Binnenland

Drs. J. Pronk, PvdA,
VROM

Wie de oud CDA-kamerleden Lansink en Mateman graag aanduidde als “politieke dino's”, zou dat ook moeten doen met de beoogde minister van VROM: drs. J. Pronk (58). Pronk, demissionair minister van ontwikkelingssamenwerking, was in het eerste paarse kabinet de bewindsman met de langste ervaring. Dat zal hij ook zijn in Kok II. De linksbuiten van de PvdA was reeds minister van ontwikkelingssamenwerking in de voor jonge kiezers 'grijze oertijd' van het kabinet-Den Uyl. Pas 33 jaar was de uit een christelijk gereformeerd Schevenings gezin afkomstige Pronk toen hij in 1973 tot deze beruchte ministersploeg toetrad. Precies dezelfde portefeuille beheerde hij in het derde kabinet-Lubbers.

Pronk staat bekend als een buitengewoon gedreven politicus, die op een persoonlijk betrokken wijze bezig is met de problematiek van de derde wereld. Wat de econoom Pronk, leerling van Jan Tinbergen, betreft mag onwikkelingshulp nooit op zichzelf staan, maar moet het hele beleid doordesemd zijn van een zoeken naar rechtvaardiger verhoudingen in de wereld. Hij is altijd een voorstander geweest van 'ontschotting', dat wil zeggen: er moet meer overleg komen tussen alle bewindslieden die met buitenlands beleid te maken hebben. Dit is voor een deel bereikt in de zogenaamde herijking van het buitenlands beleid.

Pronk is binnen de PvdA een vooraanstaand ideoloog, die steevast opereert op de linkervleugel van de partij. Merkwaardig is daarom dat hij het in de kabinetten-Lubbers III en -Kok I, die beide fors hebben gesneden in de sociale zekerheid, heeft uitgehouden. Niet duidelijk is hoe Pronk, die het met deze operaties onmogelijk eens geweest kan zijn, in dit verband de eenheid van het regeringsbeleid ziet.

Die eenheid van het regeringsbeleid lijkt ook in het geding bij Pronks weigering om in paars II minister van ontwikkelingssamenwerking te zijn, omdat dit kabinet voor dat beleidsterrein naar zijn mening te weinig geld uittrekt. Pronk is wel bereid in datzelfde kabinet als minister van VROM zitting te nemen. Hij noemt dat „niet ongeloofwaardig”, want: „Ik onderschrijf het regeerakkoord volledig en heb geen enkel voorbehoud gemaakt. Ik heb slechts m'n persoonlijke teleurstelling geuit over een onderdeel ervan”.