Binnenland

H. A. L. van Hoof,
VVD, Defensie

De nieuwe staatssecretaris op Defensie, H. A. L. (Henk) van Hoof (50), was geen prominent op de voorgrond tredend kamerlid. Hij hield zich vooral met kwesties op het terrein van sociale zaken bezig en werd in 1996 zelfs genoemd als mogelijke opvolger van de afgetreden staatssecretaris Linschoten. Dat werd toen De Grave, en onder en met hem mag Van Hoof het defensiebudget weer wat verder doen inkrimpen. Met de lineaal in de hand treden de voormalig korporaal-schrijver en de oud-beroepsmilitair daar aan. Ze kunnen beiden in ieder geval goed rekenen.

In tegenstelling tot De Grave is Van Hoof zeer vertrouwd met de krijgsmacht. Op achttienjarige leeftijd ging hij bij de marine. Drie jaar later was hij officier. In 1981 nam hij afscheid als luitenant-ter-zee. Hij trad in dienst van de Vereniging voor Hoger Personeel (VHP), waar hij onder andere cao-coördinator werd.

In november 1991 kwam hij tussentijds in de Tweede Kamer. Hij leerde veel als lid van de parlementaire enquêtecommissie-Buurmeyer, die onderzoek deed naar misbruik van het stelsel van sociale zekerheid.

In een interview met NRC Handelsblad heeft Van Hoof eens gezegd dat alle kamerleden ijdel zijn. „Als ze gevraagd worden bewindspersoon te worden, zal geen enkel kamerlid nee zeggen. Daar hoort wel een afweging bij: ben ik bereid het leven van een kleine zelfstandige met alle daarbijbehorende vrijheid op te geven voor het keurslijf van een staatssecretaris of minister”.