Binnenland

Nieuw onderzoek naar Surinaamse leider

„Nationaliteit van
Bouterse onzeker”

AMSTERDAM – Het gerechtshof in Amsterdam heeft gisteren de rechter-commissaris gevraagd een onderzoek te beginnen naar welke nationaliteit Desi Bouterse had tijdens de Decembermoorden in 1982. Die wetenschap is noodzakelijk om de huidige Surinaamse adviseur van staat al dan niet te kunnen vervolgen voor zijn eventuele betrokkenheid bij de moorden.

Het hof heeft het onderzoek gelast tijdens het behandelen van een klacht van de nabestaanden Rob Wijngaarde en Romeo Hoost. Die zitting had achter gesloten deuren plaats. Beiden zijn het niet eens met de eerdere beslissing van de Nederlandse justitie om Bouterse niet strafrechtelijk aan te pakken voor zijn vermeende betrokkenheid bij de Decembermoorden.

Als nu blijkt dat Bouterse destijds de Nederlandse nationaliteit bezat, kan Justitie alsnog beslissen hem voor deze zaak te vervolgen.

Wijngaarde en Hoost vroegen 2,5 jaar geleden aan officier van justitie mr. C. Goes om de voormalige Surinaamse legerleider voor zijn aandeel te vervolgen. Bij de Decembermoorden kwamen vijftien mannen om het leven, onder wie de broer van Wijngaarde en de neef van Hoost. De twee nabestaanden zijn ervan overtuigd dat Bouterse tijdens de moorden de Nederlandse nationaliteit had.

Geen toedeling
Goes vond dat eerder niet aannemelijk. Het Koninklijk Besluit van 6 januari 1976 waarop Wijngaarde en Hoost zich beroepen, was in de ogen van Goes alleen van toepassing op Nederlanders die hun nationaliteit dreigden te verliezen doordat zij in Surinaamse krijgsdienst traden. Het besluit deelde geen nationaliteit toe, aldus Goes. Omdat bovendien Suriname in deze zaak weigerde informatie te geven, wees hij het verzoek om Bouterse te vervolgen af.

Volgens mr. J. Pen, advocaat van Wijngaarde en Hoost, verweet het openbaar ministerie (OM) tijdens de vorige zitting in juli te weinig te hebben ondernomen om achter de omstreden nationaliteit van de vroegere legerleider te komen. Dat terwijl het in de ogen van het hof juist gaat om buitengewoon ernstige strafbare feiten.

Geen genoegen
Ook gisteren heeft het hof geen genoegen genomen met de verklaring van Justitie dat het „onomstotelijk” zou vaststaan dat Bouterse destijds over de Surinaamse nationaliteit beschikte. Het OM kwam met stukken van de burgerlijke stand waaruit dat zou blijken.

Maar het hof zei gisteren volgens Pen er toch nog steeds niet van overtuigd te zijn dat Bouterse in 1982 tijdens de Decembermoorden niet over de Nederlandse nationaliteit beschikte. Daarom moet de rechter-commissaris nu hierover helderheid zien te krijgen.