Binnenland

„Sneeuwketting moet er vroeg om”

Door W. G. Hulsman
WIERDEN – „Dit had mij ook kunnen overkomen. Het is ver weg, maar toch ook weer zo dichtbij.” De reactie van een ervaren buschauffeur op het ongeluk in Oostenrijk. „Als er sneeuw ligt en het is glad, dan is het altijd gevaarlijk.”

Glad was het dinsdagavond toen een 29-jarige Oostenrijkse buschauffeur met 47 Nederlanders toeristen op de terugweg was van een avondje sleeën in Hintertux. Aanvankelijk lijkt het die avond mee te vallen met het weer, maar in een bocht bij de plaats Finkenberg gaat het mis.

B. van Harten is al 32 jaar touringcarchauffeur en rijdt voor Van den Broeke Tours uit Wierden. Hij kent het gebied waar het ongeluk zich voordeed. „Het Zillertal is groot. Ik kan daarom niet zeggen of de plaats van het ongeluk gevaarlijk is.”

De chauffeur komt de bussen van de Oostenrijkse busonderneming Christophorus die de Nederlanders vervoerde meer dan eens tegen. „Ik zie ze daar vaak rijden.” Het bedrijf staat als betrouwbaar bekend.

Van Harten komt regelmatig in Oostenrijk. Hij weet wat rijden in de sneeuw is. „Vorige week ben ik nog in het land geweest. Wij rijden 's winters veel pendeldiensten naar de skigebieden in Zwitserland, Frankrijk en Oostenrijk.”

Sneeuwketting
Voor de winter maken de monteurs van het Wierdense bedrijf de bussen klaar voor die 'sneeuwritten'. Van Harten: „Vanaf november rijden we op winterbanden. Die hebben een dieper en grover profiel, zodat we meer grip hebben. Maar als een chauffeur in oktober naar Polen moet, doen we ze er alvast om. Je kunt zulke banden soms niet missen. Afhankelijk van het weer gebruiken we ze tot maart, april of mei.”

Volgens een passagier van de rampbus reed de bus op zomerbanden en had de chauffeur beweerd het daarmee wel te redden. Zijn busbedrijf heeft dat inmiddels tegengesproken. Zeker is dat de rampbus geen sneeuwkettingen om had.

De chauffeurs van het Wierdense bedrijf krijgen elk jaar vlak voor de winter een korte instructie. „We oefenen dan ook het leggen van sneeuwkettingen rond de banden”, zegt Van Harten.

Wat de kettingen betreft heeft hij voor zichzelf een heldere regel: „Zolang ik in mijn spiegels in het spoor van de bus zwart asfalt zie, blijf ik zonder rijden. Dan is er niets aan de hand, maar als het wit wordt, gaan ze er erom. Je kunt ze dan niet missen.”

Tijdig
Van Harten probeert dat vroegtijdig te doen, op een plaats waar hij genoeg ruimte rond de bus heeft. „Als je het moet doen op het moment dat je geen grip meer hebt, dan sta je meestal op een lastige plaats of kun je geen parkeerplek vinden.”

De touringcarchauffeur van het Wierdens bedrijf denkt aan meer van dat soort praktische dingen. „Bij erge gladheid leg ik om een van de voorwielen en een van de achterwielen een extra sneeuwketting. Die twee hebben dan extra grip op de sneeuw.” Volgens Van Harten houdt hij zo altijd wel met een van de banden contact met de weg.

Maar dat is nog geen garantie tegen ongelukken. Rijtechniek doet ook veel. Van Harten: „Zo is de remweg in de winter veel langer dan in de zomer. Daar houd ik dan rekening mee en: afstand bewaren.”

Klos
De chauffeurs beschikken tegenwoordig ook steeds vaker over allerlei moderne snufjes bustechniek. Dat kost geld, maar de Europese regelgeving stelt steeds hogere eisen. Antiblokkeringssystemen, antislipregelaars en extra remmen op de achterassen maken de bussen veiliger. De touringcars van Van den Broeke zijn er bijna allemaal mee uitgerust. Van Harten is er blij mee. „Ik heb het geluk bij een directeur te werken die gek is van bussen.”

Van den Broeke heeft inmiddels ook drie bussen met rolbeugels, een zware kooiconstructie die de passagiers beschermt als de bus op zijn kop terechtkomt. De Oostenrijkse bus was daarvan niet voorzien, waardoor een groot deel van het dak door de klap ingedrukt kon worden en passagiers (dodelijk) gewond raakten.

Van Harten heeft „gelukkig” nooit iets ernstigs heeft meegemaakt in al de jaren dat hij rijdt. Hij vindt het vervelendste van al die ongelukken dat de chauffeurs steeds weer de klos zijn. „Als er iets misgaat, hebben zij het gedaan. Al die keren dat het goed gaat, hoor je niets.” Volgens de branche is de bus nog altijd de veiligste vorm van vervoer.