Binnenland

Letterlijke tekst berucht telefoongesprek halfuur na ramp

„Geen ruchtbaarheid aan geven”

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Hieronder volgt de letterlijke tekst van het beruchte telefoongesprek waarin El Al een halfuur na de Bijlmerramp oproept om te verzwijgen dat het verongelukte toestel giftige stoffen aan boord heeft.

Chef van de luchtverkeersleiders Th. Croon, voorlichter G. Knook, de politie, luchthaven Schiphol, de dienstdoende weerman op Schiphol en een onbekende 'operator' blijken op de hoogte te zijn geweest van het telefoongesprek waarin El Al meldde dat er explosieven en giftige stoffen aan boord waren van de Boeing die in 1992 neerstortte op de Bijlmer.

Dit blijkt uit de transcriptie van telefoongesprekken die zijn gevoerd op zondagavond 4 oktober 1992, vanaf een halfuur na de ramp. De Volkskrant heeft de hand weten te leggen op deze gesprekken.

Hierin worden ook de namen Milligen en Hams genoemd, maar onduidelijk is nog wie dit waren en of hun namen correct zijn gespeld. Op basis van de gesprekken onthulde de enquêtecommissie woensdag dat luchtverkeersleiders de zaak in de doofpot wilden stoppen. Vandaag hoort de commissie de direct betrokkenen Croon, Knook en T. Polman.

Telefoongesprek tussen de luchtverkeersleiding en El Al, zondagavond iets na zeven uur. (”Vl” is verkeersleiding.)

El Al: „Ik heb alle manifesten beschikbaar... Er zal... ik heb al... ben ik de gevaarlijke-stoffenlijst aan het doorkijken... wat er allemaal aan boord zat. (...) Er zat een belangrijke hoeveelheid explosieven aan boord. Cartridges. Er zat gif aan boord. Er zaten gassen aan boord. Dan niet gevaarlijk. Eh... vloeibare gassen, eh... brandbare gassen.”
Vl: „Maar ja. Allemaal losse vracht, hè.”
El Al: „Ja, hoe bedoelt u?”
Vl: „Ja, ik bedoel, dat is de vracht die die vervoerde.”
El Al: „Ja hoor.”
Vl: „Ja oké. Dat is explosief genoeg, zie ik zo.”
El Al: „Ja maar. Het is allemaal IATA dus...” (IATA is een internationale luchtvaartorganisatie die regels opstelt voor vervoer van passagiers en vracht, red.)
Vl. „Nee, daar gaat het ook niet om. Maar die vragen komen natuurlijk toch naar boven. Die verwachten wij bij ons, die zult u ook mee overvallen...”
El Al: „Ja.”
Vl: „Eh...”
El Al: ...„Maar, d'r worden geen uitspraken gedaan over (onverstaanbaar) het aantal vracht...”
Vl: „Nee, uiteraard niet. Nee, dat zullen ze ook niet van ons horen.”
El Al: „Nee, oké.”
Vl: „We proberen het zo summier mogelijk te vertellen. Maar tussen ons; het is mij duidelijk even.”
El Al: „Ja, ja, bedankt.”
(...)

Tweede gesprek tussen voorlichter Knook en de chef van de verkeersleiders Croon, enige tijd later.

Chef: „Ga even op je stoel zitten, want die cargo bestond uit explosieven. Uit gif en gassen. Maar ze zijn niet gevaarlijk en zijn ICAO-vervoerbare stoffen. (ICAO is een internationale luchtvaartorganisatie die regels opstelt voor vervoer van passagiers en vracht, red.) Maar daar moeten we maar geen ruchtbaarheid aan geven. En verder gewoon, dat zat er dus gewoon ook bij. Maar El Al bidt ons uiteraard natuurlijk om dat onder de pet te houden. Want dan krijg je natuurlijk: daar ligt het aan. En verder gewoon normale rotvracht en zo.”
Voorlichter: „Ja maar die explosieven en giftige gassen?”
Chef: „Ja, maar die mag je ICAO-gewijs vervoeren.”
Voorlichter: „Wat zeg je?”
Chef: „Ik zeg, ICAO heeft er een lijst van wat vervoerd mag worden.”
Voorlichter: „Ja.”
Chef: „Daar staan ze op.”
Voorlichter: „Ja.”
Chef: „Maar ik denk dat...”
Voorlichter: „Nee, daar moeten we maar niet over praten. Want dat geeft...”
Chef: „Neeneenee.”
Voorlichter: „Geeft een gigantische klap.”
(...)
Chef: En verder wie zijn er... hoeven wij niemand meer te bellen hè. De politie weet het..., de wachtmeteoroloog, de operator, de chef-verkeersleider, dat ben ik.”
Voorlichter: „Ja.”
Chef: „Milligen, Hams, Schiphol?”
Voorlichter: „Gehad.”
Chef: „Iedereen gehad.”