Binnenland

Eerdere berichtgeving

Voorzitter kritisch over rechercheonderzoek naar maanmannen

Enquête genereert informatiestroom

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Sinds de openbare verhoren over de Bijlmerramp zijn begonnen, bereikt een stroom van nieuwe informatie de parlementaire enquêtecommissie. Die stroom komt niet alleen van burgers, maar ook van acht ministeries. „Het is voor het eerst dat al die informatie samenkomt ”, meldde commissievoorzitter Meijer gisteren na afloop van de eerste enquêteweek.

Over de aard van de nieuwe informatie wilde Meijer gisteren nog niets loslaten. Wel liet hij merken dat het materiaal dienstig is aan het doel van de commissie om „de ontbrekende puzzelstukjes op hun plaats te kunnen leggen. ”„De eindjes komen nu bij elkaar. We kunnen gegevens van verschillende bronnen voor het eerst in hun samenhang gaan bekijken. ”Uiteindelijk hoopt de enquêtecommissie „maar één waarheid; dé waarheid ”over te houden. „Pas als de onderste steen boven is, kunnen we dit boek sluiten ”, aldus commissievoorzitter Meijer.

Meijer had gisteren kritiek op het onderzoek dat de Rijksrecherche heeft gedaan naar de mannen in witte pakken die op diverse plaatsen zijn gezien. Volgens het rapport van de rechercheurs is er slechts één persoon die de mannen heeft zien lopen. Meijer concludeerde gisteren echter dat er veel meer getuigen zijn die de verdachte mannen tussen de wrakstukken hebben zien zoeken.

Miskenning
De eerste reeks getuigenissen liet volgens Meijer zien „hoe diep de ramp heeft ingegrepen in het leven van de betrokkenen. ”Vooral de gevoelens van miskenning die slachtoffers in de jaren na de ramp ervoeren, kwamen volgens hem duidelijk naar voren.

Miskenning. Dat was precies wat beroepsfotograaf L. C. P. Bertholet gisteren voelde tijdens zijn verhoor door de commissie. „U stelt geen goede vragen, u doet het allemaal veel te summier ”, verweet hij kamerlid Van den Doel (VVD), die hem op dat moment ondervroeg. Even daarvoor had Bertholet mevrouw Augusteijn (D66) al verweten dat zij in haar vragen „veel te grote stappen ”maakte.

Hij had stof voor een week, gaf Bertholet de sussende commissievoorzitter Meijer gewonnen. Zijn verhaal begint bij de vier foto's die zijn zoon en diens vriend op Schiphol maakten van de El Al-Boeing, voordat de ramp zich voltrok. Direct na de ramp ontwikkelde Bertholet de foto's en ontwaarde tot zijn ontsteltenis dat er roest aan de vleugel zat, precies op de plek waar de twee rechtermotoren van de vleugel af braken. Zou er sprake zijn geweest van achterstallig onderhoud?

Hij stuurde de foto's naar de Rijksluchtvaartdienst (RLD) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daar schrok men van de „extreme scheefstand ”(3 graden) die de motoren zouden vertonen. Maar in een later stadium weigerde de RLD de foto's serieus te nemen. Het verhaal dat de platen vertellen, werd afgedaan als „optisch bedrog ”en geweten aan „bewegingsonscherpte van de lens. ”Ook een officieel TNO-rapport ontkende de opmerkelijkheid van de foto.

Bertholet kan er nog steeds woedend over worden. „Het uitbrengen van dat TNO-rapport was een frauduleuze handeling. Wat daar in staat is bezijden de waarheid. ”Zelf testte Bertholet het fototoestel herhaaldelijk en hij kwam tot de conclusie dat de foto niets van de werkelijkheid vertekende.

Golfoorlog
De betrokkenheid van Bertholet bij de Bijlmerramp werd in de afgelopen 6 jaar steeds groter. Hij ontmoette slachtoffers van de ramp die kampten met ingrijpende gezondheidsproblemen en sprak veel met hen. „Ze zijn vergiftigd met zware metalen ”, luidt de diagnose van de beroepsfotograaf. „Ze hebben klachten die sterk overeenkomen met de klachten van Golfoorlog-veteranen.”

Voor zichzelf noemt Bertholet de ziekteverschijnselen het „Bijlmerrampsyndroom. ”Forse kritiek heeft hij op het Academisch Medisch Centrum (AMC), dat verder onderzoek, vanwege de grote diversiteit aan gezondheidsklachten, ondoenlijk acht. „Bij een syndroom is juist sprake van een grote diversiteit aan klachten. Juist daarom moeten ze het verder onderzoeken.”

Miskramen
Ook huisarts A. M. N. Makdoembaks uit de Bijlmermeer sprak tijdens zijn verhoor van een syndroom. Volgens hem is het van essentieel belang dat de parlementaire enquête leidt tot duidelijkheid over de 20 ton vracht die tot op de dag van vandaag onbekend is. „Als we dat niet achterhalen, zal het syndroom blijven bestaan. En dan sta ik als arts met de rug tegen de muur. Dan kan ik de onrust bij mijn patiënten niet wegnemen.”

Makdoembaks heeft hondertwintig mensen in behandeling die hun gezondheidsklachten in verband brengen met de Bijlmerramp. In de meeste gevallen betreft het volgens de Amsterdamse dokter auto-immuunziekten, aandoeningen waarbij het afweerapparaat het eigen lichaam aanvalt. Makdoembaks werd ook geconfronteerd met zwangerschapsproblemen, miskramen en baby's met afwijkingen die het gevolg leken te zijn van de ramp.

Stadsdeelraad
Als laatste in de eerste reeks getuigen voerde mevrouw Y. Wolthof-Olf gisteren het woord. Zij vertelde van de kruistocht die ze als lid van de stadsdeelraad van Amsterdam-Zuidoost voerde om het dagelijks bestuur van de wijk te interesseren voor de slachtoffers van de ramp. In de loop der tijd diende ze in totaal ruim tweehonderd schriftelijke vragen in. Maar steeds kreeg ze nietszeggende antwoorden, vertelde ze gisteren. „Die antwoorden waren onzin, superbelachelijk.”

In de vragen stelde mevrouw Wolthof bijvoorbeeld de bodemverontreiniging rond de flats waar de Boeing was ingeslagen aan de orde. Het water van de vijver voor de flat moest eens goed worden onderzocht, was ze van mening. En een kinderspeelplaats in de buurt kon volgens haar voor de veiligheid beter worden ontruimd. In alle gevallen gaf het wijkbestuur haar echter nul op het rekest.

Opmerkelijk is ook het verwijt van mevrouw Wolthof aan het adres van de Amsterdamse GG/GD, die onderzoek deed naar de gevolgen van het vrijgekomen uranium. „Ik sta onder ede, dat besef ik. Ze hebben niet meer dan zes mensen onderzocht en dat weet ik voor 100 procent zeker.”