Senaat slikt
duur water

DEN HAAG – Een meerderheid in de Eerste Kamer is gisteren akkoord gegaan met een hogere btw op drinkwater, nadat staatssecretaris Vermeend beloofd had volgend jaar met een nieuw wetsvoorstel te komen.

De regering stelde aanvankelijk voor leidingwater te brengen van het lage btw-tarief (6 procent) naar het hoge (17,5 procent). De Tweede Kamer veranderde dat om lage inkomens te ontzien. De eerste zestig gulden van de jaarafrekening worden belast met 6 procent, de rest valt onder het hoge tarief.

Een overgrote meerderheid in de Eerste Kamer was hier ronduit tegen en de bezwaren richtten zich onder meer op het naast elkaar bestaan van twee tarieven op hetzelfde product. Een meerderheid in de Senaat deinsde er gisteren echter voor terug tegen te stemmen. Dat zou verwerping betekenen van het hele belastingplan, een pakket van maatregelen die per 1 januari van kracht moeten worden. Het CDA en één lid van de fractie van GroenLinks gaven aan desondanks te zullen tegenstemmen.

Staatssecretaris Vermeend wil de btw op drinkwater volgend jaar heffen op een manier die vergelijkbaar is met de energiebelasting op gas en licht. Er komt dan een heffingsvrije voet voor het onvermijdelijke gebruik, waarop een huishouden niet kan besparen.

Aan de grens van zestig gulden kleeft het bezwaar dat prijzen van gas zeer sterk verschillen in de diverse plaatsen in ons land. Volgens het CDA is het daarom in strijd met het gelijkheidsbeginsel en ook de VVD vreesde dat dat het geval zou kunnen zijn.

Vermeend kreeg bijna kamerbreed kritiek, omdat een ingrijpend voorstel zoals het brengen van een eerste levensbehoefte onder het hoge btw-tarief niet in een afzonderlijk wetsvoorstel geregeld werd. De Senaat had het dan op de eigen merites kunnen beoordelen.