Binnenland

„In donkere kamer gezocht naar zwarte kat die er niet was”

Maanmannen naar rijk der fabelen

Door J. van Klinken
DEN HAAG – Mannen in vreemde pakken die Ivriet spreken en er stiekem met de cockpit-voice-recorder en ander belangrijk materiaal vandoor gaan. Dat was ongeveer het verhaal dat 6 jaar lang de ronde deed in de Amsterdamse Bijlmer. Gisteren werd het voor het eerst publiekelijk naar het rijk der fabelen verwezen.

Journalist Pierre Heijboer vertelde deze week voor de televisie dat zo'n veertig mensen in de nacht van de crash van de El Al-Boeing een groepje mannen in witte pakken hebben waargenomen. Zij waren volgens hem gericht op zoek naar bepaalde spullen. Sommigen zouden hen ook met voorwerpen hebben zien weglopen.

Heijboer, die voor de Volkskrant heeft gewerkt maar ondanks zijn vut het onderzoek voortzet, gelooft beslist in de verklaringen van de getuigen. Het bestaat volgens hem niet dat zo veel mensen slechts hallucinaties hebben gezien.

Hij houdt het erop dat de 'maanmannetjes' deel uitmaakten van de Israëlische geheime dienst. Zij waren op zoek naar de cockpit-voice-recorder. Op die recorder stonden volgens Heijboer gesprekken met een onbekend station dat de Boeing zo dicht mogelijk naar de El Al-loods op Schiphol probeerde te loodsen vanwege de uiterst geheime lading van het toestel.

Geruchten
Een andere journalist, Vincent Dekker van Trouw, leverde eveneens een royale bijdrage aan de geruchtenvorming rond de mannen in de witte pakken. In zijn boek ”Going down, going down...” weet hij te melden dat de mannen in witte pakken nog eerder dan de brandweer over de smeulende puinhopen hebben gelopen. Volgens een brandweerman liepen ze „met zaklantaarns duidelijk naar dingen te zoeken.”

Dekker suggereert dat de mannen de voice-recorder wilden verdonkeremanen dan wel munitie of andere verborgen lading. Ook houdt hij het voor mogelijk dat zij het verarmd uranium wilden verwijderen.

De geruchten over de 'maanmannetjes' zijn sindsdien niet meer uit de ether geweest. Afgelopen zaterdag kwam De Telegraaf zelfs nog met een verhaal dat nog niet eerder de ronde had gedaan. De mannen met de witte pakken behoorden volgens de krant tot een speciale eenheid van Defensie die de giftige lading van het rampterrein moest onderscheppen. Hoe zoiets kan bij zo'n ongekend inferno, vertelde het dagblad er niet bij.

De hardnekkige geruchten gaven vorig jaar aanleiding tot kamervragen en een opdracht aan Justitie eventuele feiten boven water te halen. Een onderzoek van de rijksrecherche leverde weinig op. Van de elf getuigenverklaringen bleven maar twee bruikbare over. Ze waren te pover. Het ijs was volgens Justitie in Amsterdam te dun om er conclusies op te bouwen.

Zwarte kat
Het lag voor de hand dat ook de parlementaire enquêtecommissie zich over de mysterieuze 'maanmannetjes' zou buigen. Gisteren waren twee sleutelfiguren opgeroepen die direct bij het onderzoek waren betrokken: hoofdinspecteur A. H. Caron van de rijksrecherche en de hoofdofficier van Justitie in Amsterdam, mr. J. M. Vrakking.

Vooral Vrakking liet weinig heel van alle speculaties rond de mannen met witte pakken. „Ik denk zelf dat we in een donkere kamer hebben gezocht naar een zwarte kat die er niet was.” Dat was duidelijke taal. Niet eerder waren de eerdergenoemde verhalen van officiële zijde zo onverhuld naar het rijk der fabelen verwezen.

Volgens Vrakking zijn de meeste getuigenverklaringen onbetrouwbaar. Na ruim 6 jaar zijn de herinneringen te zeer vervaagd. Bovendien wijken de verklaringen onderling sterk af en zijn ze soms in strijd met de feiten. Bovendien zat aan de enkele verklaring die wel consistent leek, een luchtje. Zo was er een brandweerman, Carel Boer, die over de mannen met de witte pakken veel details wist te vertellen. Maar wat Vrakking hoogst merkwaardig vond, is dat Boer in 1994 door Panorama en Aktueel werd geïnterviewd zonder dat hij ook maar met één woord repte over de witte pakken.

De Amsterdamse hoofdofficier zei niet te kunnen aantonen dat alle verhalen onjuist zijn. Bewijzen dat iets niet is gebeurd, is immers heel erg moeilijk. „Maar ik ga ervan uit dat die mannen er niet zijn geweest.” De bewuste 'maanmannen' zijn volgens hem hulpverleners geweest.

Niet welkom
Daarmee is het laatste woord overigens nog niet gesproken. Hoofdinspecteur Caron van de rijksrecherche vertelde dat hij El Al had willen bevragen over de getuigenverklaringen, maar dat de luchtvaartmaatschappij had laten weten dat hij niet welkom was. Kennelijk had het bedrijf iets te verbergen.

Verder vertelde commandant B. Welten van de Amsterdamse politie dat zich in de nacht van de ramp enkele Israëlische mannen bij het commandocentrum hadden vervoegd. Zij waren naar eigen zeggen van een veiligheidsdienst. En dat de Israëlische geheime dienst, Mossad, Justitie vorig jaar heeft laten weten dat zij niet op de rampplek is geweest, zegt natuurlijk niets. De dienst zal natuurlijk nooit toegeven dat ze op het rampterrein actief is geweest.

Nog zoiets geks is dat brandweercommandant C. te Boekhorst mannen in witte pakken heeft gezien die volgens hem behoorden tot de brandweer van Schiphol. Navraag van de commissie wees echter uit dat deze brandweermensen in geel uniform gekleed gingen. Niettemin is er tot nu toe nauwelijks enige serieuze aanwijzing gevonden dat er mannen in vreemde witte pakken op het rampterrein zijn geweest om er met belastend materiaal vandoor te gaan. Dat moet voor velen na zo veel jaar een ontnuchterende conclusie zijn.