Binnenland

Riaggs staan zeer laag aangeschreven

Weinig vertrouwen
in geestelijke zorg

Van onze gezondheidsredactie
DEN HAAG – Driekwart van de Nederlanders heeft weinig vertrouwen in de geestelijke gezondheidszorg. Voor hen is het onduidelijk wat er in deze sector precies gebeurt. Ook geloven ze niet dat je door geestelijke zorg genezen kunt worden.

Dat blijkt uit een onderzoek van de Consumentenbond en het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel). De uitkomsten zijn opmerkelijk, omdat in ons land het vertrouwen in de gezondheidszorg in het algemeen groot is. Zo heeft 80 procent van de Nederlandse bevolking veel of zelfs heel veel vertrouwen in huisarts, specialist, tandarts, apotheker of verpleegkundige. Minder goed maar toch nog heel behoorlijk scoren volgens de Consumentenbond fysiotherapeut, ziekenhuis en zwakzinnigenzorg. Daaronder volgen de thuiszorg, het verzorgingshuis en de alternatieve genezer. Minder dan de helft van de ondervraagden heeft in de door hen aangeboden diensten vertrouwen.

Helemaal onderaan staat de geestelijke gezondheidszorg. Driekwart van de Nederlanders heeft weinig of heel weinig vertrouwen in deze zorg. Bijna een op de drie beoordeelt de geestelijke gezondheidszorg met een onvoldoende.

Consumenten vinden dat hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg niet goed samenwerken, niet goed luisteren en niet goed duidelijk maken waar je met je probleem terechtkunt. Verder is vaak duister wat de hulpverleners doen, hoe zij hun patiënten behandelen en waar je kunt klagen en wat de rechten van de patiënt zijn. Ook verwachten slechts weinig mensen baat te hebben bij geestelijke zorg. Psychische problemen kun je volgens opvallend veel mensen beter met je vrienden of familie bespreken, of ze zelf oplossen.

Overigens geven jongeren en mensen die het afgelopen jaar zelf gebruik hebben gemaakt van de geestelijke zorg een iets positiever oordeel.

Verschillend
Het vertrouwen in zorginstellingen en zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg is erg verschillend. Ruim 60 procent van de Nederlanders heeft vertrouwen in de centra voor alcohol en drugs. Ongeveer hetzelfde percentage geldt voor de psychiatrische ziekenhuizen en de psychiatrische verpleegkunde. De psycholoog krijgt 58 procent vertrouwen, de psychiater 55 procent en de maatschappelijk werker 52 procent. De rij wordt gesloten door de riaggs. Slechts een op de drie Nederlanders heeft vertrouwen in een behandeling bij deze instelling.