Binnenland

SGP'er wil zo nodig aftrekpost voor niet-radio- en -tv-bezitters

Omroepbijdrage via Belastingdienst

Door G. A. Vroegindeweij
DEN HAAG – Staatssecretaris Van der Ploeg, die verantwoordelijk is voor mediazaken, wil de inning van het kijk- en luistergeld op een andere leest schoeien. Hij denkt daarmee zo'n 50 à 60 miljoen gulden te besparen. Een van de opties die hij laat onderzoeken, is nadelig voor degenen die geen radio en televisie bezitten of alleen een radio hebben.

Op dit moment is de Dienst Omroepbijdragen verantwoordelijk voor de inning van de kijk- en luistergelden. Iedereen die een radio en televisie heeft, moet per jaar 194 gulden betalen. De bezitter van een radio krijgt een aanslag van 58 gulden. Degenen die niet of te laat betalen, krijgen een reeks aanmaningen en bedreigingen toegestuurd. Uiteindelijk betaalt 93 procent van de bezitters de belasting.

De omroepbijdragen brengen per jaar zo'n 1,4 miljard gulden op. Dat gaat rechtstreeks naar de publieke omroepen. Het vormt voor hen ongeveer 75 procent van hun inkomsten. Niet het volledige percentage van het kijk- en luistergeld gaat naar Hilversum; zo'n 50 à 60 gulden miljoen blijft aan de strijkstok hangen voor uitvoeringskosten van de Dienst Omroepbijdragen.

Dat bedrag is politiek Den Haag al jaren een doorn in het oog. In het regeerakkoord dat PvdA, VVD en D66 in de zomer van 1998 met elkaar sloten, is dan ook besloten een onderzoek te laten verrichten naar de fiscalisering van de omroepbijdragen. De Belastingdienst krijgt dan de verantwoordelijkheid voor de inning van de bedragen. De besparing die deze maatregel oplevert, komt ten goede aan het jeugdbeleid, zo is afgesproken. Staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn en Sport staat dit best aan.

Opties
Vanaf deze week gaan ambtenaren van Van der Ploeg (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) aan de slag met hun collega's van Financiën om een concreet voorstel te maken voor het kabinet.

Op dit moment zijn er twee opties. In beide verdwijnt overigens de Dienst Omroepbijdragen (DOB). Vaststaat dat de Belastingdienst de inning overneemt. Dat kan via het toesturen van een acceptgiro, zoals de DOB nu ook doet. Nadeel van deze mogelijkheid is dat er bij de Belastingdienst een aantal mensen moet zijn dat de betalingen registreert en de wanbetalers opnieuw aanschrijft. De meeste medewerkers van de DOB gaan dan bij de Belastingdienst werken. De besparing op personeelskosten zal minimaal zijn omdat die verschuiven van de DOB naar de Belastingdienst.

Vandaar dat de tweede optie, als het gaat om de bezuinigingen, meer kans maakt. Die houdt in dat het kijk- en luistergeld verdwijnt en dat elke belastingplichtige per jaar 200 gulden meer belasting moet betalen. Voordeel van deze regeling is onder meer dat het aantal zwartkijkers direct naar 0 gaat. Volgens een schatting van de DOB zijn er momenteel ruim 300.000 huishoudens die hun kijk- en luistergeld niet betalen.

Aan de rechtstreekse inning via de inkomstenbelasting zit echter ook een nadeel. De mensen die geen radio en/of televisie bezitten, moeten dan toch betalen voor het maken van radio- en televisieprogramma's van de publieke omroepen. Zoals bekend komt het geld niet ten goede aan de commerciële omroepen. Die bedruipen zichzelf.

Bij de DOB zijn er op dit moment 6,3 miljoen huishoudens geregistreerd waar een radio en/of televisie is. Bij 140.000 gezinnen staat geen radio en geen televisie in huis en 30.000 hebben alleen een radio in hun bezit.

Omroepen tegen
De publieke omroepen zijn tegen alle vormen van fiscalisering. Ze vrezen dat ze hun financiële zekerheid verliezen. Ze willen niet afhankelijk zijn van de jaarlijkse discussie over de hoogte van de belastingtarieven. Staatssecretaris Van der Ploeg heeft weliswaar toegezegd dat hij „een hek” zal zetten om het omroepgeld, maar de omroepen verwachten dat Van der Ploeg een keer van het politieke toneel zal verdwijnen en dan zal er ongetwijfeld toch een discussie over de financiering van de publieke omroepen ontstaat.

De Dienst Omroepbijdragen zelf ziet het onderzoek overigens met vertrouwen tegemoet. Volgens directeur Peters is de DOB een goed draaiende organisatie. De inningskosten bedragen minder dan 5 procent van de omzet. „Kiest de politiek een systeem waarbij de Belastingdienst de acceptgiro's gaat versturen, dan zal daar een vergelijkbaar aantal mensen als bij ons werkzaam moeten zijn. Wil men de omroepbijdragen in de inkomstenbelasting verwerken, dan pakt dat erg nadelig uit voor de huishoudens waar meer inkomens zijn. Die moeten dan twee- of driedubbel betalen.”

Dat laatste argument spreekt ook SGP-fractievoorzitter Van der Vlies aan. In zijn achterban zijn er velen die geen radio en/of televisie hebben. Hij is op zich geen tegenstander van een efficiëntere inning van de bijdragen. Het argument van de publieke omroepen dat fiscalisering mogelijk leidt tot grotere afhankelijkheid van de overheid, deelt hij ook. Maar belangrijker voor hem is hoe mensen zonder radio en/of televisie vrijgesteld blijven van de plicht om te betalen voor het maken van programma's.

Als het dan toch via de inkomstenbelasting zou moeten, wil de SGP'er wel een systeem waarbij mensen die geen massamedium in hun bezit hebben, een extra aftrekpost krijgen. Nadeel hiervan is dat niet iedereen een belastingformulier invult, dus dat het geen sluitend systeem is. Vandaar dat een afzonderlijke inning zijn voorkeur blijft houden.