Binnenland

Ook buiten protestantse kring bezwaar tegen Gay Games

„Homocritici naar de Veluwe”

Door W. B. Kranendonk
APELDOORN – Planologen van gemeenten op de Veluwe dienen rekening te houden met forse groei van de woonwijken. Als tenminste ieder die bezwaar maakt tegen opzichtig gedrag van homoseksuelen het advies van de cultuurhistoricus Thomas H. von der Dunk opvolgt. „Ieder die anno 2000 nog uit zijn evenwicht raakt door gearmde mannen, kan maar het beste emigreren naar de Veluwe”. Hoe druk wordt het aan de boszomen?

De commotie die zijn column heeft teweeggebracht, vindt Volkskrant-medewerker Gerry van der List niet leuk. Als het gaat om de inhoud, dan staat hij daar nog vierkant achter. De Gay Games van begin deze maand typeerde hij als „een Amsterdamse orgie”. Van der List liet in zijn artikel weten elkaar zoenende homoseksuelen „een onsmakelijk gezicht te vinden”.

De columnist stoorde zich tijdens de spelen aan het buitenissig gedrag van homoseksuelen en aan hun grote aandacht voor het lichamelijke. „Het is vreemd dat weinigen opmerken hoe weerzinwekkend zo'n levensstijl is. Dat weinigen goede smaak durven te verdedigen tegen genotzucht en platheid in het homopark dat Amsterdam tijdens de Gay Games was”. Vertwijfeld vroeg Van der List zich af waarom slechts een kleine groep een verband legt tussen het oprukken van een decadente cultuur en de kinderpornozaak in Zandvoort. Uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat het vertoon tijdens de Gay Games geenszins als een verrijking gezien kan worden.

De publicatie van de column was de aanleiding dat over het hoofd van de columnist en dat van de hoofdredacteur van de Volkskrant een tyfoon van klachten trok. Zij kregen het verwijt zich schuldig te hebben gemaakt aan grove discriminatie van homoseksuelen. Het Meldpunt Discriminatie nam de zaak zo ernstig op dat het naar de rechter stapte. Die mag nu uitmaken of Van der List over de schreef ging.

„Opruiend”
In de achterliggende weken noemden veel schrijvers van ingezonden brieven in de Volkskrant de bijdrage van de columnist „kleinburgerlijk, opruiend en onbeschaafd”. Anderen waagden het om het toch voor Van der List op te nemen, door een beroep te doen op de vrijheid van meningsuiting.

In een uitgebreid artikel in de Volkskrant van gisteren slaagde cultuurhistoricus T. H. von der Dunk –niet te verwarren met de bekende historicus prof. H. W. von der Dunk– erin Van der List de preekjas van een calvinistische boetgezant aan te trekken.

Na een uitgebreide verdediging van de legitimiteit van de Gay Games komt Von der Dunk tot de stelling: „Dat velen zich bij het zien van de liefde nog steeds opgelaten voelen, is symptomatisch voor de heersende krampachtigheid ten opzichte van alles wat met erotiek te maken heeft – de meest fatale erfenis van tweeduizend jaar christendom. In Nederland heeft dat zijn extreemste vorm gevonden bij de orthodoxe calvinisten die de mens het liefst zouden herscheppen naar hun eigen vreugdeloze evenbeeld”.

Von der Dunk beweert dat “gay” (oorspronkelijk het Engelse woord voor “vrolijk”) het tegendeel is van gereformeerd. Daarom vindt de cultuurhistoricus dat we van het „idiote zondigheidsbesef van het calvinisme” afmoeten. Met andere woorden: het calvinisme is voor Von der Dunk geen levensovertuiging die een legitieme plaats in onze tolerante samenleving verdient, maar een ernstig trauma waar een deel van de samenleving, bewust of onbewust, onder lijdt. Volgens hem in ieder geval ook Van der List, in het dagelijks leven beleidsmedewerker van de VVD.

