dijkstal en diens CDA-collega De Hoop Scheffer vonden dat Kok voor zijn beurt praatte. Maar de premier deed niet meer dan wat ”men” in de straat van hem verwachtte.

Als een minister-president voor ”heel het volk” –zoals hij altijd zegt– kon Kok niet anders dat uitdrukking geven aan de gevoelens van onlust en onrust, die de onthullingen in de samenleving hadden opgeroepen. Uit de onthullingen kwam de kwalijke geur omhoog van ”toedekken” en van ”verzwijgen”, van ondeskundigheid en van slecht functionerende ambtelijke diensten.

De premier moest, ter wille van de geloofwaardigheid van de politiek, ter wille van het gezag van de overheid en ter wille van de terecht door de samenleving te stellen eis van loyaliteit van ambtenaren aan de politiek, een daad stellen door uiting te geven aan zijn gevoelens van ongenoegen. Daarmee kanaliseerde hij de onlustgevoelens die in de samenleving opbruisten.

Uit de heup
Overigens zijn de getroffen sanctiemaatregelen bepaald niet zo ingrijpend dat daarmee de donderdag door RLD-ambtenaar Wolleswinkel geschreven ”open brief” valt te billijken. Wolleswinkel schrijft dat de premier uit de heup heeft geschoten op een zevental weerloze ambtenaren, terwijl de politiek buiten schot bleef. Immers, de drie verkeersleiders en directeur-generaal Weck zijn voor de duur van het onderzoek op non-actief gezet, niet meer en niet minder.

De politiek blijft helemaal niet buiten schot. Integendeel, het net rond de verantwoordelijke politici sluit zich steeds vaster. Nu al wordt de naam van de huidige vice-premier en minister van Economische Zaken –in het vorige kabinet minister van Verkeer en Waterstaat– mevrouw A. Jorritsma-Lebbink genoemd als een minister die tijdens het onderzoek naar de Bijlmerramp ernstige fouten heeft gemaakt.

Zou Dijkstal dat al geweten hebben en zou hij daarom een vlucht naar voren hebben gemaakt, door Kok afgelopen maandag van „onverstandigheid en onzorgvuldigheid” te betichten? Zou De Hoop Scheffer op diezelfde dag aan zijn partijgenote H. Maij-Weggen gedacht hebben, toen hij het kabinet vroeg de commissie haar werk te laten doen zonder „hinderlijke bijgeluiden”?

Reputatie
In Den Haag wordt het in toenemende mate als twijfelachtig beschouwd dat mevrouw Maij als CDA-lijsttrekker voor de verkiezingen van het Europees Parlement zal aanblijven, nu ook haar reputatie door haar aandeel in het onderzoek naar de El Al-affaire als minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet Lubbers-III (1989-1994) lijkt te worden aangetast.

Natuurlijk loopt Kok met zijn uitlatingen van vorige week vrijdag de enquêtecommissie niet voor de voeten, zoals het GPV-kamerlid Van Middelkoop deze week beweerde. Zo'n uitspraak is meer beledigend voor de commissie, als zou deze door Koks oordeel te imponeren zijn, dan dat ze een juist oordeel velt over de premier.

De commissie gaat onder leiding van het CDA-kamerlid Meijer stug en onverstoorbaar door, en laat zich door niets of niemand van haar opdracht afleiden. Meijer beloofde bij de start van de openbare verhoren van 'zijn' commissie dat de „onderste steen boven zou komen.”

Toen dacht menig politicus dat de CDA'er zich een veel te grote broek had aangemeten. Inmiddels zijn ze er in elk geval achter dat Meijer precies weet welke maat kleding hij draagt en krijgen enkele mompelaars die hem eerst bekladden wat last van pijn in de buik.

Democratie
Want het eind van de enquête is nog niet in zicht. De schorsingen van ambtenaren en de uitlatingen van Kok zijn voor burgers de garantie dat de politiek er niet aan denkt de zaak toe te dekken. Integendeel, de verantwoordelijken krijgen hun 'loon' voor het gebleken falen en feilen. Zo hoort het ook in een parlementaire democratie.

Halverwege de Bijlmerenquête is er al reden om dankbaar te zijn voor het type bestuursvorm dat ons land kent. Met alle „lek en gebrek”, inherent aan menselijk optreden, functioneert de Nederlandse democratie op een manier die maar in weinig andere landen ter wereld te vinden is.

Het onrecht komt aan het licht en wordt bestraft. In vergelijking met andere landen is de Nederlandse democratie ook nog redelijk transparant. Dat moet zo blijven en premier Kok is bij uitstek geschikt om daarvoor garant te staan.