Binnenland

Mr. A. H. Korthals, VVD,
Justitie

Toen mevrouw Sorgdrager dit voorjaar bekendmaakte dat zij niet wilde terugkeren als minister van justitie, verklaarde zij dat het tijd was voor een persoonswisseling op het departement. Zij had zaken losgewrikt en dingen in gang gezet, zei ze, het was nu aan een ander –bij voorkeur een mannelijke VVD'er– om al die ontketende, niet nader aangeduide processen in rustige banen te leiden.

Wat dat betreft wordt Sorgdrager op haar wenken bediend. Haar opvolger is een mannelijke VVD'er en heet A. H. (Benk) Korthals. De jurist geldt als een rustige, solide en goed ingevoerde parlementariër. Sinds 1982 is hij al lid van de VVD-fractie, de laatste jaren als vice-voorzitter. Hij combineerde zijn kamerlidmaatschap overigens met een baan als advocaat. In de Kamer ontpopte de 53-jarige liberaal uit Rotterdam zich als de stille kracht achter politiek leider Bolkestein. Hij heeft vooral ook laten zien dat hij aan het hoofd van de fractie, waar hij van Bolkestein alle ruimte kreeg, over uitstekende managementkwaliteiten beschikte.

Zijn kritiek op het beleid van zijn voorgangster was vaak niet mals. Dat kon ook moeilijk anders, want die bleek over een haast ongeëvenaard talent te beschikken om blunder op blunder te stapelen. In een interview heeft hij haar eens beschuldigd van een gebrek aan politiek taxatievermogen. Toch, zei Korthals gisteren na zijn bezoek aan premier Kok, heeft hij haar „op beslissende momenten altijd gesteund”. Minstens zo kritisch stond hij overigens tegenover de 'eigen' minister van binnenlandse zaken, Dijkstal. In de debatten over de IRT-affaire verweet hij zijn partijgenoot niet hard genoeg op te treden tegen hoofdcommissarissen van politie die hun op drugs jagende ondergeschikten maar lieten begaan.

De levensloop van Korthals is niet die van een saaie jurist. Als Leids gymnasiast en dikke vriend van klasgenoot Maarten van Traa spijbelde hij vaak. Hij zwierf twee jaar door Europa, werd marineofficier en ging daarna pas rechten studeren in Leiden. Hij werd er lid van het corps, maar benadrukt dat hij toen al niet hield en nog steeds niet houdt van „brallerig gedoe”.

Zijn vader, Henk Korthals, behoorde in 1948 tot de oprichters van de VVD. Hij was ook al vice-fractievoorzitter en was minister van verkeer en waterstaat in het kabinet-De Quay.