Binnenland

„Vliegtuig maakte zeker geen derde bocht”

Noodvlucht voor ramp
leek lang beheersbaar

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Tot 40 seconden voordat de Bijlmerramp zich voltrok, verkeerde radarverkeersleider E. H. ter Braake op Schiphol in de veronderstelling dat de problemen van de El Al-Boeing beheersbaar waren en dat het toestel op de Buitenveldertbaan zou landen. Er was geen paniek, tot die laatste melding. Eerst: „Control problems”; even later: „Going down, going down.”

„Dan ben je machteloos ”, vertelde Ter Braake de parlementair enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer vanmorgen tijdens zijn verhoor. „Het was aan de stem te horen: dat was het laatste. Je weet dat het gebeurd is, maar je gelooft het niet; dit gebeurt je als verkeersleider toch niet.”

Ter Braake begeleidde het ramptoestel toen het de terugweg naar Schiphol al had ingeslagen en iets ten noordoosten van de Vinkeveense plassen vloog. Via een speciale frequentie liet gezagvoerder Fuchs weten dat zijn twee rechtermotoren niet meer werkten. De verkeersleiding op Schiphol wist niet dat de motoren van de rechtervleugel waren afgescheurd. „Dat komt nooit voor. ”Het had voor de begeleiding ook niets uitgemaakt, aldus Ter Braake.

Fuchs gaf aan te willen landen op „baan 27 ”, de Buitenveldertbaan. Volgens Ter Braake een ongebruikelijke keus. „Het vliegtuig zou dan wind van achter hebben en normaal gesproken land je met wind op de neus. ”Toch ging de verkeersleider akkoord. „In een noodsituatie bepaalt de piloot wat hij wil en geven wij hem alle ruimte. ”Hij begrijpt de keus van de piloten. „Het was logisch, die baan was het dichtstbij.”

Ineens uitwijken naar de Buitenveldertbaan ging niet, aldus Ter Braake. De afstand naar de baan was 7 mijl (bijna 13 kilometer) en het vliegtuig vloog op dat moment nog op 4000 voet (ruim 900 meter) met een snelheid van 290 knopen (ruim 500 kilometer per uur) en zou zo snel niet kunnen landen.

Een extra rechtse bocht was nodig. Het vliegtuig reageerde relatief traag op aanwijzingen van Ter Braake, maar tot 40 seconden voor de ramp leken de problemen beheersbaar. Aan het feit dat de Boeing boven dichtbevolkt gebied draaide, werd „geen moment ”gedacht.

Derde bocht
Van seconde tot seconde hield Ter Braake het vliegtuig tijdens zijn rechtse bocht in de gaten. Hij weet „voor 100 procent zeker ”dat het toestel geen derde rechtse bocht maakte, zoals wel is gesuggereerd naar aanleiding van getuigenverklaringen die haaks staan op officiële radarbeelden.

Luchtverkeersleidster Van Opijnen, die de El Al-Boeing vanuit de verkeerstoren begeleidde bij het opstijgen van Schiphol, verklaarde dat de opmerking: „die El Al stijgt voor geen meter ”(die geluidsbanden vastlegden) op zich niet vreemd was. „Dat maak ik ongeveer vijftien keer per werkdag mee. Vrachtvliegtuigen hebben wel vaker moeite met stijgen.”