Binnenland

Eerdere berichtgeving

Cowboyverhalen en serieuze getuigenissen in enquête

Witte pakken wellicht verklaarbaar

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Hij heeft de spoorloos verdwenen zwarte doos met alle cockpitcommunicatie uit het ramptoestel in handen gehad. Bovendien heeft hij de mysterieuze mannen in witte pakken zien lopen. Brandweerman J. A. Vervoort legde vanmorgen voor de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer een opmerkelijk getuigenis af.

De Rijksluchtvaartdienst (RLD) geloofde niet dat Vervoort de cockpit-voicerecorder van de verongelukte El Al-Boeing in handen heeft gehad. Volgens de RLD zou het eerder de zwarte doos met de vluchtgegevens kunnen zijn geweest. De dienst reageerde niet op een brief van Vervoort waarin deze volhield dat het wel degelijk de verdwenen voicerecorder en niet de flightrecorder is geweest die hij bij het puinruimen in de Bijlmermeer in een container met vliegtuigresten had gegooid.

Anderhalf uur te laat, wegens een defect aan de bluswagen, kwam de brandweerman destijds op de plek van de ramp. Vervoort kreeg daar de opdracht branden in de flatwoningen te blussen. Met zijn collega's werkte hij de flat van boven naar beneden af. Vanaf de achtste verdieping zag hij ze: mannen in witte pakken.

Medische hulpverleners kunnen het niet zijn geweest, zei Vervoort vanmorgen voor de enquêtecommissie. „De mannen stonden in gevaarlijk gebied, dat was afgezet wegens instortingsgevaar. Professionele hulpverleners zouden dat nooit doen. Ze hadden ook geen helmen op en zochten met een zaklamp tussen de brokstukken.” Tien minuten later keek Vervoort weer. „Toen waren ze er niet meer.”

Rook
De verklaring die getuige Th. Gras gistermiddag voor de commissie aflegde, biedt een mogelijke verklaring voor het verhaal van de mannen in witte pakken. Gras was bij de ramp betrokken als commandant van het zogenaamde Sigma-team, een groep Rode-Kruisvrijwilligers die tot taak hadden de professionele hulpverlening van politie, brandweer en ambulancewerkers te ondersteunen. Samen met mensen van het Landelijk Organisatie Traumateam (LOT) richtte het Sigma-team in de rook van de ramp een verzamelpunt voor gewonden in.

De ruim twintig mensen van het Sigma-team droegen witte pakken met rode kruisen op de rug en op het hoofd oranje helmen, vertelde Gras. Het achthoofdige LOT-team droeg naar zijn zeggen „witte pakken met groene en felgele biezen.” Bovendien functioneerde op het rampterrein een groeiende groep spontaan opgekomen medische hulpverleners en vrijwilligers die allemaal een EHBO-diploma zouden hebben. Zij kregen voor de herkenbaarheid witte wegwerpoveralls en witte schorten.

Problematisch aan de groep van in totaal zo'n veertig vrijwilligers was dat ze ongeorganiseerd waren en chaotisch te werk gingen. „Sommigen begaven zich op gevaarlijke plaatsen, waarvan de brandweer ze moest terughalen”, herinnert Gras zich. „Ik had een groep van twintig mensen opgedragen om op een bepaalde plaats te wachten op een opdracht. Maar na 5 minuten zag ik verschillende hulpverleners weer op andere plaatsen rondlopen.”

Zwarte doos
Brandweerman Vervoort weet zeker dat hij niet de mensen van het Sigma-team of andere professionele hulpverleners heeft zien lopen. Hun outfit zou hij hebben herkend. Over de witte pakken gaat het gerucht dat er mensen van de Israëlische veiligheidsdienst, de Mossad, in hebben rondgelopen.

Vervoort was vlak na de ramp ook betrokken bij de berging. Hij gooide een apparaat in de container voor vliegtuigmateriaal dat hij op televisie later herkende als de verdwenen cockpit-voicerecorder. Hij is ervan overtuigd niet de andere zwarte doos, die met vluchtgegevens, te hebben gezien.

Vervoort heeft kritiek op de onzorgvuldigheid van de berging in de nachtelijke uren. Overdag werd eerst nauwkeurig gezocht naar slachtoffers, terwijl het er 's nachts, met shovels, veel grover aan toeging. Vervoort verbaast zich er dan ook niet over dat op de vuilstortplaats later menselijke resten zijn teruggevonden.

Andere koers
Voor de commissie verscheen gisteren als tweede getuige politieman J. W. Kaspers. Hij zat op het moment van de ramp samen met een vriend in een boot op het Gooimeer. Opgeschrokken door een luide klap waren ze het dek op gerend. Daar zagen ze het rampvliegtuig, beschadigd en zonder rechtermotoren. Met een verrekijker volgde Kaspers het rampvliegtuig, bijna tot aan het moment van de crash.

Die route die Kaspers waarnam, verschilt van de officiële lezing, die is gebaseerd op radarbeelden. De politieman maakte een proces-verbaal op van zijn bevindingen. Het verbaast hem, zo liet hij de commissie gisteren weten, dat hij van dat proces-verbaal nooit meer iets hoorde. „Normaal gesproken worden ooggetuigen altijd gehoord”, weet hij uit ervaring. „Maar ik heb niks meer gehoord. Er is ook niemand geweest die me vertelde dat het proces-verbaal niet de waarheid bevatte.”

Cowboyverhalen
Naast serieuze getuigenissen besteedde de parlementaire enquêtecommissie gisteren ook aandacht aan cowboyverhalen. Slachtoffer en Bijlmer-bewoner A. J. Bos was de verteller. De man beschreef hoe hij al ruim 1 minuut vóór de ramp het alarmnummer 06-11 belde. „Ik wist gewoon wat er ging gebeuren.” Toen de telefoon voor de derde keer overging, „scheerde het vliegtuig voor m'n raam langs en sloeg een eind verder tegen de flat.”

Sinds de zwarte zondagavond van 1992 heeft Bos intensief onderzoek gedaan naar de toedracht van de ramp. Dat brengt hem tot de meest vreemde theorieën. De verdwenen cockpit-voicerecorder, de zwarte doos met alle communicatie van de piloten, zou in het bezit zijn van een anonieme verzamelaar, die voor geen goud bereid is het ding af te geven. Verder kwam Bos op het spoor van een „omvangrijke plutonium- en cesiumsmokkel, vanuit Russische kerncentrales via Schiphol naar Israël.”

Helemaal fantastisch is het verhaal van Bos dat de Boeing boven Marken zo'n 1000 kilo lading dropte om lichter te worden. Hij had het verhaal uit de tweede hand. Getuigen wilden anoniem blijven, want anders zouden ze geen schadevergoeding krijgen voor het „kerosinebad” dat ze van het ramptoestel kregen.

„Wij nemen alle verklaringen serieus”, liet voorzitter Meijer van de enquêtecommissie een week geleden weten. Het is echter de vraag of hij daar, in het licht van een dergelijk getuigenis, goed aan doet.