„Minderhedennota
is te vrijblijvend”

Van Boxtel ging gisteren wat morrend akkoord met de wens van de vaste kamercommissie voor binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties. Bijna kamerbreed was de kritiek op de vrijblijvendheid van de plannen van de minister. Het PvdA-kamerlid Noorman-den Uyl constateerde dat het de ministeriële nota ontbreekt aan een duidelijke tijdsplanning. Bovendien geeft de bewindsman niet aan waar hij het geld vandaan haalt voor de realisering van zijn plannen.

Daarnaast moeten er in de nota, zo meent mevrouw Noorman, meetbare doelstellingen worden opgenomen, zodat de Kamer de voortgang van het beleid kan controleren. SGP-woordvoerder Van der Staaij vroeg de bewindsman of hij naast minister zonder portefeuille ook minister zonder portemonnee is. Volgens de SGP'er heeft de minister met zijn integratienota een onduidelijk visitekaartje afgegeven.

Geïrriteerd
Van Boxtel was duidelijk geïrriteerd over de door Van der Staaij opgerakelde discussie over zijn status. Hij heeft wel degelijk bevoegdheden, ook in budgettair opzicht. Wat dat betreft behoeven andere bewindslieden echt niet hun handtekening onder 'zijn' nota's te zetten. Hij erkende wel dat er op dit moment onvoldoende geld beschikbaar is voor een goed integratiebeleid. Het bedrag van 50 miljoen gulden dat beschikbaar is voor taalcursussen, is onvoldoende om elke allochtoon een cursus Nederlands te geven.

Van der Staaij had kritiek op de uitlating van vorige week van Van Boxtel waarin hij Nederland als immigratieland typeerde. Volgens de SGP'er gaat er van deze typering een aanzuigende werking op buitenlanders uit. Dat ontkent de bewindsman. Hij heeft met deze typering niet meer bedoeld dan het aangeven van de feitelijke situatie. Maar tegelijk wilde hij de Nederlanders ermee vertrouwd maken dat veel naar ons land gekomen allochtonen definitief hier zullen blijven.

Grotestedenbeleid
Van Boxtel kondigde in een op het integratieoverleg volgend debat over het grotestedenbeleid aan dat hij naast de 25 al geselecteerde grote steden (G25) nog eens vijftien steden heeft uitgenodigd om op 14 januari met hem te praten over hun wens om onder dit beleid te vallen. Gisteren liet de bewindsman daarbij de mogelijkheid open dat deze vijftien steden voor bepaalde wijken, waarin dezelfde problemen zijn als in de G25, extra subsidie kunnen krijgen.

Het kabinet heeft voor de komende vier jaren 930 miljoen gulden voor het grotestedenbeleid uitgetrokken. Het is niet de bedoeling dat dit bedrag wordt verhoogd nu er mogelijk vijftien steden bij komen. De vijftien steden zijn: Alkmaar, Almere, Amersfoort, Apeldoorn, Delft, Den Helder, Ede, Emmen, Gouda, Hoorn, Lelystad, Middelburg, Vlissingen, Zaanstad en Zoetermeer. De Kamer vindt het niet goed dat de steden pas in het komend voorjaar precies te horen krijgen hoeveel geld ze extra krijgen.