Binnenland

Bollensector vreest 400 miljoen schade

Apotheker overweegt
meer te vergoeden

Van onze redactie economie
DEN HAAG – Landbouwminister Apotheker overweegt aan de boeren die de afgelopen weken zijn getroffen door de enorme regenval toch een schadevergoeding uit te keren. Ze moeten dan wel voldoen aan de criteria uit de Wet waterschade. Een belangrijke voorwaarde is dat er in twee dagen 100 millimeter regen is gevallen.

Volgens het KNMI in De Bilt is er het afgelopen etmaal al 80 millimeter regen gevallen in het noorden en oosten van het land. Een ander criterium is dat er sprake moet zijn van maatschappelijke ontwrichting en samenwerkende hulpdiensten. Boeren dringen al geruime tijd aan op hulp.

Zodra aan de criteria is voldaan, wil Apotheker de getroffen boeren op dezelfde wijze te hulp schieten als de boeren in het zuiden en westen. Die werden half september getroffen door zware regenval. „Ik zie ook wel dat er sprake is van grote bedrijfs- en oogstschade door de langdurige regenval”, zei de minister gisteren. „Maar zolang nog niet is voldaan aan de criteria is de bewuste wet nog niet van toepassing”.

Tevreden
Voorzitter A. Maarsingh van de vakgroep akkerbouw van de boerenorganisatie LTO-Nederland toonde zich tevreden over de toezegging van Apotheker. „Het lijkt erop dat we de minister nu mee hebben om in het kabinet een schaderegeling af te spreken”. Terwijl Apotheker sprak, had LTO-Nederland al een brief aan hem verstuurd waarin de organisatie nogmaals aandringt op schadevergoeding. Apotheker kondigde ook aan dat hij met LTO per bedrijf de schade als gevolg van de wateroverlast gaat inventariseren. „Het is voor mijn ministerie zinvol en noodzakelijk te weten wat dit weer voor ondernemers betekent”, aldus de minister.

De Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) vreest dat de schade als gevolg van de hevige regenval in de afgelopen dagen kan oplopen tot 400 miljoen gulden. Vooral veel leliepercelen staan onder water. Het oogsten van de gewassen, doorgaans tussen oktober en december, is daardoor onmogelijk.

Volgens de KAVB is er een kans dat de totale oogst verloren gaat als de regen niet snel ophoudt. De schade kan oplopen tot enkele honderdduizenden guldens per hectare. Voor veel bedrijven zal dat het einde betekenen, aldus de organisatie. Ook de oogst van dahlia's en gladiolen staat onder druk. Tulpen en narcissen die reeds geplant zijn, lopen de kans te 'verstikken' doordat de bodem met water is verzadigd. „De schade voor het volgende jaar zal in die situatie zeer groot zijn”, aldus de sector.

Suikerfabrieken
De suikerfabrieken van CSM en Suiker Unie in Groningen hebben de productie sterk verminderd. CSM heeft de bietenverwerking met de helft teruggebracht; Suiker Unie met eenderde. Ook de fabrieken van beide concerns in Breda en Dinteloord draaien op verminderde kracht.

Fabrieksmanager J. Schwirtz van Suiker Unie in Groningen denkt de installaties nog tot zaterdag draaiende te kunnen houden. Daarna komt de fabriek ten minste enkele dagen stil te liggen. De schade loopt in de honderdduizenden guldens. Het concern verwacht dat loonbedrijven en boeren in het gunstigste geval pas medio volgende week weer het land op kunnen. Suikerbieten zijn volgens Schwirtz goed tegen nattigheid bestand. De grootste zorg van landbouwers is dat ze hun bietenoogst voor het intreden van de vorst uit de grond hebben.

Door het weer verloopt het rooien van bieten moeizaam, waardoor de fabrieken bij aanhoudende neerslag snel door de voorraad heen zijn, zegt woordvoerder W. van Oorschot van Cosun, de moedermaatschappij van de Suikerunie.

„De situatie op de akkers is extreem. Zo is het nog nooit eerder voorgekomen”, weet Van Oorschot. In veel gevallen kunnen de rooimachines het land niet op en als het wel mogelijk is, dan neemt het rooien drie keer zo veel tijd in beslag. Ook de vrachtauto's die de bieten vervoeren naar de fabrieken kunnen het land niet op. Ze zakken net als de rooimachines weg in de modder. Van Oorschot kan nog geen inschatting maken van de financiële gevolgen.

Aardappelzetmeelfabriek Avebe weet nog niet wat de consequenties van de wateroverlast voor de zetmeelproductie zijn. Op een kwart van de percelen zitten de fabrieksaardappelen nog in de grond. „Het is de vraag of die er nog uitkomen. Daar kunnen we geen pijl op trekken. Het hangt ervan af of de aardappelen wel of niet verrot zijn”, zegt woordvoerder S. Meerman van Avebe.

Graslanden
De wateroverlast heeft grote gevolgen voor de onbemaaide graslanden waar de koeien grazen. Het gras, dat in veel weiden nog te hoog is, loopt de kans te gaan rotten, met alle gevolgen van dien. Dat zegt bedrijfsleider J. Verheul van de Proefboerderij in Zegveld. „Op de meeste koeienweiden staat het gras zo'n 13 centimeter hoog, terwijl het 4 tot 5 centimeter zou moeten zijn wil het goed overwinteren”, zegt Verheul. Als het gras niet meer beweid of gemaaid kan worden, zakt het bij een strenge winter naar de grond en sterft het af.

Gevolg is dat de boer het dode gras in het voorjaar moet weghalen en het grasland opnieuw moet inzaaien. „De koeien hadden eigenlijk nog veertien dagen in de weide moeten staan. Dan hadden ze het gras door beweiding kort kunnen maken”, aldus Verheul. Door het natte weer zijn de koeien eerder op stal gegaan.