Binnenland

Militairen voelen
zich op Curaçao
allerminst veilig

Van onze binnenlandredactie
APELDOORN – De op Curaçao gestationeerde Nederlandse militairen vinden de situatie op het eiland allerminst veilig. Acht van de tien zeggen dat de kans om op Curaçao slachtoffer van criminaliteit te worden groter is dan in Nederland, zo blijkt uit onderzoek van de VBM/NOV, een vakbond voor defensiepersoneel.

Bijna de helft van de Nederlandse marinemensen op Curaçao is al eens slachtoffer geweest van criminaliteit, zoals zakkenrollen, inbraak, geweld, overval, aanranding of verkrachting. Dat betekent dat van de 700 militairen (luchtmacht, marine en mariniers) er ruim 300, of hun partners of kinderen, de afgelopen drie jaar wel eens slachtoffer zijn geweest. De totale Nederlandse gemeenschap op Curaçao omvat 2000 personen.

De vakbond vindt de voorlichting in Nederland over stationering op het Antillen-eiland onvoldoende. Ruim tweederde is niet tevreden over de veiligheidsmaatregelen die de Koninklijke Marine tot nu toe genomen heeft. „Criminaliteit is er overal”, reageert een defensiewoordvoerder op het onderzoek. De marine en de marechaussee proberen daar in hun voorlichting het plaatselijk personeel nog bewuster van te maken. Op initiatief van de marine krijgen wel alle huizen van defensie tralies voor de ramen. Met die ingreep is een halfjaar geleden al begonnen.

Kapitein Henk Lunshof, baas van de marechaussee op Curaçao, wijt de toenemende criminaliteit aan de economische malaise van het eiland. Onlangs zei hij in deze krant: „Er is grote werkloosheid, jongeren hebben geen uitzicht op werk en vluchten in het gebruik van verdovende middelen”. Lunshof wil de toenemende criminaliteit relativeren. „We zitten met elkaar op een eiland. Alles is kleinschalig, dus berovingen en inbraken vallen meer op”.