Binnenland

Vooral leraren exacte vakken klagen

Lesprogramma in
studiehuis zit te vol

Van onze onderwijsredactie
UTRECHT – De middelbare scholen die in september met het studiehuis zijn gestart, vinden het lesprogramma te vol. Dat is hun grootste kritiek op de nieuwe manier van werken in de hoogste havo- en vwo-klassen. De scholen menen dat het studiehuis wel een verbetering is ten opzichte van de hele dag klassikaal lesgeven.

Dat zegt mevrouw C. Visser 't Hooft, lid van de stuurgroep tweede fase voortgezet onderwijs en de uitvindster van het studiehuis. Zij sprak gisteren over haar geesteskind –de leerlingen zelfstandiger laten leren– op de Dag van het Literatuuronderwijs in de Utrechtse Jaarbeurs.

Visser 't Hooft deelde desgevraagd mee dat de eerste evaluatie van het studiehuis net is afgerond. Daaruit blijkt dat de scholen problemen hebben met de overladenheid van het studieprogramma, vooral bij de exacte vakken: wis-, natuur- en scheikunde. „Het is de belangrijkste taak van de stuurgroep tot aan de Kerst om te kijken wat we hieraan kunnen doen”.

Invulling
Scholen denken nog te veel dat er maar één studiehuis bestaat, aldus Visser 't Hooft. Zij blijft dit misverstand bestrijden. „Er staan maar een paar dingen over het studiehuis in de wet: het onderwijs moet breed algemeen vormend zijn, de leerlingen krijgen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en er moet recht worden gedaan aan verschillen tussen leerlingen. Hoe de scholen het studiehuis concreet gestalte geven, is hun eigen zaak”.

Dat veel leraren die vrijheid juist een probleem vinden, weet Visser 't Hooft. „Leraren zijn wat dat betreft net als leerlingen: ze willen alles zoveel mogelijk tot in detail voorgeschreven hebben”.

De geestelijke moeder van het studiehuis geeft toe dat de invoering van de basisvorming –de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs– in 1993 juist wel werd omgeven met strakke regels vanuit het ministerie van onderwijs. Haar reactie: „Leraren zullen eraan moeten wennen dat het nu anders gaat”.

Uittreksels
De klacht van docenten Nederlands en moderne vreemde talen dat de hoeveelheid boeken die leerlingen moeten lezen drastisch is beperkt, herkent Visser 't Hooft. Zij wil daar echter niet dramatisch over doen. „In de oude situatie moesten de leerlingen inderdaad meer lezen, maar deden ze dat ook echt? Was het niet vaak zo dat zij de uittreksels uit hun hoofd leerden? De stuurgroep heeft gezegd: Liever wat minder boeken op de lijst, maar dan wel echt gelezen en bestudeerd”.

De 123 middelbare scholen die al met het studiehuis bezig zijn –de andere volgen in 1999– doen het uitstekend, aldus Visser 't Hooft. „Hun enthousiasme is groot, hoewel ze best tegen een aantal problemen aanlopen. Dat is overigens niet vreemd, want voor een ingrijpende onderwijsvernieuwing als het studiehuis moet je jaren uittrekken”.