Binnenland

Enquêtecommissie moet strijd leveren voor bekenning onder ede

El Al in de verdachtenbank

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – De Israëlische vliegmaatschappij El Al gaat erg gemakzuchtig om met de vliegwaardigheid van de eigen vloot. Zo veel is duidelijk na drie openbare verhoren van (ex-)medewerkers van El Al op Schiphol. Twee van de drie getuigden onder ede dat het voorkomt dat El Al-onderhoudstechnici soms onder dwang tekenen voor een toestel dat zijzelf liever niet de lucht in laten gaan.

De parlementaire enquêtecommissie had er gisteren heel wat staaltjes van psychologische oorlogvoering voor nodig om de bekentenissen openbaar en onder ede los te krijgen. De getuigen schroomden om voor het oog van de camera's en onder ede toe te geven, wat zij de commissie in het verborgen bekenden. Dat gold gisteren vooral voor onderhoudstechnicus C. Gaalman, die in vlammend kruisverhoor eerst doorsloeg, toen herriep en toen weer bekende.

Het begon gisterochtend allemaal met de Brit O'Neill, ex-vliegtuigtechnicus van El Al. Samen met Gaalman stoomde hij op zondag 4 oktober 1992 de El Al 1862 klaar voor wat later de rampvlucht zou blijken te zijn. Na de afschuwelijke gewaarwording dat 'hun' vliegtuig was gecrasht, pijnigden O'Neill en Gaalman hun geheugen om erachter te komen of ze wellicht iets verkeerd hadden gedaan. „Je gaat toch aan jezelf twijfelen”, legde Gaalman gisteren uit. Na de ramp kwam hij naar eigen zeggen in een shocktoestand terecht.

De enquêtecommissie vroeg O'Neill gericht naar zijn algemene indruk van het onderhoud van El Al op Schiphol. Sinds vorige week beschikt de commissie over belastende informatie ten aanzien van dat technisch onderhoud, zowel wat grote beurten als wat kleine beurten betreft.

Nu wilde zij weten hoe dat bij El Al op Schiphol gaat. Werken de onderhoudstechnici onder stress? En gaat er wel eens iets de lucht in zonder hun uitdrukkelijke instemming en goedkeuring?

Onregelmatigheden
O'Neill had wel eens gehoord van „onregelmatigheden”, liet hij de commissie weten. Scherp doorvragend kwam deze erachter dat O'Neill doelde op situaties waarin de verantwoordelijke onderhoudstechnicus nog niet alle klachten heeft verholpen, terwijl het vliegtuig de lucht in moet. In bepaalde gevallen, zo wist O'Neill, wordt een technicus dan „overruled” door superieuren. Dan gaat een kist de lucht in, waarvoor de onderhoudstechnicus uitsluitend onder dwang heeft getekend. En dan maar hopen dat het goed gaat.

Volgens O'Neill gebeurde het in het jaar van de ramp, 1992, vier tot vijf keer dat vliegtuigen de lucht ingingen, terwijl de verantwoordelijke onderhoudstechnicus dat onverantwoord achtte.

De verklaring van O'Neill moest natuurlijk terugkomen in het verhoor van C. Gaalman, dat gistermiddag plaatshad. Gaalman is al meer dan 10 jaar in dienst van El Al op Schiphol en wil daar nog enige tijd blijven werken. Dat bracht hem gisteren in een uiterst moeilijke situatie. Moest hij meineed plegen en bij El Al zijn hachje redden? Of moest hij bekennen wat hij had gezien, ja wat hem zelf was overkomen, en het risico nemen dat zijn werkplezier voor eens en voor al bedorven zal zijn?

Gespannen
Gistermiddag, Eerste Kamer. Gespannen tot in zijn vingertoppen neemt Gaalman plaats in het 'verdachtenbankje' in de Eerste Kamer. Hij begint met ontwijkende antwoorden. „Iedereen maakt wel eens fouten. Soms gaat een kist de lucht in die later toch niet helemaal goed blijkt.” Dat bedoelt vragensteller Oudkerk (PvdA) niet. „Hebt u wel eens gezien dat een onderhoudstechnicus werd gedwongen te tekenen, terwijl hij dat zelf niet verantwoord vond?”

„Ik heb gehoord dat het wel eens is voorgekomen”, geeft Gaalman dan toe. Heeft hij het ook wel eens gezien? „Ja, ik heb het ook wel eens gezien.” Wat zag hij dan? Gaalman zucht, grijpt naar het glas water, grijpt naar zijn hoofd. De man staat onder zichtbaar zware druk. „Mag ik eerst even met mijn raadsman overleggen?”

Ruim 10 minuten spreekt hij met zijn advocaat, die tevens de belangen van de verzekeraars van El Al behartigt. Teruggekomen herroept Gaalman wat hij zojuist bekende. „Ik heb het niet gezien, maar het van de heer O'Neill gehoord.” Commissielid Oudkerk kijkt Gaalman lang en doordringend aan. „Hebt u tegen mensen die hier in de zaal aanwezig zijn wel eens wat anders verklaard?”, vraagt hij dan, doelend op een voorgesprek dat Gaalman met de commissie voerden.

De weerstand bij Gaalman breekt. Hij slaat definitief door. Hij heeft het gezien. Hij heeft het gehoord. En eens was hijzelf de onderhoudstechnicus die werd gedwongen een handtekening te zetten. „Je blijft dan wachten tot hij in de lucht is”, vertelt hij over die ervaring. Oudkerk: „En dan duimt u dat hij aankomt...”

Middenmoot
De derde El Al-man, onderhoudstechnicus Bollinger, liet gisteren weten de verhalen van Gaalman en O'Neill niet te kennen. „Het is mij nooit overkomen, ik heb het nooit gezien en er ook nooit van gehoord.” Het onderhoud bij El Al is over het algemeen redelijk goed, meent Bollinger. „El Al zit in de middenmoot met het onderhoud. Geen enkele maatschappij doet het helemaal perfect. Je hebt altijd één grote vijand, de tijd.”

Misschien heeft Bollinger het nooit gezien of gehoord, maar het verhaal dat onderhoudstechnici van El Al soms tekenen voor vliegtuigen die eigenlijk niet luchtwaardig zijn, berust op waarheid. Het is uitgesloten dat Gaalman heeft zitten liegen. Hij bekende onder grote druk, wetend dat de werkverhouding met zijn chefs wellicht voorgoed is verknald.

De getuigenissen van de beide technici kunnen ingrijpende consequenties hebben voor El Al. Het is goed denkbaar dat er nu diverse schadeclaims komen. En dan zal El Al moeten betalen, of voor de rechter verdedigen dat er van dwang jegens haar medewerkers geen sprake is of is geweest.

Mankementen
De enquêtecommissie bezit documenten die belastend zijn voor El Al. De Israëlische maatschappij zou vliegtuigen met mankementen te lang laten doorvliegen. Zeker de aanpak van kleine klachten wordt pas laat aangepakt. Zo had de El Al 1862 die in de Bijlmer crashte een 25 pagina's tellende lijst van klachten die nog eens verholpen moesten worden.

Is El Al het ”enfant terrible” onder de luchtvaartmaatschappijen? Het begint er wel op te lijken. Zeker wanneer de situatie van de onderhoudstechnici wordt vergeleken met de situatie bij El Al in Tel Aviv. Daar worden piloten die protesteren tegen het gebrekkige onderhoud aan hun kist soms op het matje geroepen bij de president-directeur. Het onderstreept dat de top van El Al zeker iets heeft uit te leggen, ook aan de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer.