Binnenland

CDJA-voorzitter Teusjan Vlot:
Heilige huisjes mogen best om

Door A. de Jong
Afgelopen zaterdag liep CDJA-voorzitter Teusjan Vlot boos weg uit de CDA-partijraad. Reden: een open discussie over de benoeming van een nieuwe partijvoorzitter bleek niet mogelijk. Vlot kwam daardoor niet toe aan iets dat hij zich vast had voorgenomen: het aan kandidaat-voorzitter Van Rij aanbieden van een toekomstmanifest. „Heilige CDA-huisjes mogen best om. Christelijke rituelen kunnen worden afgeschaft”.

Het toekomstmanifest van de CDA-jongeren is een opvallend document, waarin stevige en kritische uitspraken niet worden geschuwd. Volgens het CDJA staat de partij op de drempel van een nieuwe tijd. Het CDA heeft op dit moment weliswaar nog een grote kern van trouwe kiezers, maar dit zijn vooral „gelovige, oudere, laag-opgeleide mensen die wonen buiten de Randstad”. Het probleem is dat dit deel van het electoraat aan het begin van de 21e eeuw „niet meer zal bestaan”, aldus het manifest. Wat dan? „Het CDA zal moeten doorbreken naar nieuwe kiezers”. En snel.

Atheïst
„Wat heeft een jonge, moderne atheïst bij de christen-democratie te zoeken?” zo luidde een vraag op een CDA-bijeenkomst. Die vraag geeft volgens de CDA-jongeren exact het dilemma aan waar de partij aan het eind van de 20e eeuw voor staat. De jongeren formuleren in hun manifest ook het begin van een antwoord: zo'n „jonge, moderne atheïst” heeft álles te zoeken bij hun partij. Als hij tenminste het typische CDA-ideaal van een verantwoordelijke samenleving onderschrijft.

Een andere vraag is of deze jongeman ook daadwerkelijk op het CDA af zal stappen. Nee, vrezen de CDA-jongeren. Daarvoor is hun partij veel te „betuttelend, kerks, conservatief, cultuurpessimistisch en oubollig”. Wil het CDA dit imago van zich afschudden, dan moeten „allerlei christelijke symbolen en gebruiken worden afgeschaft”. Het op traditionele wijze openen van een vergadering? Het zingen van een lied? Het aanheffen van het volkslied aan het einde van de partijraad? Als het aan de jongeren ligt, wordt dat snel voltooid verleden tijd. Partijbijeenkomsten dienen te worden „gedynamiseerd en opgevrolijkt”.

Taalveld
En dat is nog niet alles. Als het CDA de aankomende generatie, alle mensen die vinden dat er meer is in het leven dan alleen carrière maken, aan zich wil binden, zal het ook het traditionele taalveld aan moeten passen. „Het is allemaal mooi hoor, die christelijke termen als gerechtigheid, gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap”, stelt CDJA-voorzitter Teusjan Vlot, „maar wie begrijpt ze nog?” Rechten- en economiestudent Vlot, afkomstig uit gereformeerde-bondskring, vindt dan ook dat zijn partij naarstig op zoek moet naar „woorden en termen die beter aansluiten bij het moderne levensgevoel”.

Welke termen zouden dat moeten zijn? Verantwoordelijkheid en solidariteit zijn toch heel gangbare woorden?
„Ja, maar met gerechtigheid ligt dat al weer anders. Ik geef overigens direct toe dat het nog een hele toer zal worden om nieuwe begrippen te vinden die de lading net zo goed dekken als de oude. Maar het is het proberen waard. We hebben toch niet voor niets een denktank, een wetenschappelijk instituut? Ook de term rentmeesterschap is uitgesleten. Wat dan het alternatief moet zijn? Sommigen stellen “duurzaamheid” voor. Daar ben ik nog niet enthousiast over, omdat de spirituele component daarin ontbreekt”.

Mensen die het christelijk karakter van het CDA willen versterken, zullen met uw pleidooi niet blij zijn. Het komt over alsof de partij afstand moet nemen van alles wat met het christendom verband houdt.
„Dat is zeker niet onze bedoeling. Zelf ga ik elke zondag naar de kerk. Het christelijk karakter van de partij is voor mij heel belangrijk. Wel vind ik dat het imago van de partij geen beletsel mag vormen voor wie zich bij ons aan wil sluiten. Hoe vaak zie je niet dat als er iets van onze partijbijeenkomsten op tv wordt uitgezonden, de media net dat moment kiezen waarop CDA'ers een geestelijk lied aanheffen? Daarvan gaat het signaal uit dat niet-christenen niet welkom zijn. Als het zo werkt, kun je die op zich niet wezenlijke elementen beter afschaffen”.

Maar vorm en inhoud zijn toch nooit helemaal los te maken?
„Daar denk ik anders over”.

Homohuwelijk
Wie het manifest van de CDA-jongeren bestudeert, merkt dat het hen niet alleen om procedures en communicatie te doen is, maar dat hun kritiek zich ook richt op inhoudelijke stellingnames van de partij. „Het CDA moet het aandurven heilige huisjes en taboes uit de eigen traditie ter discussie te stellen, zoals het homohuwelijk, de gekozen burgemeester, het bijzonder onderwijs, het drugsbeleid, de monarchie, abortus en euthanasie”.

Vlot benadrukt dat deze zinsnede niet gelezen moet worden als een oproep om alle huidige standpunten op de helling te zetten. Wel willen de CDJA'ers testen of de gebruikte argumenten nog altijd valide zijn. Toch, zo geeft de voorzitter van de jongerenorganisatie toe, is het niet toevallig dat het CDJA juist deze thema's noemt. „Bij een aantal van deze onderwerpen vinden wij inderdaad dat de partij een andere lijn moet kiezen. Een voorbeeld is het drugsbeleid. Ook vinden wij, in tegenstelling tot onze moederpartij, dat het homohuwelijk er moet komen. De overheid moet zo min mogelijk een inhoudelijk oordeel geven over hoe mensen hun privéleven inrichten”.

Als de partij al uw suggesties overneemt, de liederen en christelijke termen afschaft, voorstander wordt van het homohuwelijk en wellicht tegenstander van de monarchie, wat blijft er dan nog van het CDA over? Waarin onderscheidt de partij zich dan nog van welke grote partij ook?
„Wat mij betreft ligt de kern van de christen-democratie in de grote waarde die wij hechten aan het maatschappelijk middenveld. “Samenleven doe je niet alleen” was, heel terecht, onze verkiezingsslogan. Wie op het CDA stemt, moet zich daar in elk geval achter willen stellen. Ons manifest is gericht op het aanboren van nieuwe kiezersgroepen, ja, maar niet tegen elke prijs. Als mensen niet wíllen „samenleven” houdt het op. Als het om die inhoudelijke kern gaat, mag het CDA niet marchanderen”.