| Binnenland |
Ook buiten protestantse kring bezwaar tegen Gay GamesHomocritici naar de VeluweDoor W. B. Kranendonk De commotie die zijn column heeft teweeggebracht, vindt Volkskrant-medewerker Gerry van der List niet leuk. Als het gaat om de inhoud, dan staat hij daar nog vierkant achter. De Gay Games van begin deze maand typeerde hij als een Amsterdamse orgie. Van der List liet in zijn artikel weten elkaar zoenende homoseksuelen een onsmakelijk gezicht te vinden. De columnist stoorde zich tijdens de spelen aan het buitenissig gedrag van homoseksuelen en aan hun grote aandacht voor het lichamelijke. Het is vreemd dat weinigen opmerken hoe weerzinwekkend zo'n levensstijl is. Dat weinigen goede smaak durven te verdedigen tegen genotzucht en platheid in het homopark dat Amsterdam tijdens de Gay Games was. Vertwijfeld vroeg Van der List zich af waarom slechts een kleine groep een verband legt tussen het oprukken van een decadente cultuur en de kinderpornozaak in Zandvoort. Uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat het vertoon tijdens de Gay Games geenszins als een verrijking gezien kan worden. De publicatie van de column was de aanleiding dat over het hoofd van de columnist en dat van de hoofdredacteur van de Volkskrant een tyfoon van klachten trok. Zij kregen het verwijt zich schuldig te hebben gemaakt aan grove discriminatie van homoseksuelen. Het Meldpunt Discriminatie nam de zaak zo ernstig op dat het naar de rechter stapte. Die mag nu uitmaken of Van der List over de schreef ging. Opruiend In een uitgebreid artikel in de Volkskrant van gisteren slaagde cultuurhistoricus T. H. von der Dunk niet te verwarren met de bekende historicus prof. H. W. von der Dunk erin Van der List de preekjas van een calvinistische boetgezant aan te trekken. Na een uitgebreide verdediging van de legitimiteit van de Gay Games komt Von der Dunk tot de stelling: Dat velen zich bij het zien van de liefde nog steeds opgelaten voelen, is symptomatisch voor de heersende krampachtigheid ten opzichte van alles wat met erotiek te maken heeft de meest fatale erfenis van tweeduizend jaar christendom. In Nederland heeft dat zijn extreemste vorm gevonden bij de orthodoxe calvinisten die de mens het liefst zouden herscheppen naar hun eigen vreugdeloze evenbeeld. Von der Dunk beweert dat gay (oorspronkelijk het Engelse woord voor vrolijk) het tegendeel is van gereformeerd. Daarom vindt de cultuurhistoricus dat we van het idiote zondigheidsbesef van het calvinisme afmoeten. Met andere woorden: het calvinisme is voor Von der Dunk geen levensovertuiging die een legitieme plaats in onze tolerante samenleving verdient, maar een ernstig trauma waar een deel van de samenleving, bewust of onbewust, onder lijdt. Volgens hem in ieder geval ook Van der List, in het dagelijks leven beleidsmedewerker van de VVD. Absurd In messcherpe bewoordingen zet de NRC-schrijver voorstanders van de spelen op hun nummer: In de ogen van al degenen in de wereld die het nog niet zo heerlijk ver gebracht hebben als wij, hebben wij onze reputatie bevestigd van een land waar alles kan: drugs, kinderporno, homoseksueel exhibitionisme. Deze permessiviteit, die onder de naam van tolerantie gaat (waarmee we onszelf op de borst slaan), heeft misschien goede gronden, maar we moeten niet de illusie koesteren dat we ons er in de wereld geliefder of gerespecteerder mee maken. Romeinse Rijk In zijn artikel van gisteren probeerde Von der Dunk deze overeenkomsten tussen het Romeinse Rijk en onze tijd van tafel te vegen. Hij noemt de gedachte dat decadentie de oorzaak was van de ondergang van de Romeinen een Victoriaans cliché, dat nu toch echt eens de wereld uit moet. De neergang van het rijk valt samen met de introductie van het puriteinse christendom, zegt Von der Dunk. Daarmee gaat hij niet zover uit te spreken dat de opkomst van het christendom de oorzaak is van de neergang van het Romeinse Rijk, maar hij wekt wel de suggestie. Menig kenner van de Oudheid zal die gedachte niet zonder meer van hem overnemen. Overigens is het de vraag welk historisch handboek Von der Dunk raadpleegde om het puriteinse christendom in de Vroege Kerk te dateren. De meeste kerkhistorici gebruiken voor het eerst die term in de 16e eeuw. Stemmenwinst |