Absurd
Opmerkelijk is echter dat in de achterliggende weken diverse opinion leaders evenals Van der List kritische vragen hebben gesteld over de Gay Games en het gedrag van homoseksuelen. Daaronder waren zeker ook mensen die doorgaans algemeen achting krijgen vanwege hun gezonde, heldere oordeel, zoals bijvoorbeeld de vroegere hoofdredacteur van NRC Handelsblad J. L. Heldring. Hij vroeg zich in zijn rubriek “Dezer Dagen” af waarom de homoseksuelen zich tijdens de spelen in Amsterdam zo opvallend moesten gedragen. „Als het waar is dat homoseksuelen zich als normale mensen beschouwen en behandeld willen zien –wat ze in Nederland al grotendeels bereikt hebben– waarom moeten ze zich dan zo uitdagend exhibitionistisch –dus: abnormaal– gedragen als tijdens die parade door de grachten? Hetero's doen dat toch ook niet?” aldus Heldring.

In messcherpe bewoordingen zet de NRC-schrijver voorstanders van de spelen op hun nummer: „In de ogen van al degenen in de wereld die het nog niet zo heerlijk ver gebracht hebben als wij, hebben wij onze reputatie bevestigd van een land waar alles kan: drugs, kinderporno, homoseksueel exhibitionisme. Deze permessiviteit, die onder de naam van tolerantie gaat (waarmee we onszelf op de borst slaan), heeft misschien goede gronden, maar we moeten niet de illusie koesteren dat we ons er in de wereld geliefder of gerespecteerder mee maken”.

Romeinse Rijk
Enkele dagen eerder plaatste dezelfde krant een artikel van classicus Micha Kat, waarin deze tot de conclusie kwam dat de Gay Games een schokkend teken zijn van het ernstig verval van de samenleving. Kat schetste de opvallende parallellen tussen onze samenleving en het einde van het Romeinse Rijk. Daarbij citeerde hij de kerkvader Cyprianus, die omstreeks 250 schreef: „Er is geen onschuld meer in de politiek, geen rechtvaardigheid in de rechtbanken, geen meesterschap meer in de kunsten en geen discipline meer in het moreel gedrag”. Die woorden zijn volgens Kat naadloos van toepassing op onze tijd.

In zijn artikel van gisteren probeerde Von der Dunk deze overeenkomsten tussen het Romeinse Rijk en onze tijd van tafel te vegen. Hij noemt de gedachte dat decadentie de oorzaak was van de ondergang van de Romeinen „een Victoriaans cliché, dat nu toch echt eens de wereld uit moet”. „De neergang van het rijk valt samen met de introductie van het puriteinse christendom”, zegt Von der Dunk. Daarmee gaat hij niet zover uit te spreken dat de opkomst van het christendom de oorzaak is van de neergang van het Romeinse Rijk, maar hij wekt wel de suggestie. Menig kenner van de Oudheid zal die gedachte niet zonder meer van hem overnemen. Overigens is het de vraag welk historisch handboek Von der Dunk raadpleegde om het puriteinse christendom in de Vroege Kerk te dateren. De meeste kerkhistorici gebruiken voor het eerst die term in de 16e eeuw.

Stemmenwinst
Jarenlang leek het protest tegen de homobeweging alleen binnen orthodox-christelijke kring te leven. Blijkbaar daarom adviseert Von der Dunk mensen die geschokt zijn door de Gay Games naar de Veluwe te verhuizen. Die streek is bij een deel van ons volk gelabeld als „zwaar orthodox” en „achtergebleven”. Nu blijkt dat ook buiten de orthodox-protestantse kring bezwaren leven tegen het opvallend gedrag van homoseksuelen, onder anderen bij sommige liberalen die verder doordenken. Wanneer Von der Dunk zijn zin krijgt dat al die „benepen geesten” naar de Veluwe verhuizen, lopen de bossen in dat gebied gevaar te moeten wijken voor woningbouw. Na de emigratiegolf is er dan ook stemmenwinst voor de VVD en de PvdA op de Veluwe te halen.