Binnenland

Lichtbad maakt verpleegkundigen 's nachts alerter

Zuster moet even „lichtje scheppen”

Van een medewerker
EINDHOVEN – Een kort lichtbad bij de start, in het midden en aan het einde van de nachtdienst blijkt de prestaties van de nachtwerker positief te beïnvloeden. Dit is een van de conclusies die afgelopen nacht tijdens het nachtsymposium van NU'91, beroepsorganisatie van de verpleging, in het Eindhovense Evoluon werden getrokken.

Elke nacht werken 18.000 verpleegkundigen en verzorgenden in ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere instellingen. Velen van hen bouwen een slaaptekort op en hebben last van een verstoord bioritme. Ook worstelt men 's nachts eerder met gevoelens van onveiligheid dan overdag. Insluipers, inbrekers, dronkaards en gluurders kunnen de verpleging de stuipen op het lijf jagen, maar ook bewoners en patiënten vertonen tijdens de donkere uren nog al eens afwijkend of ongewenst gedrag. „Soms gaat het alleen maar om een gevoel en gebeurt er niets naars”, zegt M. Bogers, beleidsmedewerker van NU'91. Toch is de fysieke en psychische belasting tijdens de nachtdiensten vaak extra zwaar. De meeste kinderen worden 's nachts geboren en er sterven meer mensen in de nacht dan overdag.

De 650 deelnemers aan het nachtsymposium luisterden naar deskundigen die refereerden over verstoorde ritmes bij nachtelijke arbeid, nachtelijke onrust tijdens de slaap, de invloed van licht op het bioritme en de aspecten van licht op de gezondheid. In workshops werd onder andere gediscussieerd over (on)veiligheid en seksualiteit in de nacht en over nachtbraken dat zuur kan opbreken.

Lichtgestuurd
„Omdat we licht via onze ogen binnenkrijgen kunnen we zien. Maar licht stuurt en beïnvloedt ook onze biologische klok. Licht is de belangrijkste “Zeitgeber” om die klok gelijk te zetten met de natuurlijke dag- en nachtcyclus. Tenslotte worden onze hersenen door licht gestimuleerd”, zei prof. dr. ir. S. H. A. Begemann, hoogleraar verlichtingskunde aan de faculteit bouwkunde van de TU Eindhoven en vice-president van Philips Lighting.

Begemann liet zien dat, wanneer onze biologische klok niet iedere 24 uur gelijk wordt gezet, een verschuiving optreedt in het biologisch ritme (circadiaan ritme). De slaap komt vanzelf op, wanneer het melatoninegehalte in het bloed stijgt en de lichaamstemperatuur gaat dalen. Als de mens waakt, is er een hoog gehalte aan cortisol in het bloed en is de lichaamstemperatuur hoog. Volgens Begemann brengt cafeïne het melatonine in het bloed maar een klein beetje omlaag, waardoor de slaap enigszins wordt verdreven. Licht acht de hoogleraar een veel grotere stimulans, dat bovendien ook nog als een soort vitamine werkt. Daarom heeft hij een lichtprotocol ontwikkeld, waardoor het dieptepunt tijdens de nachtdienst, de dip, naar achteren wordt verschoven.

„Neem voorafgaand aan de nachtdienst een lichtbad, “bright light” (1000 tot 2500 lux), en neem vooral halverwege de nacht nog eens zo'n lichtbad. Ga een lichtje scheppen in plaats van een luchtje scheppen”, aldus Begemann.

Speciale lamp
Medilux, onderdeel van Philips, heeft daartoe een speciale lamp ontwikkeld, die op iedere ziekenhuisafdeling in een kleine kamer als lichtbad geïnstalleerd zou moeten worden, was het devies van de Philips-topman. Binnen de door hem opgerichte Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid zou een dergelijk lichtbad met groot succes worden toegepast bij bepaalde slaapstoornissen, jetlag (tijdverschil wanneer men naar een ander land vliegt), nachtdienstwerk, winterdepressies en bij Alzheimer-patiënten.

Volgens de Nijmeegse fysioloog en neuropsycholoog, dr. E. L. J. M. Luijtelaar, heeft 10 procent van alle nachtwerkers geen klachten. Binnen een halfjaar blijkt 20 procent niet geschikt om in ploegendienst te werken en heeft 70 procent van de nachtwerkers na verloop van tijd variabele klachten. „De klachten komen vooral voor bij mensen tussen de veertig en vijftig jaar en vaker bij vrouwen dan bij mannen. Jonge mensen rapporteren nauwelijks klachten. Tussen vier en vijf uur 's nachts bestaat de grootste kans op ongelukken”, aldus Luijtelaar. Omdat de meeste aspecten van het biologisch ritme zich na vijf dagen hebben aangepast, adviseerde Luijtelaar niet meer dan een of twee nachtdiensten achter elkaar te doen. „Dan krijgen de ritmes geen kans om zich aan te passen”. Hoe ouder men wordt, hoe liever men een langere cyclus nachtdiensten achter elkaar doet. „De ritmes hebben zich dan aangepast”. De neuropsycholoog stond echter sceptisch tegenover de “bright light”-therapie. „Korte dutjes zijn voldoende om een dip te voorkomen”, zei hij, waarmee hij de nodige hilariteit verwekte.

Lichttherapie
„Met verbazing heb ik geconstateerd dat diep depressieve mensen na vier of vijf behandelingen met helder licht, in de ochtenduren, duidelijk verbeterden. Doorbehandeling tot de tiende dag gaf in 70 tot 80 procent van de gevallen succes. Wat een vondst! Een paar heldere lampen, je gaat er voor zitten, je kijkt er af en toe in, je leest intussen wat, bereid je dag voor en na een uur sta je energiek op. Na enkele dagen ben je van die vervelende depressie af. Je slaapt beter, je voelt je beter, bent beter uitgerust, je eet gezonder en je sociale contacten normaliseren, net als in de zomer. Daar kan geen pil tegenop. Men probeert het momenteel met nieuwe antidepressiva, maar de resultaten zijn nog steeds in het voordeel van de lichttherapie”.

Drs. W. J. T. de Man, psycholoog en verpleegkundige, werkzaam bij Medilux, hield er een warm pleidooi voor. „Lichttherapie is momenteel de eerste keus van behandeling bij winterdepressie. Een positief advies van de raad voor volksgezondheid heeft inmiddels minister Borst bereikt”, aldus De Man.