Binnenland

Noordoostpolder loopt net als een badkuip snel vol

”Welkom op de zeebodem”

Door R. Pasterkamp
NOORDOOSTPOLDER – Het staat er echt, al jaren: “Welkom op de zeebodem”. Het bord met deze tekst bij de ingang van de Noordoostpolder net na de Ramspolbrug doet deze dagen cynisch aan. In 1942 viel de polder droog. In de laatste week van oktober 1998 loopt hij bijna vol.

Wegen als waterglijbanen en weilanden als pierebadjes. Nederland had de naam tussen de buien droog te zijn, maar dat lijkt na gisteren voorbij. Water, water en nog eens water. Buiten de dijken. Binnen de dijken. Schokland, het voormalige eiland in de Zuiderzee, rijst op uit het water. De weilanden om het eilandje staan blank. In één nacht is de Noordoostpolder volgelopen.

Het meest kritiek is de situatie bij het dorp Tollebeek, halverwege de weg van Emmeloord naar Urk. De Urkervaart is nog nooit zo breed geweest. Een veld vol aardappels is veranderd in een binnenmeer. Een boer probeert zijn schaapjes op het droge te brengen. De beesten werken niet echt mee.

In de nieuwbouwwijk van Tollebeek –lager gelegen dan de rest van het dorp– staan kelders blank. Er wonen hier veel jonge Urkers omdat de grond goedkoper is dan op „de Bult”. Maar wie had gedacht dat ze al zo snel natte voeten zouden krijgen? „Dat zou ons op Urk niet zijn overkomen”, zegt een jonge moeder die in de weer is met een tuinslang. „Als het water nog hoger komt, trekken we de vloerbedekking eruit”.

Uiensoep
Over een kavel aan de Urkerweg kolkt zo veel water, dat de uien loskomen van de grond. De wind drijft ze naar een hoek van het land. Net uiensoep. Boerin S. Tigchelaar maakt foto's van het macabere schouwspel. „Vanmorgen had ik tranen in de ogen toen ik dit zag. We wonen hier nu dik 25 jaar, maar zoiets hebben we nog nooit meegemaakt”. De uien lagen klaar om opgeladen te worden. „Er waren even geen vrachtwagens beschikbaar”, zegt mevrouw Tigchelaar. Toen kwam de regen en nu is 200 ton uien ineens waardeloos.

De schuur op het erf van boer Tigchelaar houdt het ook niet lang meer droog. In de schuur ligt 500 ton aardappels opgeslagen; een berg van 3,5 meter hoog. „Als er van onderaf water bij komt, gaat de zaak rotten. Dat hou je niet tegen”. De boerin slikt en loopt verder. De voorraadschuur van Nederland (in de Noordoostpolder verbouwen de boeren vooral suikerbieten, graan en aardappelen) krijgt een gevoelige tik.

De natte Noordoostpolder is vergelijkbaar met een badkuip. Op de plek van Tollebeek zit de stop. Het putje van de polder. Al het water moet daarlangs. Hoewel de drie gemalen –bij Urk, Lemmer en Kraggenburg– op vol vermogen draaien, steeg het water gistermiddag nog steeds. Tot 5 centimeter per uur. Daar helpt geen zandzak tegen. Gloednieuwe zakken worden bij Tollebeek gevuld en langs de Urkervaart gelegd. Het water sijpelt eronderdoor.

Alarmbellen
In de nacht van dinsdag op woensdag viel er in de polder 80 millimeter water. Dat is 80 liter per vierkante meter. De badkuip liep snel vol. Alle alarmbellen gingen af. Dinsdagavond niets aan de hand, woensdagmorgen hoogwater in de polder. Iemand van het waterschap Noordoostpolder vertelt dat de gemalen per etmaal 13 millimeter weg kunnen pompen. Uit voorzorg was er al onderbemalen. Toch zal het zeker nog een dag of vijf duren voordat de situatie weer normaal is. Maar dan moet het niet weer gaan regenen.

Of waaien. Bij een harde westenwind wil het water uit het IJsselmeer bij Urk de polder in, terwijl het polderwater er juist uit moet. Wat er dan kan gebeuren, is al te zien bij het dorp Marknesse. De sluis midden in het dorp is een kolkende watermassa. Normaal is de kolk gevuld met water en worden schepen geschut van de hoge naar de lage kant van de Zwolsevaart. Of net andersom natuurlijk.

De waterstand is nu zo hoog, dat het water over de sluisdeuren en de kade heen in de kolk loopt. De mini-Niagara Falls in Marknesse. Sluiswachter Henk de Vries kon eerst zijn ogen niet geloven. „Dit is onnatuurlijk. Zoiets gaat altijd ten koste van iets anders. De boeren komen zwaar in de problemen”.

Er valt vanmiddag weinig te schutten. De sluiswachter van Marknesse kan niet veel meer doen dan het publiek in de gaten houden. Ramptoeristen trotseren de harde wind. Doet er een de deur van het sluiswachtershuisje open en vraagt aan De Vries: „Het komt vannacht nog hoger. Ligt je boot al klaar?”