Binnenland

Handhaving rechtsorde komt in de knel”

Ministers: Politie
moet taken afstoten

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Om Nederland „aantoonbaar veiliger” te maken, moet de politie zich op haar kerntaken concentreren en allerlei oneigenlijke taken afstoten. Hulpverleningsinstanties moeten die taken weer op zich nemen en daartoe „ook na kantoortijd beschikbaar zijn”.

De ministers Peper van binnenlandse zaken en Korthals van justitie schrijven dit in het Beleidsplan Nederlandse Politie 1999-2002, dat zij gistermiddag naar de Tweede Kamer stuurden. Volgens beide bewindslieden doet de politie te veel werk dat andere hulpverleningsinstanties laten liggen. Daardoor komt haar kerntaak, de handhaving van de rechtsorde, in de knel.

De bewindslieden vinden dat de politie oneigenlijke taken moet laten vallen om te slagen in het „aantoonbaar veiliger” maken van Nederland. Dat is de doelstelling die het kabinet aan het einde van deze regeerperiode verwezenlijkt wil zien.

Daarvoor is het niet alleen nodig dat hulpverleningsinstanties, zoals de jeugdhulpverlening, de zorg voor verslaafden en psychisch gestoorden en scholen, hun verantwoordelijkheid nemen. Die instanties schieten nu vaak tekort omdat zij na kantoortijd „vaak niet bereikbaar zijn”. „Dat kan dus echt niet”, aldus Peper in een toelichting.

Geweld op straat
Ook willen de bewindslieden onderzoeken of sommige taken waarmee de politie nu druk is, niet beter door andere handhavers en toezichthouders kunnen worden gedaan. Dat varieert van gemeentelijke instanties, bijzondere opsporingsambtenaren tot particuliere beveiligingsorganisaties.

Die taken liggen bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid in winkelcentra, op bedrijfsterreinen en bij evenementen, zoals voetbal en popfestivals. Ook is het de vraag, aldus de bewindslieden, of de politie nog moet opdraven bij „kleinere auto-ongelukken”. Ook het geven van bepaalde preventieadviezen kunnen andere instanties op zich nemen.

De politie moet zich de komende jaren in het bijzonder richten op de aanpak van jeugdcriminaliteit, geweld op straat, zware en georganiseerde misdaad, mensenhandel en mensensmokkel, zedencriminaliteit, wapencriminaliteit, fraude, verkeersveiligheid en milieu. Over deze „beleidsthema's” moeten op lokaal en landelijk niveau afspraken worden gemaakt. Politiekorpsen moeten jaarlijks aangeven wat zij eraan gaan doen en achteraf in jaarverslagen verantwoording afleggen. De bewindslieden willen de presentaties en resultaten van de korpsen ook gaan 'meten' en onderling vergelijken.

Meer agenten
De bewindslieden willen ook de verhoging van het budget van korpsen meer laten afhangen van de geleverde prestaties. „Daar zullen ze ook op worden afgerekend”, verduidelijkte Korthals. Zij kondigen verder nader onderzoek aan naar eventuele verhoging van de normvergoeding, het geld dat korpsen van de overheid per agent krijgen. Volgens recent onderzoek is die normvergoeding momenteel veel te laag.

In het voorjaar start een landelijke wervingscampagne, die deze kabinetsperiode moet leiden tot 3000 agenten extra. Door een efficiëntere bedrijfsvoering wil het kabinet nog eens 2000 agenten „vanachter het bureau op straat” krijgen. Het beleidsplan is opgesteld in samenwerking met de korpsbeheerders, korpschefs en het openbaar ministerie.