Justitie moet man op redelijke manier helpen
Last-minute aanbod voor bedreigde CID-informantVan een onzer verslaggevers DEN HAAG Een gedetineerde ex-informant van de politie is bang dat hij buiten de gevangenis zijn leven niet zeker is. Eind deze maand komt hij vrij en daarom eiste L. gistermiddag in een kort geding van Justitie veel geld om een bestaan in het buitenland te kunnen opbouwen. Volgens advocaat mr. A. Wàrlàm heeft zijn cliënt minstens 100.000 gulden netto nodig om zich ergens in het buitenland te vestigen. Binnenkort gaat de poort van de gevangenis open en dan wacht hij liever niet op het vuurpeloton. Volgens de advocaat zijn de criminelen die L. verraadde, erop gebrand hem te doden. L. kreeg pas te horen dat er 150.000 gulden op zijn hoofd stond. De vroegere informant, een 43-jarige marktkoopman, vreest dus voor zijn leven. Justitie heeft zijn naam in een persbericht van een rechtbank gezet. De man was in de periode 1992-1995 actief voor de Criminele Inlichtingen Dienst (CID) van de politie in Haarlem, die hem inzette bij onderzoeken naar criminele drugsorganisaties, waaronder die van de (inmiddels veroordeelde) Hakkelaar. In ruil voor informatie (L. zou 380 zogenaamde vier-bij-viertjes, vellen met info, hebben geleverd) hoefde hij eerder opgelegde celstraffen niet uit te zitten. Deze belofte leek weinig waard toen het openbaar ministerie de man vervolgde voor strafbare feiten die hij als infiltrant gepleegd zou hebben. Oost-Groningen Nadat runners (contactpersonen van de CID voor informanten en infiltranten) hadden bevestigd dat de betrokkene inderdaad voor hun CID had gewerkt, was de zaak van de baan. De man moest nu wel straffen uitzitten voor feiten die hij vóór zijn infiltrantenwerk had gepleegd. Eind deze maand komt L. op vrije voeten. Volgens zijn advocaat heeft het geen zin om hem met een uitkering ergens weg te stoppen in Oost-Groningen. De criminele organisatie heeft tentakels in heel Nederland. Ze zullen hem altijd weten te vinden. Alleen in het buitenland heeft hij kans op een langer leven. De Staat bleek tijdens het kort geding een ruimhartig bod voor L. in petto te hebben. Twee keer duizend gulden tipgeld, vergoeding voor de gemaakte reis- en verblijfkosten, en Justitie wil ook nog zorgen voor een woning in een relatief veilige omgeving. Volgens de advocaat van de Staat kan het de overheid niet worden aangerekend de identiteit van L. te hebben prijsgegeven. Dat heeft hij zelf gedaan tijdens een arrestatie voor flessentrekkerij. De dreiging vanuit het criminele milieu is onduidelijk. Goed gesprek De president van de Haagse rechtbank, mr. A. van Delden, koos voor een traditionele oplossing van het kort geding. Hij stuurde beide partijen naar buiten met de opdracht om er na een goed gesprek samen uit te komen. Wel liet Van Delden weten dat Justitie de voormalige informant/infiltrant van de CID Haarlem op een redelijke manier moet helpen. Een vordering van een voorschot van 100.000 gulden op een eventuele schadevergoeding omdat Justitie zijn identiteit zou hebben prijsgegeven, wees Van Delden af. Met een zak geld in het buitenland onderduiken, lijkt mr. Van Delden geen goede oplossing. Het geld kan snel op zijn en dan houdt de overheid alsnog de verzorgingsplicht. Hij ziet meer in een oplossing waarbij de oud-informant op een redelijke manier wordt geholpen met een nieuwe locatie om zich te vestigen en om hem in de gelegenheid te stellen de eerste tijd onder te duiken. Justitie heeft daar fraaie arrangementen voor. Misschien kunnen ze iets met een last-minute aanbieding. Beetje wrange opmerking in dit verband, omdat L. voor zijn leven vreest en pas via een kort geding Justitie zo ver kan krijgen om aan een regeling te werken. De zaak werd door Van Delden aangehouden tot 8 augustus. Ik hoop dat voor die tijd alles is geregeld. |