Helft informatie klopt niet meerMinister Korthals pakt CRI aanVan onze redactie politiek DEN HAAG Minister Korthals van justitie gaat orde op zaken stellen bij de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI). De bewindsman reageert hiermee op een vandaag verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer, dat vernietigend is over deze dienst. Organisatorisch en financieel is er bij de CRI van alles mis. De CRI is belast met de opsporing van de georganiseerde misdaad. Bij de dienst werken ongeveer 600 mensen. Het is niet voor het eerst dat de CRI op een negatieve manier in de publiciteit komt. De IRT-affaire beschadigde de reputatie van deze dienst fors. Als gevolg daarvan werd het onderzoek naar de zware criminaliteit overgeheveld van de CRI naar het WODC, het wetenschappelijk bureau van het ministerie van justitie. De CRI heeft bij de opsporing van georganiseerde misdaad als hoofdtaak een databank bij te houden. Daarin zijn allerlei gegevens, veelal afkomstig van politiekorpsen, hierover opgeslagen. Maar ook dat werk doet de dienst niet goed. Het vandaag gepresenteerd onderzoek geeft hiervan een ontluisterend beeld. In het verleden werden recherchegegevens over vuurwapens, gewelds- en zedenmisdrijven doorgegeven aan het databestand van de CRI. Een groot aantal regionale politiekorpsen heeft het vertrouwen in deze dienst feitelijk opgezegd door geen gegevens meer over hun recherchewerk te verstrekken. Onbetrouwbaar De politiekorpsen zijn ook ontevreden over de service die de CRI aan de korpsen verleent. De over en weer verstrekte informatie blijkt uitermate onbetrouwbaar. Volgens de Rekenkamer klopt ruim de helft van de gegevens rond lopende onderzoeken niet of niet meer. Als een politiekorps vergat een onderzoek af te melden, stond dit onderzoek bij de CRI soms nog jarenlang als actueel in het computerbestand. Niemand kwam op het idee eens na te gaan of het onderzoek nog liep. De informatie die de politiekorpsen aan de CRI verstrekken, verschilt van inhoud. De Rekenkamer constateerde dat de korpsen in tweeënhalf jaar ruim tienduizend rapporten uitbrachten die van landelijk belang waren. Het CRI kreeg maar 29 procent van die rapporten. De korpsen stuurden 15 procent van deze rapporten naar andere regiokorpsen en stuurden 56 procent helemaal niet door. De CRI verspilde veel geld aan onduidelijke projecten en peperdure reorganisaties. CRI-functionarissen zitten met behoud van salaris werkloos thuis omdat er volgens de leiding geen werk voor hen is in de gereorganiseerde dienst. Deze thuiszitters kunnen moeilijk ander werk vinden omdat ze door hun hoge salaris nauwelijks inpasbaar zijn. Lege huls De CRI had voorheen vijf afdelingen in het land die als buitenposten fungeerden, de zogeheten afdelingen Recherche Informatie. Maar de huidige CRI-directeur Mastenbroek hief deze afdelingen die volgens deskundigen als ogen en oren van de dienst behoorlijk functioneerden weer op. Hij bracht de daar werkzame rechercheurs als CRI-vertegenwoordigers bij de regionale politiekorpsen onder. Deze reorganisatie was ook geen verbetering. Daardoor verloor de dienst nog meer het vertrouwen van de politiekorpsen. Veel politiekorpsen en hun rechercheurs zien de CRI als een lege huls. Minister Korthals van justitie kondigde zondag nadat een deel van het rapport van de Rekenkamer was uitgelekt al aan dat hij van plan is op korte termijn bij de CRI orde op zaken te stellen. De CRI is een onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Dat is het enige korps waarover het ministerie van justitie tot nu toe het beheer voert. Tijdens de recente kabinetsformatie is echter besloten dat het beheer hiervan net als die van de regionale korpsen wordt ondergebracht bij het ministerie van binnenlandse zaken. Justitie is vast van plan bij Binnenlandse Zaken een KLPD met een op orde zijnde CRI af te leveren. Korthals zal al op korte termijn de aanbevelingen van de Rekenkamer bespreken met de leiding van het KLPD. |